CBS publiceert warmtepompcijfers over 2024: markt stagneert, maar vooruitzichten blijven positief
17.10.2025 Gijs de Koning

De warmtepompmarkt in Nederland kende in 2024 een lichte terugval, na jaren van groei. Dat blijkt uit de Monitor Warmtepompen 2025 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De cijfers tonen dat de verkoop van warmtepompen in vrijwel alle categorieën iets daalde, maar volgens onderzoekers is dat geen trendbreuk eerder een tijdelijke correctie na de sterke groei van de afgelopen jaren.
Warmtepompen spelen een belangrijke rol in het verduurzamen van woningen en gebouwen, zeker nu de opgave is om het aardgasgebruik drastisch te verminderen. In Nederland zijn er beleidsdoelstellingen geformuleerd: zo wil men in 2030 tot 1 miljoen (hybride) warmtepompen in bestaande woningen realiseren. De Monitor Warmtepompen 2025 analyseert vier belangrijke indicatoren: verkoop door fabrikanten en importeurs, installaties via de ISDE-subsidie, gebruik in de nieuwbouw en regionale woningkenmerken.
Volgens het CBS werden in 2024 393.000 warmtepompen verkocht, een daling ten opzichte van 2023, maar nog altijd hoger dan in de jaren daarvoor. De verdeling was als volgt:
- 268.000 lucht-luchtwarmtepompen
- 100.000 lucht-waterwarmtepompen (waarvan 46.000 hybride)
- 18.000 bodem- of waterwarmtepompen
- 7.000 warmtepompboilers
Vooral de bodem- en waterwarmtepompen (-35 procent) en warmtepompboilers (-34 procent) daalden in aantal. Lucht-waterwarmtepompen namen met 29 procent af, terwijl lucht-luchtmodellen vrijwel stabiel bleven (-3 procent).
Het CBS meldt ook dat de populariteit van de hybridewarmtepomp stijgt: hun aandeel in de verkoop van lucht-watermodellen steeg van 24 procent in 2022 naar 45 procent in 2024.
ISDE-subsidie blijft drijvende kracht
De Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE) blijft cruciaal voor de particuliere markt. In 2024 werden bijna 90.000 installaties gerealiseerd met ISDE-steun, een daling van 10 procent ten opzichte van 2023, maar nog altijd een hoog niveau.
Van deze installaties had 84 procent een vermogen kleiner dan 7 kilowatt, 60 procent betrof een hybride systeem. Het merendeel van de aanvragen kwam van particuliere woningeigenaren.
Nieuwbouw blijft warmtepompen omarmen
In de nieuwbouw is de warmtepomp inmiddels niet meer weg te denken. In 2024 werd 59 procent van de nieuwbouwwoningen uitgerust met een individuele warmtepomp, en nog eens 15 procent met een collectieve installatie.
Ook in de utiliteitsbouw groeit het aandeel gestaag door de strengere energieprestatienormen (BENG) en de afbouw van fossiele verwarmingssystemen.
Regionale verschillen blijven groot
Eind 2024 had 8,6 procent van alle Nederlandse woningen een grotendeels elektrische hoofdverwarming. In Groningen en Drenthe ligt dat aandeel met respectievelijk 10 en 9 procent het hoogst, terwijl Amsterdam met 4 procent duidelijk achterblijft. Ongeveer 57 procent van de elektrisch verwarmde woningen is volledig gasvrij.
DNE: markt herstelt in 2025
De vooruitzichten voor 2025 zijn positief. Volgens de prognoses van Dutch New Energy Research stijgt het in gebruik genomen vermogen aan warmtepompen dit jaar weer richting het niveau van 2023.
DNE schat dat de geïnstalleerde thermische capaciteit in 2025 tussen de 1.150 en 1.500 megawatt zal uitkomen, afhankelijk van het marktscenario. Vooral (hybride) lucht-waterwarmtepompen profiteren van gerichte marketingcampagnes en recente aanpassingen in de ISDE-regeling.
De onderzoekers waarschuwen wel dat het herstel kwetsbaar blijft zonder consistente beleidsstimulans. “Zonder duidelijke richting vanuit de overheid kan de groei opnieuw afvlakken”, aldus DNE Research.
Van groeistuip naar volwassen markt
Met de publicatie van de CBS-cijfers is duidelijk geworden dat 2024 geen trendbreuk vormde, maar een moment van marktstabilisatie. De sector ontwikkelt zich van een groeimarkt naar een professionele, volwassen industrie.
De cijfers van DNE onderstrepen dat het fundament stevig is: de warmtepomp blijft een van de pijlers van de Nederlandse energietransitie en 2025 markeert het begin van een nieuwe groeifase.