Gisteren nam gemeente Rotterdam het besluit geen verbinding van het warmtenet van de haven naar Leiden te maken, ze vinden het financieel te risicovol, schrijven het FD en de NOS. Dit houdt vrijwel zeker in dat het Warmtebedrijf Rotterdam, in handen van de gemeente, failliet gaat.

Het Warmtebedrijf Rotterdam werd in 2006 opgericht om met de restwarmte uit de Rotterdamse haven woningen van warmte te voorzien. Er werd gerekend op het aansluiten van 300.000 tot 500.000 woningen, maar het werden er maar 60.000.

Miljoenentekorten zijn aangevuld door de gemeente
Om het bedrijf te redden wilde men een leiding naar Leiden trekken om daar de benodigde woningen aan te sluiten. Het contract met Vattenfall was zelfs al getekend, maar de aanleg kreeg te maken met tegenslag.

Lees ook: 103,5 miljoen voor warmteleiding Zuid-Holland

Het probleem was dat de warmteleiding naar Leiden er nog niet lag en ook nooit kwam, terwijl het Warmtebedrijf Rotterdam al wel verplichtingen had om warmte te leveren aan Vattenfall. De miljoenentekorten die daardoor ontstonden zijn de laatste jaren aangevuld door de gemeente Rotterdam.

Al twee jaar geleden oordeelde een onderzoekscommissie dat de gemeente teveel risico nam. Zij gaven aan dat stoppen met het warmtebedrijf een serieuze optie zou moeten zijn. Ambtenaren hadden onvoldoende grip op het Warmtebedrijf Rotterdam en risico’s werden keer op keer verkeerd ingeschat. Desalniettemin koos het stadsbestuur ervoor het bedrijf nog een kans te geven.

Europese Commissie gaat niet akkoord
Gasunie zou een warmteleiding richting Leiden aanleggen. Maar nu blijkt dat dit plan op losse schroeven staat en private partijen niet genoeg willen bijdragen. Hierdoor weigert ook de Europese Commissie, die ondersteuning van het Warmtebedrijf toetst op staatssteun, akkoord te gaan met de plannen voor het Warmtebedrijf Rotterdam.

Dit betekent naar alle waarschijnlijkheid een verlies van bijna 200 miljoen euro voor de gemeente en de nekslag voor het Warmtebedrijf Rotterdam. De gemeenteraad stemt volgende week over het voorstel.