De Amerena: topsportaccommodatie met 75 procent minder CO2-uitstoot

05.08.2021 Jan de Wit

De Amerena: topsportaccommodatie met 75 procent minder CO2-uitstoot
©INNAX_Amerena

Onlangs (23 juli) begonnen de Olympische Zomerspelen in Tokio. Voor veel sporters en supporters een moment waar lang naartoe gewerkt is, zeker nu de Spelen een jaar waren uitgesteld. De gekwalificeerde sporters hebben aan strenge eisen moeten voldoen en keihard moeten trainen. Om dit optimaal te doen kent Nederland meerdere topsportaccommodaties, de Amerena in Amersfoort is er daar één van. Hoe (ver)bouw je zoiets energiezuinig?

In gesprek met Warmte365 legde Erik van Unen al uit wat er zoal komt kijken bij het energiezuinig (ver)bouwen van gebouwen en topsportaccommodaties. In dit artikel pakt hij er een voorbeeldcasus bij: de Amerena.

De gemeente Amersfoort besloot in 2016 dat de drie sterk verouderde zwembaden – het Sportfondsenbad, Sporthal Schuilenburg en zwembad Liendert – hun langste tijd gehad hadden en dat daarvoor één nieuw complex moest komen. Een complex dat geschikt zou zijn voor verschillende sporten en voor wedstrijden op topsportniveau.

Om het juiste binnenklimaat energiezuinig te krijgen is er gebruik gemaakt van diverse technische installaties, ontworpen door INNAX. Zo heeft de Amerena warmtepompen voor de klimaatinstallatie, een houtpelletketel om het zwembadwater te verwarmen, LED-verlichting, zonnepanelen en een BaOpt systeem voor de luchtbehandeling. Met een CO2-reductie van 75 procent ten opzichte van de oorspronkelijke situatie is het verbruik en de uitstoot tot een minimum beperkt.

Het eisenpakket
Grote uitdaging bij dit soort accommodaties is het budget. “Eigenlijk zijn alle eisen wel uitvoerbaar, maar het wensenpakket is vrijwel standaard groter dan het budget. Dan moet je keuzes maken. De een hecht enorm veel waarde aan esthetiek, een ander aan efficiëntie. Dat verschilt per klant”, vertelt Van Unen.

Leidend voor de Amerena waren de strenge eisen die het NOC*NSF stelt aan topsportaccommodaties. Ook de sporters werden via een vertegenwoordiging van alle gebruikers gevraagd naar hun wensen.

“Zwembaden hebben standaard een hoge temperatuur nodig, met de juiste luchtvochtigheid. Voor topsport is het ook belangrijk dat hierin weinig schommelingen zitten en er echt een stabiel binnenklimaat is. Tegelijk moet ook de luchtstroom constant zijn en de lichten niet te fel. De sporters moeten zich volledig op hun spel kunnen focussen.”

De Amerena biedt onderdak aan veel meer sporten dan alleen wedstrijdzwemmers. “Het complex bestaat uit drie zwembaden, een 50 meter wedstrijdbad, een 25 meter zwembad en een kleiner, dieper bad met springtoren – waarin schoonspringwedstrijden gehouden worden. Daarnaast is er nog een sportzaal die voldoet aan alle eisen van de nationale sportorganisatie en uiteraard een techniekruimte, horeca, kleedruimtes, etc.”

Energie- en warmtevoorziening
De grootste uitdaging van een topsportaccommodatie is het energieverbruik. “Die is standaard erg hoog”, legt Van Unen uit. “Maar hoog energiegebruik geeft ook meer gelegenheid tot besparen, efficiënter gebruik of zelfs hergebruik. Daar zijn veel slimme technieken voor nodig, dat maakt de uitdaging voor INNAX alleen maar groter. De Amerena heeft voor zijn energievoorziening bijvoorbeeld een luchtwarmtepomp en zonnepanelen op het dak staan.”

De topsportaccommodatie maakt geen gebruik van bodemenergie voor zijn warmtevoorziening. “Daarvoor bleek de bodem ongeschikt. Het complex heeft daarom een houtgestookte ketel. Dat biomassa ter discussie staat beseffen wij ons overigens zeer goed, daarom wordt er alleen met restanten van snoeihout gestookt.”

Volgens Van Unen typeren dit soort keuzes de werkwijze van INNAX. “We kijken altijd naar gebouw én omgeving en maken op basis daarvan de meest duurzame keuze die voorhanden is. Het is daarnaast ook altijd een afweging tussen de lange en de korte termijn. Op de lange termijn plannen is altijd duurder, maar vanwege de lagere exploitatiekosten zijn de extra investeringen vaak al binnen 10 jaar terugverdiend, terwijl installaties doorgaans minimaal dertig jaar meegaan.”

Maatschappelijke kentering
In de afgelopen jaren heeft Van Unen een kentering gezien in de afweging van zijn klanten. “Steeds meer kiezen voor de lange termijn, de meest duurzame opties. We hopen natuurlijk dat dit deels door ons verhaal komt, maar het is ook een brede maatschappelijke ontwikkeling.

“Meer mensen zien de uitdagingen van klimaatverandering, het opwarmen van de aarde en de waarde die energiebesparing daarom met zich meebrengt. Wij willen op deze manier ons steentje bijdragen.”

Behalve dat het goed voor het milieu is, is het ook goed voor de waarde van het gebouw. “Energiezuinige gebouwen kunnen een BREEAM-NL duurzaamheidscertificaat van de Dutch Green Building Council krijgen, dat is binnen de gebouwde omgeving echt een certificaat met aanzien. Een verduurzamingstraject werkt waardeverhogend.”