IEA: Fossiel én hernieuwbaar energiegebruik nemen komende jaren toe

14.11.2025 Evelien Schreurs

Alle energiebronnen, zowel hernieuwbaar als fossiel, nemen de komende jaren toe om aan de groeiende energievraag te voldoen. Hoe die groei, en vooral de verhouding tussen die twee, eruit zal zien, hangt af van welk beleid je meeneemt in de berekeningen. In geen van de IEA-scenario’s wordt wereldwijde opwarming beperkt tot 1,5 graad Celsius, zelfs niet in het Net Zero-scenario. Dat schrijft het internationaal energieagentschap (IEA) in haar jaarlijkse World Energy Outlook.

De World Energy Outlook 2025 wordt getypeerd door veranderingen in energiebeleid, energiemarkten, geopolitieke spanningen en toenemende bedreiging van de energiezekerheid. "Als we kijken naar de geschiedenis van de energiesector in de afgelopen decennia, is er geen ander moment geweest waarop spanningen rond energiezekerheid van toepassing waren op zoveel brandstoffen en technologieën tegelijk, een situatie die vraagt ​​om dezelfde geestdrift en focus die regeringen toonden toen ze het IEA oprichtten na de oliecrisis van 1973", aldus Fatih Birol, uitvoerend directeur van het IEA.

"Omdat energiezekerheid voor veel regeringen voorop staat, moeten ze in hun reacties rekening houden met de synergiën en afwegingen die kunnen ontstaan ​​met andere beleidsdoelen op het gebied van betaalbaarheid, toegang, concurrentievermogen en klimaatverandering.”

Waar energiezekerheid voorheen met name ging over brandstofvoorzieningen, gaat het nu ook over restricties op grondstoffen die essentieel zijn voor de energietransitie. Bijvoorbeeld voor batterijen, elektrische voertuigen en elektriciteitsnetten.

Veel landen besteden aandacht aan energiezekerheid en betaalbaarheid. Sommige landen doen dit door voldoende traditionele brandstoffen te importeren, anderen doen dat door in te zetten op hernieuwbare energiebronnen en efficiëntie.

Toename olie- en gasgebruik

Het IEA heeft een scenario gemaakt voor het huidige beleid, en een waarin het beleid dat nu is aangekondigd, wordt geïmplementeerd. In beide scenario’s is een groeiende energievraag te zien tot 2050. Al is die jaarlijkse toename bij het ‘huidige beleidsscenario groter (1,3 procent) dan die waarin aangekondigd beleid is opgenomen (1 procent).

Die energievraag neemt toe door groeiende vraag naar mobiliteit, verwarming, koeling, verlichting, en een toeloop op data- en AI-services. De toename is met name in India en Zuid-Oost Azië, maar ook in het Midden Oosten, Afrika en Latijns Amerika. De grootste toenemende energievraag komt echter nog steeds van China. Doordat de inkomens van mensen en de koudevraag toenemen, verwacht de IEA dat ook het gebruikt van airconditioners toe zal nemen.

In beide scenario’s nemen zowel het gebruik van olie, gas en kool, als hernieuwbare energiebronnen toe. Echter, in het scenario waarin het aangekondigde beleid is meegenomen, zal het gebruik van olie, kool en gas pieken rond 2030 en 2035, om daarna af te nemen. In het scenario waarin naar het huidige beleid wordt gekeken, kent alleen het gebruik van kool een piek om vervolgens af te nemen, maar blijven olie- en gasverbruik toenemen tot in ieder geval 2050.

In het scenario dat kijkt naar het huidige beleid, neemt het gebruik van olie en gas toe tot 2050 en start de afname van het gebruik van kool voor 2030. In het scenario waarin aangekondigd beleid wordt meegenomen, nemen het gebruik van kool en olie al eerder af, maar neemt gasverbruik ook nog na 2030 toe.

In beide scenario’s groeit het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, geleid door zonnestroom. “Het aandeel hernieuwbare energiebronnen in de elektriciteitsopwekking stijgt van een derde nu naar meer dan de helft in 2035 en twee derde in 2050, waarbij zonne- en windenergie de koplopers zijn, ondersteund door batterijen”, schrijft het IEA.

3 graden opwarming

Met het huidige beleid zal een opwarming van bijna 3 graden Celsius in het jaar 2100 bereikt worden. Met voorgenomen beleid ligt dat rond de 2,5 graden Celsius. Volgens het IEA is er minder momentum dan voorheen, om landelijke en internationale emissiereductiedoelen te behalen, maar nemen ondertussen de klimaatrisico’s toe.