13 procent groei hernieuwbare energie in 2021

05.01.2022 Simone Tresoor

13 procent groei hernieuwbare energie in 2021

De productie van hernieuwbare energie groeide het afgelopen jaar met 13 procent. Wind op zee was met ruim 30 procent de grootste groeier. Zonne-energie kwam met 25 procent op de tweede plaats. De diverse bronnen biomassa kwamen met een plus van 17 procent op de derde plaats. Wind op land daalde iets. De groei aan opgesteld vermogen was onvoldoende om het gebrek aan wind ten opzichte van vorig jaar te compenseren. Van alle energie komt nu ruim 12,5 procent uit hernieuwbare bronnen. Dit blijkt uit de jaarcijfers van Energieopwek.nl.

De groei van hernieuwbaar versnelt waarbij zon en wind een steeds grotere bijdrage leveren. Zonne-energie stelde elf jaar terug niets voor. Nu is het een van de grootste hernieuwbare bronnen. Met het opgesteld vermogen zonne-energie per inwoner staat Nederland nu wereldwijd op de tweede plaats. Daarmee is ons land Duitsland voorbij en heeft alleen Australië meer zonvermogen per inwoner.

Ongeveer de helft van de mix bestaat uit biomassa
Dit jaar werden bij het anderhalf miljoenste huishouden zonnepanelen aangesloten. Nog zo’n een miljoen huiseigenaren overweegt panelen te kopen en bij huurwoningen is nog ruimte op meer dan een miljoen woningen. Het percentage bedrijfsdaken waar panelen liggen, steeg van 6,5 procent naar 12 procent. Ook daar is dus nog ruimte voor groei.

De totale hernieuwbare mix bestaat voor ongeveer de helft uit biomassa. Zon, wind en overige bronnen leverden in 2021 de andere helft van de hernieuwbare productie. Van het aandeel biomassa is bijna 25 procent biobrandstof dat wordt bijgemengd. Ongeveer 15 procent is hernieuwbare elektriciteit dankzij bijstoken in kolencentrales. Verder wordt biomassa thuis gebruikt (open haarden en pelletkachels), in warmtenetten en bij bedrijven. Dit is 35 procent van het totaal. Biogasinstallaties en afvalcentrales gebruiken zo’n 25 procent.

In 2030 moet 70 procent van de stroom hernieuwbaar zijn
In de cijfers is de weersafhankelijkheid goed terug te zien. Het jaar kenmerkte zich door hoge pieken en diepe dalen. De beste dag voor wind- en zonne-energie was 29 juli met ruim 177 gigawattuur. Goed voor bijna 60 procent van het totale Nederlandse stroomgebruik die dag. Het dieptepunt was twee weken terug op 17 december. Met de 5,7 gigawattuur die toen werd opwekt, kon minder dan 2 procent van de Nederlandse elektriciteitsvraag worden bediend.

Over een langere periode gekeken krijgt de productie van hernieuwbare stroom vaart. De papieren afspraken in akkoorden vertalen zich steeds meer in concrete productie. Met name de laatste twee jaar groeide de productie uit zon en wind steeds sneller. Dit jaar kwam ruim 33 procent van de stroom uit hernieuwbare bronnen. Vorig jaar was dat 26 procent. Het Klimaatakkoord streeft naar minimaal 70 procent hernieuwbare stroom in 2030. Zon en wind groeien veel sneller dan het gebruik van biomassa voor het opwekken van stroom.