PAW: ‘Betaalbaarheid van de transitie blijft een aandachtspunt’

08.06.2022 Jan de Wit

PAW: ‘Betaalbaarheid van de transitie blijft een aandachtspunt’
©Energiek Nagele

Binnen het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) zijn 56 gemeenten aan de slag met 64 proeftuinen om te leren hoe de wijkgerichte aanpak kan worden ingericht en opgeschaald. In een brief aan de Tweede Kamer rapporteert Hugo de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, over de voortgang en de knelpunten van de proeftuingemeenten. De warmtetransitie betaalbaar houden voor iedereen blijft lastig.

Bijna de helft van de proeftuinen is inmiddels in de uitvoeringsfase. Het aantal aardgasvrij gemaakte woningen is gestegen van 642 1.197 medio 2021 naar 1.805 woningen en 8 utiliteitsgebouwen in mei van dit jaar. Daarnaast zijn er nu 500 woningen en 13 utiliteitsgebouwen klaar om over te stappen op aardgasvrije alternatieven.

Afgelopen maart is de derde ronde proeftuinen bekend gemaakt. Uit de evaluatie blijkt dat de betrokken partijen tevreden zijn over het aanvraagproces en de selectie. Genoemde verbeterpunten zijn de grote hoeveelheid informatie die gemeenten moeten aanleveren voor een aanvraag, een gedetailleerder inzicht in de beoordeling van de aanvraag en de vergelijking met aanvragen van andere gemeenten.

Uiteindelijk zullen naar verwachting zo’n 51.000 woningen in het kader van het programma aardgasvrij worden gemaakt of voorbereid. De planvormingsfase blijkt vrijwel overal meer tijd te kosten dan verwacht. Een belangrijk doel van het PAW is het systematisch ophalen van gesignaleerde knelpunten in de proeftuinen, het agenderen en waar mogelijk bijdragen aan het oplossen daarvan.

Verbeterpunten op isolatie en warmtenetten
“De proeftuingemeenten geven aan dat de betaalbaarheid van de transitie een aandachtspunt blijft om iedereen in de wijk mee te krijgen. Verduurzamen is door de sterk gestegen energieprijzen extra noodzakelijk, ook om de weerbaarheid van huishoudens (en bedrijven in de wijk) tegen toekomstige prijsfluctuaties te vergroten”, zo schrijft minister De Jonge.

Daarvoor worden de subsidies uit het Nationaal Isolatieprogramma voor isolatie aantrekkelijker, laagdrempeliger, breder toegankelijk en zijn de bedragen verhoogd. Voor het uitvoeren van de lokale aanpak krijgen gemeenten middelen om huishoudens extra te ondersteunen. Vanaf 2023 kunnen gemeenten ieder jaar plannen indienen voor aanvullende middelen.

Vanuit het Warmtefonds kunnen overige investering worden gefinancierd. Voor huishoudens in de wijkaanpak en zonder leenruimte biedt het Warmtefonds een lening naar draagkracht en zonder risico op restschuld.

“Ook werken we aan de betaalbaarheid van warmtenetten. Uit de proeftuinen is gebleken dat er behoefte is aan ondersteuning voor woningeigenaren die gebruik maken van een warmtenet voor de verwarming van de woning maar nog wel koken op gas”, aldus De Jonge.

“Deze situatie leidt tot hoge maatschappelijk kosten, aangezien er twee infrastructuren in stand gehouden moeten worden. Daarom zal het vanaf 1 januari 2023 mogelijk zijn voor eigenaar-bewoners die zijn aangesloten op een warmtenet maar nog koken op gas, om vanuit de ISDE-subsidie aan te vragen om over te gaan op elektrisch koken.”

Bij de ontwikkeling en uitbreiding van warmtenetten hebben de proeftuingemeenten behoefte om te kunnen sturen op de borging van het publieke belang: zoals de tariefstelling, de verduurzaming van de warmtebronnen en het openstellen van het warmtenet voor derden. Met het wetsvoorstel voor de Wet collectieve warmtevoorziening wordt hier invulling aan gegeven. Ook wordt hierin geregeld dat de tarieven worden losgekoppeld van de gasprijs.

Gemeenten houden vast aan regiewens
Met de Vereniging Nederlandse Gemeenten werkt minister De Jonge nog aan een Handreiking uitwerking betaalbaarheid. Hiermee worden gemeenten ondersteund in het communiceren over en het vormgeven van een betaalbaar aanbod in de wijkgerichte aanpak.

“Ook blijkt dat voldoende capaciteit en expertise bij gemeenten essentieel is om de wijkgerichte aanpak te kunnen uitvoeren. Het verduurzamen van een wijk is een arbeidsintensief proces waarbij zij bewoners en gebouweigenaren stap voor stap meenemen. In het coalitieakkoord zijn daarom langjarig middelen vrijgemaakt om gemeenten te ondersteunen bij de uitvoering.”

De proeftuingemeenten ervaren ook dat woningcorporaties niet altijd de financiële mogelijkheden hebben om te kunnen investeren in verduurzaming van de woningvoorraad. In het coalitieakkoord is de financiële slagkracht bij woningcorporaties vergroot, onder andere door de verhuurderheffing per 2023 af te schaffen.

De proeftuingemeenten geven ten slotte aan dat een aanwijsbevoegdheid essentieel is om hoge maatschappelijke kosten te voorkomen voor het in stand houden van het gasnet voor enkele bewoners in de wijk. Gemeenten kunnen met een aanwijsbevoegdheid aanwijzen welke wijk of buurt wanneer van het aardgas af gaat.

Lees ook: ‘Warmtewet 2 kan nog wel een jaar op zich laten wachten’

“Met de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) beogen we hierin te voorzien. Gemeenten moeten voldoende toegerust worden om de wijkaanpak te kunnen uitvoeren en passende wettelijke bevoegdheden horen daarbij”, stelt De Jonge. Eerder bleek dit een groot knelpunt, omdat dit volgens de landsadvocaat in strijd met het Europees recht is.