Het Rijksmuseum gaat omliggende gebouwen verwarmen met restwarmte. In het hoofdgebouw bevindt zich reeds een warmte-koudeopslag (wko). Deze wordt gekoppeld aan onder meer het nabijgelegen restauratieatelier, zodat de restwarmte uit de wko-installatie deze ruimtes op temperatuur kan houden.

Middels deze opstelling kunnen ook onderzoekslaboratoria en enkele kantoren die bij het museum horen worden verwarmd. De wko, die al bijna 10 jaar in gebruik is, verwarmt momenteel vijf delen van het Rijksmuseum.

Bezoekers brengen warmte

Gerrit Engberts, projectleider Techniek bij het Rijksmuseum: “Door stevig toegenomen bezoekersaantallen ontstond in de loop der jaren een warmte-overschot. In samenwerking met Kuijpers (red. technisch dienstverlener) besloten we te onderzoeken of we daar een duurzame bestemming aan konden geven. Dat leidde tot het idee de warmte te gebruiken voor de verwarming van het Ateliergebouw met restauratieateliers en onderzoekslaboratoria.”

Van het gas af

Ramon Dekker, energieconsultant bij Kuijpers: “Het is mooi om te zien hoe een langdurige samenwerking en open gesprekken met het Rijksmuseum tot steeds duurzamere oplossingen kunnen leiden. De originele installatie van 2012 was al duurzaam en na de optimalisatie zal deze nog beter zijn. Zodra wij de koppeling hebben gerealiseerd, kan voor deze gebouwen de gaskraan dicht.”

's Zomers koelen

Als er meer warmte onttrokken wordt uit het systeem levert dat ook meer koelingsmogelijkheden op. Het afgekoelde water keert terug naar de bron en kan worden opgepompt als er behoefte is aan koeling.

Naar verwachting zal er in de zomer van 2021 al kunnen worden gekoeld met de installatie. Een paar maanden later volgt dan de mogelijkheid om duurzaam te kunnen verwarmen.