'Imago van warmtenet kantelt'

29.06.2020 Norbert Cuiper


Warmtenetten hebben een slecht imago, maar dat is aan het veranderen. “Als bewoners zelf mogen nadenken komen ze meestal uit bij een warmtenet als beste optie,” zegt Sible Schöne, adviseur voor klimaatstichting HIER.

HIER Opgewekt en Platform31 deden onderzoek naar bewonersinitiatieven die betrokken zijn bij de lokale warmtetransitie. “Deze initiatieven gaan bijna allemaal voor een warmtenet in hun wijk,” meldt stichting Warmtenetwerk. De initiatieven zijn echter niet enthousiast waarop warmtenetten tot nu toe zijn georganiseerd in Nederland. Volgens Warmtenetwerk is het belangrijk om deze geluiden serieus te nemen omdat bewonersinitiatieven een belangrijke rol spelen bij de acceptatie van warmtenetten in Nederland.

Logische oplossing

Schöne reageert op het onderzoek. “Het goede nieuws is dat bewonersinitiatieven meestal warmtenetten de meest logische oplossing vinden. Het negatieve beeld is dus aan het kantelen,” zegt Schöne. Warmtenetten hebben volgens hem een slecht imago. Maar als bewoners zelf nadenken komen ze in 90 procent van de gevallen uit bij een warmtenet als beste optie voor hun buurt. “Dit zorgt ervoor dat de acceptatie van warmtenetten toeneemt. Er is echter één voorwaarde: bewoners willen monopolies vermijden en willen daarom een vorm van zeggenschap.”

Bewonersparticipatie

Gemeenten die kiezen voor een warmtenet om een wijk aardgasvrij te maken, kunnen dit beter doen met participatie van bewoners, in plaats van de top-down aanpak zoals die eerder voor de bestaande warmtenetten is gevolgd. Bewoners hebben meer vertrouwen in het warmtenet als ze kunnen participeren. Bij het aardgasvrij maken van wijken kiezen de meeste bewoners voor een warmtenet. Dat is vooral een kwestie van geld, concludeert Schöne.

Negatieve business case

In bestaande wijken is een warmtenet financieel niet rendabel. Dat is volgens Schöne een van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek. Daardoor moet er eigenlijk altijd geld bij om een warmtenet te implementeren. “Dat geldt overigens voor alle aardgasvrije alternatieven, waaronder all-electric en groengas. Er is geen positieve business case,” zegt Schöne. “Een groot deel van de bewoners kan niet investeren. Daarom kiest dit deel van de bewoners voor een warmtenet. Daar zijn de investeringen in de eigen woning het laagst.”

Proeftuinen aardgasvrije wijken

Subsidies voor proeftuinen voor aardgasvrije wijken acht Schöne hard nodig. De harde kritiek van de Algemene Rekenkamer op de aanpak met de aardgasvrije wijken vindt Schöne niet terecht, zo schrijft hij op Energiepodium. “De Rekenkamer stelt dat het oorspronkelijke doel van de proeftuinen later is aangepast. Het belangrijkste doel van het programma werd om te leren over het aardgasvrij maken van wijken.”

De meest 'curieuze' kritiek van de Rekenkamer is volgens Schöne de bewering dat de plannen van de gemeenten mogelijk ook zouden zijn doorgegaan zonder de bijdrage van het ministerie van BZK. Er zou sprake zijn van ‘geld zoekt plan’.” Die bewering acht Schöne onjuist. 

Schöne: “Met haar bewering ‘geld zoekt plan’ laat de Rekenkamer vooral blijken dat ze niet goed heeft begrepen wat de echte problemen zijn van het streven om wijken aardgasvrij te maken: het ontbreken van een aantrekkelijke business case, onvoldoende inzicht in de uitvoeringskosten, het wettelijk kader dat nog niet op orde is, en onvoldoende bereidheid en financiële ruimte bij een deel van de eigenaar-bewoners om te investeren in een aardgasvrije woning.”

Kosten enorm onderschat

Volgens Schöne wijst de Rekenkamer er terecht op dat het de eigenaren van woningen en andere gebouwen zijn die deze daadwerkelijk aardgasvrij maken. “Participatie gaat hierbij een stuk verder dan de gebruikelijke inspraak.” De meeste proeftuinen zijn er echter nog niet in geslaagd om een acceptabel aanbod voor te leggen aan de bewoners. Ook hebben de proeftuinen extra geld nodig omdat de uitvoeringskosten enorm zijn onderschat.