‘Geothermie moet zijn zaak beter uitleggen’

01.09.2021 Jan de Wit

‘Geothermie moet zijn zaak beter uitleggen’

Voor de zomerperiode ontstond er nogal wat onrust over de risico’s van geothermie naar aanleiding van een rapport van de Algemene Rekenkamer. Conclusie: de overheid moet drinkwater beter beschermen bij het boren naar aardwarmte. Opeens verscheen de vraag in de media of geothermie wel veilig was. Onterecht vindt Hans Bolscher, voorzitter van het bestuur van Geothermie Nederland, want daar ging het rapport helemaal niet over.

Brancheorganisatie Geothermie Nederland is in januari 2021 ontstaan door het samengaan van Platform Geothermie en DAGO. Volgens Hans Bolscher, voorzitter sinds 1 april, voorkomt de fusie veel dubbel werk. Gezamenlijk lobbyt de vereniging voor passende wet- en regelgeving, een gunstig investeringsklimaat, goede inpassing van de duurzame energiebron in warmtenetten en werkt men binnen de sector aan een vraag gestuurde kennis- en innovatieagenda.

Laten we gelijk de koe bij de horens vatten, hoe veilig is geothermie?
“Boren naar een geothermiebron gebeurt onder dezelfde strenge voorwaarden als een olie- of gasboring, waarvan er in Nederland op land alleen al zo’n 4.000 boringen dieper dan 1.000 meter zijn uitgevoerd. Geothermie valt namelijk onder de Mijnbouwwet en daarmee onder streng toezicht van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM).

Dus voordat überhaupt een geothermievergunning wordt afgegeven moet je als aardwarmte-operator aantonen hoe je voldoet aan alle gestelde eisen. En die zijn niet mals. Het rapport van de Algemene Rekenkamer over een betere bescherming van drinkwatergebieden gaat vooral in op het eventuele gevaar voor de gereserveerde drinkwater gebieden. In de afgelopen tien jaar is op geen enkele plaats in Nederland sprake geweest van drinkwatervervuiling.

Het rapport van de Algemene Rekenkamer concludeerde juist dat niet de techniek, maar de nationale wetgeving beter op orde moet om geothermie en drinkwater naast elkaar te laten functioneren, iets wat nu vooral op lokaal niveau al goed geregeld wordt.”

Hoe kan het dan dat veel mensen zo’n ander beeld hebben van geothermie?
“Dat komt voornamelijk omdat de geothermietechniek voor veel mensen nieuw is en omdat het om boringen in de diepe ondergrond gaat. Door de grootschalige gaswinning in Groningen is veel aandacht voor seismische activiteit gekomen. Alleen geothermieprojecten zijn totaal anders dan gaswinningen.

Je haalt met de winning van aardwarmte niets uit de grond maar pompt heet water op, oogst de warmte en injecteert het afgekoelde water weer terug in dezelfde grondlaag. Daardoor kunnen bodemverzakkingen zich niet voordoen. Door grondig onderzoek vooraf en continue monitoring zijn alle risico’s geminimaliseerd en gecontroleerd.”

Als de gepercipieerde en de daadwerkelijke risico’s zo erg uit elkaar lopen, heeft de techniek en de sector dan met een imagoprobleem te maken?
“Ik denk dat het gaat om de onbekendheid van deze techniek. Veel ambtenaren binnen gemeenten en provincies staan voor grote opgaven om uit te zoeken wat voor hun regio de beste oplossing is. Dan is, zowel voor de ambtenaren als voor de bewoners, geothermie vaak onbekend en is er meer toelichting nodig. Er komt kennis van de ondergrond en van verschillende technieken bij kijken. draagvlak moeten we verdienen met actieve participatie en communicatie.”

Hoe groot zou het aandeel van geothermie moeten worden in de energiemix?
“In potentie kan ongeveer in 25 procent van de totale warmtevraag in de gebouwde omgeving worden voorzien door geothermie als onderdeel van een collectief warmtesysteem. Dat is de stip op de horizon. Op de langere termijn tot 2050 zijn we ook afhankelijk van hoe andere technieken zich ontwikkelen en wat hun potentiële aandeel in de warmtevraag is.

We zien daarnaast ook mogelijkheden voor het opschalen en versnellen van de aardwarmtebronnen in de glastuinbouw, waar het ooit allemaal begonnen is. Geothermie vult daar nu 18 procent van de warmtevraag in. Voor de opschaling van glastuinbouw en de gebouwde omgeving staan er een twintigtal projecten klaar die zo uitgerold kunnen worden. Daarnaast zitten er nog een twintigtal in de pijplijn en het aantal projecten met grote potentie schatten we zo rond de zestig tot tachtig richting 2030.

Ten slotte gaan we in kaart brengen hoe geothermie ook in de industrie toegepast kan worden. In die delen van de industrie waar de temperatuur niet heel hoog hoeft te zijn, kan geothermie een mooie bron zijn. Bovendien kan aardwarmte aan de grote, continue vraag voldoen omdat het hele jaar rond dezelfde temperatuur geboden kan worden.”

Geothermie werd niet opgenomen in de laatste SDE++-ronde, hoe reëel is een aandeel van 25 procent van de warmtevraag?
“Dat is jammer en niet in lijn met alle ambities die de overheid gesteld heeft aan de versnelling van de warmtetransitie. Ook voor de overheid is de klimaatopgave groot en moeten er snel meters gemaakt worden.

Met ondergrondse CO2-opslag – die in de laatste SDE++-ronde veel subsidie kreeg – wordt er wel snel en veel CO2-reductie bereikt. Maar nog steeds geldt dat de warmtetransitie ook moet worden aangejaagd en daar moet het SDE++-instrument dus op worden aangepast. Aardwarmte is essentieel voor de warmtetransitie.”

Wat moet er verder nog gebeuren om geothermie versneld te ontwikkelen in Nederland?
“Allereerst moet het hele formatieproces afgerond worden, zodat het nieuwe kabinet een aantal belangrijke beslissingen voor de energietransitie kan nemen. Behalve dat een aparte categorie voor geothermie in een aangepaste SDE++-subsidieregeling opgenomen moet worden, is het voor onze leden ook van groot belang dat het hele administratieve proces sneller en beter wordt geregeld.

Het op tijd verkrijgen van de juiste vergunningen en het toegekend krijgen van passende subsidies is momenteel te vaak een echte showstopper. Voor je kunt beginnen met boren en warmte winnen moet je eerst alle vereiste vergunningen aanvragen én verkrijgen.

Zowel het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de provincie laten zich hierbij adviseren door diverse (ondergrond)specialisten zoals SodM, TNO AGE, de Mijnraad, Waterschappen, enzovoorts.

Dit hele proces duurt vaak zo lang, soms zelfs tot zes jaar, dat onze leden daar flink last van hebben. Dat moet echt anders. Het hele traject zal sneller en beter gecoördineerd moeten worden wil er een versnelde uitrol van geothermie tot stand komen. Daarover zijn we in gesprek met het ministerie.”