Hiermee besparen installateurs enorm veel engineeringstijd

08.09.2022 Simone Tresoor

Hiermee besparen installateurs enorm veel engineeringstijd

“Grote en middelgrote installatiebedrijven gaan steeds meer prefabben. Zeker nu, in tijden van personeelstekorten, kunnen zij hun schaarse engineeringscapaciteit efficiënt inzetten met gebruik van de Rensa Revit Add-in”, vertelt Patrick Jansen, hoofd kennis en innovatie bij Rensa Family.

Steeds vaker worden Revit-modellen gebruikt voor het ontwerpen van installaties. Daarbij wordt het model steeds meer gebruikt bij het voorbereiden van prefab. Het is vaak nog veel werk om vanuit het model een materiaallijst en werktekening te maken. Maar dat is niet meer nodig met de Revit Add-inn van Rensa. Hiermee kan men direct vanuit een Revit-model een materiaallijst genereren. Dat scheelt enorm veel tijd in engineering.

Clash controls
Snel en eenvoudig een betrouwbare materiaallijst maken in een 3D BIM-ontwerptekening, die direct gebruikt kan worden voor een bestelling. Rensa ontwikkelde innovatieve software die binnen tekensoftware Revit artikelen in 3D-ontwerpen identificeert én koppelt aan een bestelbaar artikelnummer.

In de branche is voor bouwprojecten steeds meer vraag naar Building Information Modelling (BIM), 3D-tekenmodellen van projecten die zijn gemaakt met tekensoftware zoals Revit. Want zo kunnen  meerdere disciplines, al vroeg in een bouwproject tegelijk in één ontwerptekening werken en daarmee ook direct samen problemen vinden én oplossen. Revit wordt vooral gebruikt door architecten, bouwkundigen en installateurs om ‘clash controls’ te kunnen zien, dat zijn technische knooppunten.

Nu nog vaak een tijdrovend proces
In het maken van de tekenmodellen gaat veel tijd zitten. “Nu gebeurt het in bijna alle gevallen nog dat eerst een 3D-model gemaakt wordt, maar voor de inkoop van artikelen voor de bouw vervolgens een plat model geprint wordt. Hierna wordt de tekening ‘handmatig’ bekeken om te zien welke materialen er nodig zijn. Dat is een tijdrovend proces en bovendien worden met die werkwijze artikelen niet automatisch herkend. Want, van welk merk en type is dat bochtje in de tekening”, zegt Jansen.

Er wordt in de Add-inn gekeken naar de GTIN-code in de tekening zelf, maar er worden ook afmetingen, fabrikanten en types vergeleken. Daarbij worden ook databases van fabrikanten en datadistributeur 2BA doorzocht.

Materiaallijst
Wanneer een object geen match opgeleverd heeft, wordt dat ook vermeld. Bovendien is direct de plek van het ‘onherkenbare’ artikel zichtbaar in de ontwerptekening, zodat de tekenaar zelf de gegevens kan aanvullen als die beschikbaar zijn.

Vervolgens maakt de plugin van alle herkende artikelen een materiaallijst met artikelcodes (GTIN, GLN en artikelnummer), waarop zichtbaar is of het artikel bij Rensa te bestellen is. Ook artikelen die wel herkend, maar niet bij Rensa te bestellen zijn, worden getoond. De materiaallijst kan vervolgens in de Rensa webshop of het ERP-systeem van de installateur worden geladen voor calculatie, planning of om een bestelling te plaatsen. Ook kan de lijst worden geëxporteerd naar Excel.

Faalkosten dalen aanzienlijk
Het is natuurlijk wel van belang dat het 3D-model volledig is, want wat er niet in staat kan ook niet herkend worden. Dus in eerste instantie kost het meer energie om het model goed te krijgen. Jansen: “Stel dat je een ventilatiekanaal in een mof plaatst, maar door een verkeerd model komt de mof er tegenaan in plaats van er in, dan los je dat bij traditionele bouw wel op. Maar als een bedrijf wil prefabben en je ventilatiekanaal is twee centimeter te kort, dan past het gewoon niet.”

Hij vervolgt: “Het geheel heeft natuurlijk te maken met procesverandering binnen een bedrijf. Engineering komt steeds meer bij de werkvoorbereider te liggen. Wij begrijpen heel goed dat men ertegen opziet dat er moet worden geïnvesteerd in tijd, maar op termijn gaat het heel veel opleveren. Deze tool kan daarbij helpen. De bedrijven die er nu al gebruik van maken in de werkvoorbereiding zijn vooral te spreken over de mindering in faalkosten. Als er een wijziging in het 3D-model is, dan loopt dat overal door. Bij de traditionele werkwijze komen wijzigingen vaak niet door, met extra faalkosten als gevolg.”    

Grote tijdswinst voor prefab
Het grote voordeel van de plugin voor de installateur is dat er veel tijd kan worden bespaard op het maken van een betrouwbare materiaallijst op basis van het BIM-model. Een ander groot voordeel is dat er zaken eenvoudig kunnen worden geprefabriceerd en dat scheelt veel tijd tijdens de bouw.

“Wij verwachten dat de grote- en middelgrote installateursbedrijven op termijn 1 à 2 fte per jaar aan engineering kunnen besparen door de tijdwinst die door de Rensa-software te gebruiken behaald wordt. En voor bedrijven die hierdoor over kunnen stappen op geprefabriceerde artikelen wordt die winst nog vele malen groter”, zegt Jansen.