Global Hydrogen Review 2022: ‘Energiecrisis vergroot belangstelling voor waterstof’

22.09.2022 Jan de Wit

Global Hydrogen Review 2022: ‘Energiecrisis vergroot belangstelling voor waterstof’

Het Internationaal Energieagentschap (IEA) heeft zijn jaarlijkse Global Hydrogen Review uitgebracht. Hoewel de interesse in waterstof, mede door de energiecrisis, blijft toenemen hoopt het IEA op meer investeringen in zowel het aanbod als de vraag. De verwachting is evenwel dat de wereldwijde productiecapaciteit van elektrolysers zal verzesvoudigen tegen 2025.

De Global Hydrogen Review is een jaarlijkse publicatie van het IEA dat onder andere vraag en aanbod van waterstof wereldwijd volgt. Ook wordt er gekeken naar de voortgang op cruciale gebieden zoals infrastructuurontwikkeling, handel, beleid, wet- en regelgeving, investeringen en innovatie.

De Review van dit jaar richt zich op de potentieel belangrijke rol van waterstof bij het behalen van internationale energie- en klimaatdoelstellingen. Het IEA hoopt daarom op meer investeringen en meer inzet op waterstoftechnologieën, met name voor op waterstof gebaseerde brandstoffen.

De wereldwijde productiecapaciteit voor elektrolysers is momenteel 0,5 gigawatt, maar de geplande productiecapaciteit ligt al op 8 gigawatt per jaar. Als alle geplande industriële projecten zouden doorgaan zou de geplande productiecapaciteit tegen 2030 al meer dan 60 gigawatt per jaar kunnen bedragen. Hiermee zouden de kosten met 70 procent kunnen dalen tegen 2030.

Elektrolysercapaciteit kan snel stijgen
In de Global Hydrogen Review 2021 was de wereldwijde waterstofproductie met een lage uitstoot nog minder dan 1 miljoen ton. Vrijwel alles kwam van fabrieken die fossiele brandstoffen gebruikten met CO2-afvang, -gebruik en -opslag.

Ter vergelijk: de Rijksoverheid schat dat er ongeveer 150.000 ton waterstof nodig is voor een elektrolysecapaciteit van 1 gigawatt. Een elektrolysecapaciteit van 8 gigawatt betekent dan ongeveer 1,2 miljoen ton waterstof.

Nederland zet overigens in op een productie van 75.000 ton waterstof geproduceerd uit water, met een elektrolysecapaciteit van 500 megawatt. Dat zou genoeg zijn om bijvoorbeeld 600.000 waterstofauto’s een heel jaar te laten rijden.

“De sterke stroom aankondigingen die we nu zien voor waterstofprojecten met een lage uitstoot, zijn een indicator dat er een nieuwe energie-economie aan het ontstaan ​​is”, stelt IEA-directeur Fatih Birol.

“Overheden moeten nu concreet beleid implementeren om regelgevende belemmeringen weg te nemen en projecten te ondersteunen die klaar zijn voor opschaling.” Evenwel verwacht het IEA een verzesvoudiging van de wereldwijde productiecapaciteit van elektrolysers tegen 2025.

290 gigawatt in 2030 is haalbaar
De wereldwijde energiecrisis, veroorzaakt door de Russische invasie in Oekraïne, heeft het momentum voor waterstof heeft versneld. Tegelijk is er meer beleidsondersteuning nodig om nieuwe en schonere toepassingen van waterstof te stimuleren in de zware industrie en het langeafstandsvervoer.

De totale vraag naar waterstof steeg wereldwijd tot 94 miljoen ton in 2021, ten opzichte van 91 miljoen ton in 2019. Het IEA schat in dat waterstof en afgeleide brandstoffen bij kunnen dragen aan de duurzaamheid én de leveringszekerheid van energie in sectoren zoals de zware industrie en het langeafstandsvervoer.

"Er zijn steeds meer tekenen dat waterstof een belangrijk onderdeel zal zijn van de overgang naar een betaalbaar, veilig en schoon energiesysteem, maar er zijn nog steeds grote vorderingen op het gebied van technologie, regelgeving en vraag die nodig zijn om zijn potentieel te benutten", stelt Birol.

Gezien de huidige nationale doelstellingen schat het IEA dat de wereldwijde vraag naar waterstof 115 miljoen ton zal bedragen in 2030. Als alle nationale klimaattoezeggingen volledig zouden worden nagekomen zou dat aantal kunnen stijgen tot 130 miljoen ton, waarvan een kwart groene waterstof zou zijn.

Het IEA ziet dat met name de toepassingen toenemen van waterstofprojecten in de staalindustrie, in de scheepsvaart en voor treinen die rijden op waterstofbrandstofcellen. In de energiesector kunnen aangekondigde projecten met waterstof en ammoniak tegen 2030 oplopen tot bijna 3,5 gigawatt aan potentiële capaciteit.

Als alle projecten worden gerealiseerd die momenteel in de pijplijn zitten zou de productie van emissiearme waterstof 16 miljoen tot 24 miljoen ton per jaar kunnen bereiken in 2030, waarvan meer dan de helft afkomstig is van elektrolysers die werken op hernieuwbare energie.

Inclusief de technologische ontwikkelingen schat het IEA in dat daarmee de elektrolysercapaciteit kan stijgen van 0,5 gigawatt in 2021 tot 290 gigawatt in 2030, waarmee ook een forse kostendaling (70 procent) bereikt zou kunnen worden.