Belang energietransitie benadrukt door IPCC-rapport

09.08.2021 Jan de Wit

Belang energietransitie benadrukt door IPCC-rapport

Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de Verenigde Naties heeft het eerste deel van zijn nieuwste rapport uitgebracht, waarin de menselijke invloed op klimaatverandering staat centraal. De conclusie is hard: een opwarming van 5,7 graden voor 2100 is niet onmogelijk. Voor de warmtesector is het opnieuw een herinnering van de urgentie en het belang om de energietransitie tot een succes te maken.

De onderzoekers zien de internationale ambitie van maximaal 1,5 graden opwarming in 2100 niet langer als kansrijk. In het meest gunstige scenario komt de opwarming uit op 1,4 graden, hiervoor moet wel zwaar worden ingezet op duurzame energie en het actief verwijderen van CO2 uit de lucht.

Een gemiddelde opwarming van 3 graden lijkt – zonder een intensiverende internationale inzet – waarschijnlijker. Ook Nederland heeft deze zomer ondervonden hoe ingrijpend de gevolgen zijn van de opwarming van de aarde. De overstromingen in Limburg liggen nog vers in het geheugen en de kans op herhaling neemt exponentieel toe naarmate de aarde verder opwarmt.

In het slechtste scenario houdt de wereld vast aan fossiele energie en neemt de opwarming toe tot 5,7 graden Celsius. Het IPCC-rapport ziet dat de impact van klimaatverandering in toenemende mate én tempo overal ter wereld te zien is en dat onomkeerbare gevolgen niet langer ‘uit te sluiten zijn’. Te ver smeltende ijskappen op Groenland en Antarctica worden als potentiële voorbeelden genoemd. De kans hierop zou klein zijn, maar zou ook enorme gevolgen hebben.

Meer uitstootbesparing nodig
“Er is een bijna-lineair verband tussen de cumulatieve menselijke CO2-uitstoot en de opwarming van de aarde”, zo tekent NRC op uit het rapport. Dit heeft al tot 1,1 graden opwarming en een zeespiegelstijging van gemiddeld 20 centimeter geleid, de invloed van de mens 'is er ondubbelzinnig'.

Het IPCC – opgericht om te informeren over de natuurwetenschappelijke basis van klimaatopwarming – bracht sinds zijn oprichting in 1988 vijf keer eerder een rapport uit over de natuurwetenschappelijke basis van de klimaatopwarming. De eerste in 1990, de vorige in 2013. Dat doet de organisatie door internationaal klimaatonderzoek te bundelen en ‘beleidsrelevant maar beleidsneutraal’ verslag te doen voor overheden en hun uitvoerende instanties.

Aan deze editie is zes jaar gewerkt en beslaat meer dan 14.000 wetenschappelijke papers. Het rapport bestaat in totaal uit drie delen, de andere twee zullen uiterlijk begin 2022 verschijnen en gaan over mogelijke oplossingen voor klimaatverandering en de sociaaleconomische gevolgen in bepaalde regio’s. Vandaag is een eerste deel verschenen, de definitieve en complete versie komt over een paar maanden.

De IPCC-rapporten worden wereldwijd als toonaangevend gezien, zeker omdat ze tot stand komen door internationale consensus. Zo is de samenvatting voor beleidsmakers door 195 landen goedgekeurd. 31 oktober tot en met 12 november dit jaar zal de UN Climate Change Conference of the Parties in Glasgow plaatsvinden. Hier moeten landen scherpere doelen stellen om hun uitstoot van broeikasgassen terug te dringen.