Om niet op woningniveau, maar op gebiedsniveau ecologisch onderzoek uit te voeren wil het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzetten op een landelijke uitrol van gemeentelijke soortenmanagementplannen (SMP’s). Voor deze SMP’s stelt het kabinet 40 miljoen euro beschikbaar vanuit het Nationaal Isolatieprogramma. Uiteindelijk moeten isolatiewerkzaamheden hiermee sneller kunnen worden uitgevoerd zonder beschermde diersoorten in gevaar te brengen.

Het uitvoeren van ecologisch onderzoek voor alle woningen afzonderlijk kost erg veel tijd en geld, terwijl het juist belangrijk is om tempo te maken met het isoleren van huizen. Hoe sneller de slechte energielabels worden uitgefaseerd hoe sneller Nederland van het aardgas af kan.

Het ministerie wil ecologisch onderzoek daarom op gebiedsniveau doen met SMP’s. Hiervoor is ook samen met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Aedes, de isolatiesector, natuurorganisaties en andere belanghebbende partijen de Taskforce Natuurinclusief Isoleren opgericht.

Om SMP’s te kunnen opstellen voor locaties waar de komende jaren grootschalig geïsoleerd wordt, investeert het kabinet 40 miljoen euro vanuit het Nationaal Isolatieprogramma. Dit komt bovenop de 6,9 miljoen euro die alle provincies eind vorig jaar kregen voor de versnelling van natuurinclusief isoleren.

Lees ook: Zijn vleermuizen de slachtoffers van de verduurzaming?

Bij het isoleren van bestaande woningen of gebouwen dient rekening gehouden te worden met de aanwezigheid van beschermde diersoorten, zoals de huismus, gierzwaluw en vleermuizen. Een ecologisch onderzoek van tevoren is daarom verplicht, net als het nemen van maatregelen om de dieren te beschermen als zij er daadwerkelijk aanwezig zijn en het aanvragen van een ontheffing.