'Gasloos maken moet verplicht worden'

14.04.2021 Simone Tresoor

Gemeenten stellen dat ‘een wijkgerichte aanpak op basis van louter vrijwilligheid niet haalbaar is’. In een brief aan de Tweede Kamer informeert minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken over de voortgang van het PAW, Programma Aardgasvrije Wijken, ook wel bekend onder de naam ‘proeftuinwijken’.  

De 27 gemeenten die sinds 2018 deelnemen aan de proeftuinwijken vinden het overheidsbeleid te vrijblijvend en missen wettelijke bevoegdheden om huizen van het gas te halen. Zo kan een kleine groep, die wil vasthouden aan gasgebruik, een gemeente op torenhoge kosten jagen.

Acht huishoudens kosten 150.000 euro

Zo houden in de wijk Overwhere-Zuid in Purmerend acht huishoudens die niet willen worden aangesloten op het aangelegde warmtenet de gemoederen bezig. Hier moest Liander 150.000 euro investeren om een speciaal gasnet voor deze bewoners aan te leggen, valt te lezen in het NRC.

Verder geven gemeenten aan dat ze een overheidsvangnet willen voor onvoorziene meerkosten bij het aardgasvrij maken en zouden ze graag zien dat de overheid een consequenter beeld uitdraagt dat de energietransitie belangrijk is om het draagvlak onder de Nederlanders te verhogen.

Ollongren wacht op nieuw kabinet

Het aardgasvrij maken blijkt een stuk complexer dan gedacht. Niet alleen technisch, maar ook organisatorisch en financieel. De wijken hebben daardoor al achterstand op het schema opgelopen. Gebrek aan regelgeving en financiën worden hier door de gemeenten als hoofdzaak genoemd. Tot nu toe zijn er 614 woningen van het gas in vijf wijken en zijn er drie jaar na het begin van PAW 14 van de 27 proeftuinen bezig met de uitvoering. Het PAW is een belangrijk middel om wijken te verduurzamen en uit te zoeken wat wel en niet werkt bij het uitvoeren van afspraken uit het Klimaatakkoord.

Ook het Planbureau voor de Leefomgeving en het Economisch Instituut voor de Bouw hebben aangegeven dat het Rijk zal moeten ingrijpen. Ollongren wacht met conclusies tot er een nieuw kabinet is. Zij geeft in haar schrijven aan dat de proeftuinen wel voortgang boeken al gaat het langzamer dan verwacht. Ook stelt zij dat de gemeenten aangeven veel te leren en dat er stappen worden gezet naar de noodzakelijke opschaling.