‘Zet Nationaal Groeifonds in voor een CO2-arme economie’

19.10.2021 Jan de Wit

‘Zet Nationaal Groeifonds in voor een CO2-arme economie’

De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur heeft onlangs besloten een ongevraagd advies uit te brengen over het Nationaal Groeifonds, ook wel bekend als het Wopke-Wiebes-Fonds. Dit fonds ter grootte van 20 miljard euro zou volgens de raad ingezet moeten worden voor de noodzakelijke transitie naar een CO2-neutrale, grondstofarme en natuurinclusieve economie.

Het Nationaal Groeifonds is bedacht door Wopke Hoekstra, minister van Financiën, en Eric Wiebes, voormalig minister van Economische Zaken en Klimaat, om in de komende vijf jaar 20 miljard euro te investeren in projecten die zorgen voor economische groei voor de lange termijn. Het geld werd geleend in een periode dat de rente negatief was, waardoor er extra geld vrij kwam.

Voorstellen moeten een minimale omvang van 30 miljoen hebben en worden door de ministeries eerst technisch getoetst, zodat ze niet in strijd zijn met kabinetsbeleid. De ideeën moeten het toekomstig bruto binnenlands product van Nederland te vergroten.

De raad concludeert in zijn advies Investeren in duurzame groei dat dit alleen bereikt kan worden als uitsluitend geïnvesteerd wordt in activiteiten die passen bij de transitie naar een CO2-neutrale, grondstofarme en natuurinclusieve economie.

Volgens de raad kan een duurzaam verdienvermogen “alleen bereikt kan worden als vanuit het Groeifonds uitsluitend geïnvesteerd wordt in activiteiten die passen bij de transitie naar een duurzame economie”.  Nederland heeft zich namelijk al gecommitteerd aan “verregaande doelen”, zoals “dat de economie na 2050 CO2-neutraal zal zijn”, zo luidt de conclusie.

Een overkoepelende visie ontbreekt
Behalve een advies heeft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur ook kritiek op het (demissionaire) kabinet. Er is namelijk “geen visie op de economie van de toekomst geformuleerd”, waardoor het onduidelijk is hoe een investering er precies uit zou moeten zien om in aanmerking te komen voor ondersteuning uit het Nationaal Groeifonds.

Dit heeft geleid tot investeringsvoorstellen die sterk uiteenlopen, “tot richtingloosheid en versnippering”. Gezien de noodzaak van een CO2-neutrale, grondstofarme en natuurinclusieve economie, adviseert de raad dit als richting voor de Groeifondsinvesteringen.

Het Nationaal Groeifonds is echter lang niet genoeg om deze duurzame economie te realiseren, zo herinnert de raad het kabinet. “Dat vraagt om een samenhangende blik van het kabinet op de noodzakelijke transities, op haar eigen rol daarin en op de inzet van aanvullende beleidsinstrumenten”, stelt de raad. Dit schept ook duidelijkheid voor private partijen.

Ten slotte adviseert de raad om duidelijk te communiceren “over de wijze waarop het Groeifonds wordt ingezet” en hoe dit bijdraagt aan een duurzame economie in Nederland. Dat is goed voor het draagvlak “en vergroot de kans op succes”.

Het advies is onlangs aangeboden aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, Economische Zaken en Klimaat, Financiën, Infrastructuur en Waterstaat en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Warmte365 - ‘Zet Nationaal Groeifonds in voor een CO2-arme economie’

‘Zet Nationaal Groeifonds in voor een CO2-arme economie’

19.10.2021 Jan de Wit

‘Zet Nationaal Groeifonds in voor een CO2-arme economie’

De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur heeft onlangs besloten een ongevraagd advies uit te brengen over het Nationaal Groeifonds, ook wel bekend als het Wopke-Wiebes-Fonds. Dit fonds ter grootte van 20 miljard euro zou volgens de raad ingezet moeten worden voor de noodzakelijke transitie naar een CO2-neutrale, grondstofarme en natuurinclusieve economie.

Het Nationaal Groeifonds is bedacht door Wopke Hoekstra, minister van Financiën, en Eric Wiebes, voormalig minister van Economische Zaken en Klimaat, om in de komende vijf jaar 20 miljard euro te investeren in projecten die zorgen voor economische groei voor de lange termijn. Het geld werd geleend in een periode dat de rente negatief was, waardoor er extra geld vrij kwam.

Voorstellen moeten een minimale omvang van 30 miljoen hebben en worden door de ministeries eerst technisch getoetst, zodat ze niet in strijd zijn met kabinetsbeleid. De ideeën moeten het toekomstig bruto binnenlands product van Nederland te vergroten.

De raad concludeert in zijn advies Investeren in duurzame groei dat dit alleen bereikt kan worden als uitsluitend geïnvesteerd wordt in activiteiten die passen bij de transitie naar een CO2-neutrale, grondstofarme en natuurinclusieve economie.

Volgens de raad kan een duurzaam verdienvermogen “alleen bereikt kan worden als vanuit het Groeifonds uitsluitend geïnvesteerd wordt in activiteiten die passen bij de transitie naar een duurzame economie”.  Nederland heeft zich namelijk al gecommitteerd aan “verregaande doelen”, zoals “dat de economie na 2050 CO2-neutraal zal zijn”, zo luidt de conclusie.

Een overkoepelende visie ontbreekt
Behalve een advies heeft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur ook kritiek op het (demissionaire) kabinet. Er is namelijk “geen visie op de economie van de toekomst geformuleerd”, waardoor het onduidelijk is hoe een investering er precies uit zou moeten zien om in aanmerking te komen voor ondersteuning uit het Nationaal Groeifonds.

Dit heeft geleid tot investeringsvoorstellen die sterk uiteenlopen, “tot richtingloosheid en versnippering”. Gezien de noodzaak van een CO2-neutrale, grondstofarme en natuurinclusieve economie, adviseert de raad dit als richting voor de Groeifondsinvesteringen.

Het Nationaal Groeifonds is echter lang niet genoeg om deze duurzame economie te realiseren, zo herinnert de raad het kabinet. “Dat vraagt om een samenhangende blik van het kabinet op de noodzakelijke transities, op haar eigen rol daarin en op de inzet van aanvullende beleidsinstrumenten”, stelt de raad. Dit schept ook duidelijkheid voor private partijen.

Ten slotte adviseert de raad om duidelijk te communiceren “over de wijze waarop het Groeifonds wordt ingezet” en hoe dit bijdraagt aan een duurzame economie in Nederland. Dat is goed voor het draagvlak “en vergroot de kans op succes”.

Het advies is onlangs aangeboden aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, Economische Zaken en Klimaat, Financiën, Infrastructuur en Waterstaat en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.