Een door Shell geleid project voor de bouw van een installatie voor winning en transport van vloeibaar aardgas in Canada ter waarde van 40 miljard Canadese dollar dreigt opnieuw vertraging op te lopen. Er is een geschil over wie de oplopende kosten moet dragen van een pijpleiding die de installatie moet bevoorraden.

TC Energy, de bouwer van de Coastal GasLink-pijplijn die de fabriek aan de kust van British Columbia zal voeden, waarschuwde dat "bepaalde belangrijke bouwactiviteiten" van de pijplijn kunnen worden opgeschort vanwege ruzie met de geldschieters van het project. De ruzies zouden over "de erkenning van bepaalde kosten en de gevolgen voor het tijdschema" gaan.

Hindernissen
TC Energy heeft niet gezegd hoeveel de kosten zijn gestegen. Begin 2020 werd het prijskaartje van de pijpleiding geschat op 6,6 miljard Canadese dollar.  De bouw van de fabriek, gefactureerd als de grootste private sectorinvestering in de geschiedenis van Canada, begon in 2018 na jaren van vertragingen als gevolg van hoge kosten en wettelijke hindernissen.

Het project, dat eigendom is van een consortium met Shell, Petroliam Nasional Bhd uit Maleisië, Mitsubishi Corp., PetroChina Co. en Korea Gas Corp., zal tot 14 miljoen ton aardgas per jaar naar energieconsumerende markten in Azië sturen. Hiervoor wordt het gas gekoeld tot een vloeistof zodat het in tankers kan worden geladen vanuit de haven Kitimat aan de Stille Oceaan.

Weerstand
Het plan om de gaspijpleiding van het noordoosten van B.C. naar de fabriek te bouwen, heeft te maken gehad met protesten en Covid-gerelateerde vertragingen die ervoor hebben gezorgd dat de kosten "aanzienlijk zijn gestegen", stelt TC Energy. TC Energy wil de extra kosten doorberekenen in de definitieve pijpleidingtol. Begin 2020 groeiden protesten van inheemse groepen langs het bouwtraject uit tot een Canada-brede protestbeweging die treinen blokkeerde om goederen en passagiers door het hele land te vervoeren.