Hoe kun je piekbelasting hoogbouw voorkomen met vraag en aanbod?

02.07.2021 Simone Tresoor

Hoe kun je piekbelasting hoogbouw voorkomen met vraag en aanbod?

In de komende jaren vindt er een enorme verdichtingsopgave plaats door het bouwen van hoge woontorens in bestaande gebieden. Een WKO met warmtepomp is veelal de gekozen oplossing voor duurzame warmte en koude-levering. Dit brengt een hoog benodigd piekvermogen met zich mee en extra druk op het elektriciteitsnet. Is dit om te zetten in een kans?

Heel veel gemeenten zijn druk doende de energietransitie binnen hun gemeente om te zetten naar daden. Ze hebben uiteraard een opdracht meegekregen van rijkswege en zijn druk doende daar handen en voeten aan te geven. De praktijk wijst echter uit dat je daar best wel wat expertise voor in huis moet hebben.

Hoge woontorens bieden kansen
Naast het maken van een plan voor bestaande woonwijken is er een enorme opgave tot het bouwen van nieuwe woningen om de woningnood tegen te gaan. Hoge woontorens worden vaak gezien als een grote kans: veel appartementen voor veel woningzoekenden. Maar die woontorens moeten dan natuurlijk wel meteen worden aangesloten op een duurzame warmte- en koude bron.

Hoe kunnen ontwikkelaars worden verleid tot smart grid toepassingen? Hoe kunnen gemeenten worden ontlast bij deze monsterklus? En hoe hoor je de bewoners van een wijk aan? Inge Albregtse vertelt tijdens een kennissessie van Smart Energy NL over de coöperatie De Warmteregisseurs. Albregtse werkt haar hele carrière in de energiesector als projectleider en kwartiermaker.  

Bewonerscomfort blijft altijd eerste prioriteit
Zo was zij in de Haagse wijk Ypenburg betrokken bij het verwarmen van het appartementencomplex Couperus. Alle 288 woningen hebben een warmtepomp die aangestuurd wordt door de PowerMatcher. Dit softwaresysteem stemt vraag en aanbod van elektriciteit optimaal op elkaar af, waardoor piekbelasting in het netwerk en onbalans in het systeem worden gereduceerd. Hierdoor is het systeem meer in evenwicht en zijn in de toekomst minder netwerkverzwaringen nodig.

“Het experiment vond achter de schermen plaats, zonder betrokkenheid van de bewoners. Aan de warmtepomp en -buffer in hun meterkast hoefden zij niets te doen”, vertelt Albregtse. “We onderzochten hoeveel flexibiliteit je kunt creëren zonder in te grijpen in het gedrag en met behoud van het comfort van de bewoners. Bewonerscomfort blijft altijd eerste prioriteit. We hanteren daarbij een bandbreedte van ongeveer 0,8 graden. Dit houdt in: wil een bewoner dat het 19,0 graden is, dan komt de warmtepomp in actie als de temperatuur onder de 18,6 of boven 19,4 graden komt.”

Inschakelen warmtepomp kan 6 tot 8 uur worden uitgesteld
“Uit onze resultaten blijkt dat we het inschakelen van de warmtepomp hierdoor 6 tot 8 uur kunnen uitstellen. Voor zowel netbeheerders als energieleveranciers is die speling heel waardevol", legt Albregtse uit. “Netbeheerders willen piekbelasting zoveel mogelijk verminderen om te voorkomen dat ze het net extra moeten verzwaren.

"Boilers laden nu bijvoorbeeld op met nachtstroom, waardoor we ‘s avonds te maken hebben met een piek. In plaats van alle warmtepompen om 22 uur in te schakelen, kan de PowerMatcher de capaciteit verdelen tussen 23:00 en 07:00 uur ’s nachts. Dit biedt ook voor energieleveranciers mogelijkheden, die door de groei van decentrale opwek last hebben van onbalans tussen energievraag en -aanbod.

"Bij weinig aanbod van bijvoorbeeld zonne-energie kan de PowerMatcher de bandbreedte benutten om de warmtepomp later in te schakelen. En omgekeerd: bij veel aanbod eerder. Voor energieleveranciers is dat heel waardevol.”