Uit een onderzoek van TNO is gebleken dat 550.000 Nederlandse huishoudens in zogenoemde energiearmoede leven. Dit houdt in dat de huishoudens een hoge energierekening hebben naast een relatief laag inkomen. Vaak is dit onder meer het gevolg van slechte isolatie.

Er is ook gekeken naar op welke plekken de huishoudens zich bevinden. "In tegenstelling tot de verwachtingen zien we vooral energiearmoede buiten de Randstad: in het noorden, oosten en zuidoosten van het land en deels in Zeeland", stelt Peter Mulder, hoofdonderzoeker van TNO. "Daar heb je relatief veel mensen met een laag inkomen en huizen waar, bij wijze van spreken, de wind door de kamer waait."

Verduurzaming duur
De kwaliteit van de woning speelt een kritische rol bij het lokaliseren van de woningen. Er zijn volgens TNO twee groepen binnen het kader energiearmoede: huurders van slecht geïsoleerde huizen die hier geen invloed op kunnen uitoefenen omdat de verhuurder dat moet doen, en eigenaren van niet-zuinige huizen die het geld niet hebben om de verduurzamingsslag te maken.   

Transitie helpt
Het versnellen van de energietransitie is een manier om de energiearmoede te bestrijden, meent het TNO. "Door met een gericht beleid juist nu meer huizen te verduurzamen kunnen we voorkomen dat meer huishoudens in problemen raken en helpen we de energietransitie op gang", zegt Mulder.

Terwijl inkomensarmoede voor komt bij 15 procent van alle Nederlandse huishoudens, beslaat energiearmoede 7 procent. De twee hebben met elkaar te maken, maar gaan lang niet altijd met elkaar gepaard stelt het TNO. Mulder zegt dat energiearmoede geconcentreerder ligt. “In slechts vijf gemeenten en 7 procent van de wijken is meer dan 10 procent van de huishoudens energiearm. Dat maakt gericht beleid per gemeente of regio eenvoudiger."