CO-certificering: begin liever vandaag dan morgen

24.05.2022 Jeroen de Vrught

CO-certificering: begin liever vandaag dan morgen

Om het aantal ongelukken door koolmonoxide terug te dringen, mogen werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties vanaf 1 januari 2023 alleen nog worden uitgevoerd door bedrijven die hiervoor gecertificeerd zijn. Om te voorkomen dat één certificeerder zich een monopoliepositie kon verwerven, gaf de overheid de voorkeur aan verschillende certificeringsschema’s. Daarom zijn er nu drie CO-certificeringen: de NHK 2021 van de Stichting Nederlandse Haarden en kachelbranche, de BRL 6000-25 van InstallQ en Kiwa’s BRL K25000.

Eigenlijk stond de invoering van de verplichte CO-certificering gepland voor 1 april 2022, maar is uitgesteld tot 1 januari 2023. Er ontstond vertraging bij de vaststelling van de definitieve inhoud van de schema’s.

Er zijn namelijk meerdere partijen die het met de inhoud van de schema’s eens moeten zijn, waaronder de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw en de Raad voor Accreditatie. De bekende laatste puntjes op de i kosten meer tijd dan voorzien, maar naar verwachting gaat de minister op korte termijn een handtekening onder de regeling zetten.

Tijdelijke certificaten
Als ik installateur was, zou ik dan ook zeker niet met certificering wachten tot eind dit jaar. Want dat de verplichte CO-certificering er komt, staat vast. En als je daarmee wacht tot het laatste moment sta je achteraan in de rij bij certificerende instanties.

Bij Kiwa voeren we al volop proefaudits uit tegen de huidige richtlijnen, de eerste installatiebedrijven zijn zelfs al gecertificeerd. Zodra de certificatieschema’s definitief zijn, worden die tijdelijke certificaten nóg een keer gecheckt en omgezet naar wettelijk erkende exemplaren.

Certificeringen combineren
Ik zie dat installatiebedrijven soms opzien tegen de kosten en inspanning van certificering. Sommige bedrijven sluiten zich daarom aan bij certificeringsorganisaties, die aangesloten partijen tegen een prijs per toestel laat meeliften onder de paraplu van één certificaat. Ik zou daar zelf niet zo snel voor kiezen, want als één aangesloten bedrijf steken laat vallen verliest mogelijk iedereen zijn certificaat.

Bovendien, als je jaarlijks 150 toestellen onderhoudt of installeert, ben je al goedkoper uit met een eigen certificaat. Bovendien kun je CO-certificering ook combineren met bijvoorbeeld een K2500- of 6000-25-audit. Gelijksoortige schema’s en dezelfde auditoren, dus dat scheelt dubbel werk.