Raad van State: ‘Porthos mag geen gebruik maken van de bouwvrijstelling’

02.11.2022 Jan de Wit

Raad van State: ‘Porthos mag geen gebruik maken van de bouwvrijstelling’

De bouwvrijstelling stikstof voldoet niet aan het Europese natuurbeschermingsrecht, dat heeft de Raad van State besloten. Dit betekent niet alleen dat het Porthos-project voor CO2-opslag stil komt te liggen, maar ook dat de bouwvrijstelling landelijk van tafel is. Netbeheer Nederland en de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) waarschuwen voor oplopende vergunningstrajecten van energie-infrastructuur projecten.

Het Porthos-project maakt de opslag mogelijk van CO2 uit het Rotterdamse havengebied in lege gasvelden onder de Noordzee. Voor het project is gebruikgemaakt van de bouwvrijstelling. Met het vervallen van de bouwvrijstelling zal het project vertraging oplopen, maar is het niet van de baan. Er zal een individuele beoordeling van de stikstofgevolgen moeten worden gemaakt.

“Die is er al, maar dat onderzoek is te laat in deze procedure ingediend”, zo meldt de Raad van State. “Daarom heeft de Afdeling bestuursrechtspraak nu eerst een tussenuitspraak gedaan en de bezwaarmaker zes weken de tijd gegeven om alsnog op het onderzoek te reageren.” Een einduitspraak volgt later.

CCS-projecten (carbon capture and storage) zijn bedoeld om CO2 op te slaan. Porthos, een joint venture van EBN, Gasunie en Havenbedrijf Rotterdam wil CO2 opslaan in een leeg gasveld, 20 kilometer uit de kust. Vanaf 2024 willen Air Liquide, Air Products, ExxonMobil en Shell er jaarlijks 2,5 megaton CO2 opslaan op een diepte van 3 tot 4 kilometer onder de Noordzeebodem. De overheid reserveerde hier al 2,1 miljard euro uit de SDE++ voor.

Lees ook: Nederland gaat miljarden betalen om industriële CO2 te begraven

Er móét een structurele oplossing worden gevonden
De bouwvrijstelling was bedoeld zodat bij de vergunningverlening voor een project geen rekening hoefde te worden gehouden met de stikstofuitstoot van bepaalde bouwactiviteiten. Het werd hierdoor eenvoudiger om vergunningen te verlenen voor bouw- en infrastructurele projecten. Dit geldt ook voor aansluitingen van zonne- en windparken op land.

Zoals eigenlijk al werd verwacht heeft de Raad van State uitgesproken dat deze bouwactiviteiten meegenomen moeten worden en dat de bouwvrijstelling daarmee in strijd is met het Europese natuurbeschermingsrecht.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zegt “zich bewust” te zijn van de gevolgen voor maatschappelijke opgaven zoals de woningbouwopgave en de energietransitie. Daarom heeft de Raad nog overwogen om het Europese Hof van Justitie definitief uitspraak te laten doen. Dit zou echter nog langere onzekerheid met zich meebrengen en de kans op een andere uitspraak was niet groot.

Totdat de einduitspraak er is, mag bouwvrijstelling niet mag worden gebruikt en mogen projecten alleen doorgaan als het vanwege “groot openbaar belang” expliciet toestemming wordt gegeven bij een gebrek aan alternatieven en dat de natuurschade gecompenseerd wordt.

“Om klimaatverandering tegen te gaan is snel meer CO2-verminderen cruciaal. Duurzame energieprojecten leiden bovendien veelal tot lagere structurele stikstofemissies. Het kabinet moet het probleem in de bouwfase van deze projecten daarom snel aanpakken. Dat helpt het stikstofprobleem op te lossen en voorkomt onzekerheid en vertraging in de energietransitie”, stelt NVDE-voorzitter Olof van der Gaag.

Ook Netbeheer Nederland hamert op het belang van snelle actie en wijst op de mogelijkheden van een versnelde uitvoering van het Europese REPowerEU-plan. “REPowerEU richt zich op energiebesparingen, diversificatie van de energievoorziening en versnelde uitrol van hernieuwbare energie ter vervanging van fossiele brandstoffen in woningen, industrie en elektriciteitsopwekking”, schrijven de netbeheerders.

“Een mogelijke tweede oplossing is een generieke regeling voor projecten rondom de uitbreiding van het elektriciteitsnet die alleen in de bouwfase een beperkte stikstofdepositie hebben. Deze projecten dragen sowieso al bij aan een permanente reductie van CO2-uitstoot.”