Pas toen een van onze collega's al jaren bij Solar Solutions International had gewerkt, ontdekten wij dat zij een geit in haar kleine Amsterdamse stadstuin had lopen. Dit werd een gevleugelde uitdrukking die betekent: een bijzondere persoonlijke interesse waar je tijdens professioneel contact niet zo snel achter komt. In deze rubriek vragen wij mensen met een functie in de duurzaamheidswereld wat hun geit in de tuin is!

Wie: Giel Janssen

Wat: Onderzoeker

Waar: Dutch New Energy Research (DNE Research)

Sinds maart vorig jaar werkt de 29-jarige Giel Janssen bij DNE Research. “Als voormalig Science, Business & Innovation student vind ik het fantastisch om te werken aan een duurzame toekomst. De energiemarkt verandert snel en brengt complexe uitdagingen met zich mee die zowel op internationaal als nationaal niveau een aanpak vragen. Voor DNE Research focus ik mij dan ook graag op de trends en ontwikkelingen van technologieën die het verschil kunnen maken, of dat nu solar, storage of warmtepompen betreft.”

Een lichaam van twee meter past niet in een straaljagercockpit

Met zijn 2,02 meter lange verschijning zie je Janssen niet makkelijk over het hoofd. Zijn lengte gooide echter wel roet in het eten van zijn jeugddroom, maar opende gelijktijdig de deur naar wat hij het liefste doet: zweefvliegen.

“Als kind had ik een droom: ik wilde straaljagerpiloot worden. Maar ik bleef maar groeien en een lichaam van meer dan twee meter past helaas niet goed in een straaljagercockpit.”  Maar heel lang treuren past niet bij Janssen. Hij koos een ander pad en vond enkele maanden na het afronden van zijn opleiding een baan als onderzoeker in de duurzaamheidssector.

‘Alleen in een zweefvliegtuig voordat ik een brommer mocht besturen’
De destijds vijftienjarige Janssen moest en zou vliegen. En als het niet in een straaljager kon, dan maar in een zweefvliegtuig. Voordeel daarvan is dat je er lekker jong mee mag beginnen. Dus werd hij lid van de Kennemer Zweefvlieg Club om daar, na een les of zeventig en zelfs voordat hij de leeftijd had om een brommer te mogen besturen, alleen in een zweefvliegtuig te vliegen.

“Voordat ik met zweefvliegen begon deed ik al aan windsurfen. Ik houd van de elementen en vind het een heerlijk vrij gevoel om daarin op te gaan. Ik vind zweefvliegen een schitterende sport en wordt steeds weer gegrepen door het langzaam omlaag zweven en daarna weer omhoog cirkelen in opstijgende lucht, ook wel thermiek genoemd.”

Zo vrij als een vogel
“Een van mijn mooiste herinneringen is de eerste keer dat ik alleen mocht vliegen”, vervolgt hij. “Ik start altijd middels een lier. Afhankelijk van de tegenwind en de lengte van het veld kun je met de lier een bepaalde hoogte behalen. Boven ontkoppel ik de lierkabel. Die eerste vlucht alleen was werkelijk fantastisch en vergeet ik nooit meer. Ik was positief gespannen en ik werd overspoeld door een ongekend gevoel van vrijheid. Daar vloog ik dan boven de duinen, zo vrij als een vogel.”

Inmiddels is Janssen honderden vlieguren verder. De afgelopen jaren vloog hij in de vakanties veel in Frankrijk. Dan maakt hij een week tijd voor wat hij zo graag doet. In Nederland is hij van plan meer te vliegen vanaf zweefvliegveld Terlet. “De uitdaging is elke keer weer de thermiek te vinden en met een redelijke snelheid een afstand te overbruggen. Mijn langste vlucht staat op zeven uur en 48 minuten. Je moet wel eerst even naar het toilet gaan voordat je in het vliegtuig klimt”, lacht hij.

‘De beste dag is een dag met schapenwolkjes’
In Nederland zweefvliegen zo’n drieduizend mensen. Het is een sport die veel verschillende soorten mensen samenbrengt waaronder veel mensen die geïnteresseerd zijn in techniek. Janssen: “Ik kan het echt iedereen aanraden. Het is een zeer veilige sport en de kosten vallen heel erg mee. Het is mijn droom om op verschillende continenten boven bergen te vliegen. In Europa kun je dit vooral in de Alpen geweldig doen, maar hier is nog wel wat meer ervaring nodig.”

Janssen: “De beste dag om te vliegen is een dag met schapenwolkjes. Dan ga ik met mijn vader naar het zweefvliegveld, hij zweefvliegt ook. Het is altijd een mooi moment als we elkaar in de lucht even tegenkomen en naar elkaar zwaaien.”