‘De warmtetransitie gaat nog te veel over gas’

19.01.2022 Jan de Wit

‘De warmtetransitie gaat nog te veel over gas’
©Stulz

Onlangs organiseerde branchevereniging Bodemenergie Nederland de online themamiddag Energietransitie: denken in de breedte én diepte waarin verschillende sprekers de potentie van bodemenergie verder uitdiepten. Rard Rijcken, voormalig CGO (Chief Growth Officer) van Eteck, deed dit in zijn seminar Kansen en potentie van collectieve lagetemperatuur-systemen met WKO’s voor thermische opslag, do’s en don’ts.

“De uitdaging is helder”, stelt Rijcken. “Nederland moet van het gas af en dat is een enorme uitdaging. Toch wordt de noodzaak om te verduurzamen nog niet breed gezien. Laat staan begrepen.”

Hij haalt er een heel alledaags voorbeeld bij waar duidelijk uit blijkt dat dit de consument lang niet altijd valt aan te rekenen. “Als ik ‘van het gas af’ google, dan krijg ik alleen maar cv-ketels te zien en wat dat dan kost.”

Lees ook: Hoe kan bodemenergie dominant worden in de ruimtelijke ordening?

Maar de energie- en warmtetransitie is zoveel meer dan dat, stelt hij terecht. “De particuliere klant weet dus ook helemaal niet wat er qua techniek allemaal te krijgen is en zijn mensen helemaal niet bezig met de mogelijkheden van bodemenergie. Ook al is de urgentie van verduurzamen heel helder.”

Om die consument toch mee te krijgen in het verhaal van de transities moet hij worden gevoed met “duidelijke en correcte informatie”. Volgens Rijcken gebeurt dat nog onvoldoende. “De consument is niet genoeg op de hoogte, maar is wel degene die de transities moet gaan realiseren. Consumenten moeten dus veel beter gaan worden voorgelicht. De warmtetransitie overkomt de eindgebruiker, die voelt daarom geen voordeel of risico.”

De warmtetransitie is elektrisch
Rijcken wijst erop dat het effectiever is wanneer stakeholders samenwerken voor hun verhaal richting de consument. “Zorg samen voor een goed verhaal, een aantrekkelijke rekening, een simpele, betrouwbare en bekende techniek met draagvlak, en zet hernieuwbare bronnen daarbij maximaal in, maar binnen de realistische mogelijkheden.”

Dat klinkt zo eenvoudig, maar volgens hem zijn de spelers in de warmtesector er nog niet erg aan gewend om samen te werken. “Technieken moeten niet alleen optrekken, want in veel gevallen is een mix van technieken juist de beste oplossing. De restwarmte van een techniek kan bijvoorbeeld worden hergebruikt met een andere techniek.”

Daarbij moet de algemene en gedeelde focus eveneens verschuiven. “Warmte gaat nog te veel over gas, die discussie moet naar elektriciteit. Daar zit de opgave, want netcongestie gaat ook de warmtetransitie steeds meer beïnvloeden.”

‘Er is verleiding én gepaste dwang nodig’
Het aantal huishoudens dat is aangesloten op een warmtenet zal de komende jaren enorm hard moeten stijgen. Van 450.00 in 2021 naar 1,3 miljoen woningen in 2030. “Dat zijn er ruim 800.000 in acht jaar, dat is heel erg veel in heel weinig tijd”, ziet ook Rijcken.

“Vervolgens moeten we het wel gewoon doen, maar dan wel als onderdeel van het grotere spel. Met verleiding vanuit de warmtesector én gepaste dwang van de overheid.”

Volgens hem zijn een verplichting tot inzet van lage temperatuur warmte in de nieuwbouw en een aansluitplicht voor de bestaande bouw goede voorbeelden hoe de overheid de consument zachte dwang richting warmteoplossingen te sturen.

Tegelijk bieden al die huishoudens die moeten worden aangesloten op warmteoplossingen natuurlijk enorme kansen voor de warmtesector. Die moeten verleidt worden stelt Rijcken. “De oplossingen zullen wederom in de trias energetica moeten worden gezocht. Hierbij geldt dat deze ook verschuift. Niet alleen moet een bron duurzaam zijn, maar ook lokaal.”

Voor het betaalbaarheidsaspect moet de warmtesector volgens hem aansturen op een gezond rendement aan de ene kant en een duurzame ambitie aan de andere kant. “Oplossingen dienen betaalbaar te blijven door concurrentie op duurzaamheid en kwaliteit.”