Om warmtenetten met 100 procent fossielvrije warmte te kunnen gebruiken, is een grootschalige overgang naar middentemperatuur essentieel, dat betoogt Vattenfall in zijn whitepaper Samen verder verduurzamen naar 100% fossielvrije warmtenetten. In deze paper zet het bedrijf uiteen hoe het in 2040 volledig CO2-vrije warmte wil leveren.

Een wijk die de overstap maakt van gasgestookte cv-ketels naar een aansluiting op een warmtenet reduceert volgens Vattenfall de CO2-uitstoot direct met 38 tot 78 procent, afhankelijk van de centrale bron die de warmte levert.

Zo zijn er bronnen met een relatief hoge temperatuur, zoals geothermie, en bronnen met een lage temperatuur, zoals aquathermie en restwarmte van datacenters. Om lage temperaturenbronnen efficiënt in te zetten is een temperatuuroptimalisatie in de hele keten nodig. Van bron tot verwarmingsinstallatie.

Alles draait om de distributienetten en de woningeigenaren
Om een warmtenet met een lage temperatuur goed te laten functioneren zijn distributienetten met een middentemperatuur belangrijk. Deze hebben in de bestaande bouw een lagere aanvoertemperatuur – naar de woningen en gebouwen – én een lagere retourtemperatuur – vanaf de woningen en gebouwen – dan netten met een hoog temperatuurniveau. Het gaat hier om temperaturen van respectievelijk van 70 en 40 graden Celsius.

Om in de bestaande bouw efficiënt met een lage temperatuur te kunnen verwarmen is een bepaalde mate van isolatie eveneens noodzakelijk. Anders heeft de woning immers een bron met een hoge temperatuur nodig. En dat is ook de reden dat Vattenfall zich focust op temperatuuroptimalisatie in de hele keten.

Vattenfall hoopt daarom ook op de inzet van alle woningeigenaren, zowel woningcorporaties als particuliere eigenaren. Uiteindelijk bepalen zij of het Vattenfall lukt om voor 2040 genoeg klanten op bronnen met een lage temperatuur aan te sluiten.