Vanaf 2025 gaat Nederland 1,8 miljard euro per jaar geven aan ontwikkelingslanden om zich te wapenen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Beoogd doel is om hun vertrouwen te herwinnen. Hoewel de steun verhoogd wordt, zijn wetenschappers en NGO’s kritisch op de plannen van het kabinet.

Daar waar de jaarlijkse financiële steun in 2021 nog 1,25 miljard euro bedroeg, zal dit bedrag tot en met 2025 opgehoord worden tot 1,8 miljard euro op jaarbasis. Een verdubbeling van de uitgaven aan internationale klimaatadaptatie en de bescherming van tropische regenwouden zijn hierbij inbegrepen.

Deze plannen zijn gepresenteerd door Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie, en Liesje Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. De aankondiging vond een maand voor de aankomende klimaattop, die in november in Egypte zal plaatsvinden, plaats.

Al jaren beloven rijke landen jaarlijks gezamenlijk 100 miljard euro te spenderen aan klimaatsteun voor ontwikkelingslanden. Met de plannen zegt het kabinet in 2025 te voldoen aan zijn ‘fair share’, aangezien Nederland wat betreft het bruto binnenlands product 2 procent van de rijke landen uitmaakt.

Kritiek van experts
Hoewel het feit dat de aangekondigde plannen voor het eerst één overkoepelende strategie behelzen volgens experts goed nieuws is, zijn zij tegelijkertijd kritisch. Zo wordt volgens hen de historische uitstoot van Nederland onvoldoende meegerekend in de financiële steun.

Verder blijkt uit de strategie dat slechts de helft van de 1,8 miljard euro overheidssteun is. De andere helft bestaat uit private investeringen – iets wat volgens experts niet in de geest is van de oorspronkelijke afspraken. Van deze 900 miljoen euro privaat geld – een getal dat overigens op schattingen berust – is onduidelijk hoeveel exact naar bescherming tegen klimaatverandering gaat.

Een ander kritiekpunt is het ontbreken van donaties voor losses and damages – kosten die met de reeds plaatsgevonden verwoesting van infrastructuur door klimaatrampen in ontwikkelingslanden gepaard gaan.