Installateurs over enge klussen: "Ik moest enorm mijn best doen niet te gaan gillen"

23.09.2021 Simone Tresoor

Installateurs over enge klussen: "Ik moest enorm mijn best doen niet te gaan gillen"

Als installateur kom je natuurlijk bij de meest uiteenlopende adressen. Die morgen belde ik aan bij een prachtig oud huis nabij de binnenstad van Alkmaar. De aardige, en niet verkeerd uitziende, dame des huizes verwachtte mij al en stond klaar met koffie.

Toen ik de eerste slok koffie genomen had kwam de huiskat binnengelopen, met in zijn bek een nog levende muis. Nou ben ik niet voor een kleintje vervaard, maar als ik ergens de kriebels van krijg zijn het muizen en ratten. De dame was minder onder de indruk. “Hij brengt er elke dag wel een of twee mee, het is een teken van liefde voor de baas.”

'Gisteren kwam hij nog met een rat thuis'
Inmiddels was de kat met zijn prooi gaan spelen en ik moest me inhouden niet op de bank te gaan staan. Maar goed, de pittige dame had er een stuk minder problemen mee, dus ik probeerde niets te laten merken van mijn angst. Met een bezem veegde ze het beestje door de openslaande tuindeuren naar buiten. “Ach dit is nog niets”, zei ze. “Gisteren kwam hij met een rat thuis.” Er kroop een rilling langs mijn ruggengraat.

Later die dag moest ik onder de vloer om leidingen te verleggen. Dat was een uitdagend klusje waarbij ik me met mijn looplamp vanaf het kruipluik helemaal naar de andere kant van het huis moest worstelen. Ik ga graag naar de sportschool en je kunt me bepaald geen ‘kleintje’ noemen. Op dit soort momenten wilde ik dat ik iets minder gespierd was, want ik moest zo af en toe zand weggraven om mezelf doorgang te verschaffen.

Al gravend en worstelend kwam ik wat befaamde witte spinnen tegen. Die spinnen doen me niets, maar ik zag in mijn ooghoek met regelmaat iets wegrennen en ik zag keutels liggen waarvan ik me afvroeg of ze van muizen of van ratten waren. Ik had de jachtplek van Poekie gevonden.

'En wat hoorde ik daar ritselen?'
Na een aantal keer diep zuchten ging ik aan de slag, ik was halverwege de klus toen ineens mijn looplamp uitviel. Daar lag ik dan in het pikkedonker. Na wat gerommel aan mijn lamp hoorde ik ver weg bij het kruipluik de dame roepen: “De stoppen liggen eruit.” Een vloek ontsnapte. Terugkruipen in totale duisternis was geen optie, hierheen komen was al een enorme klus geweest. Ondertussen probeerde ik diep te ademen om de paniek weg te drukken. En wat hoorde ik daar ritselen?

Voor mijn geestesoog zag ik enorme ratten dichterbij sluipen. Ik moest enorm mijn best doen niet te gaan gillen. Na wat een eeuwigheid leek te duren sprong mijn lamp weer aan. De dame had eindelijk de stop weten te vervangen. Met het zweet in mijn bilnaad maakte ik de klus af en nam een beslissing: voortaan zou ik, als extra onderdeel van mijn gereedschapskoffer, een buks meenemen bij dit soort klussen.