‘Maak een routekaart voor verduurzaming van je vastgoed’

26.05.2023 Nolanda Klunder

‘Maak een routekaart voor verduurzaming van je vastgoed’
©RVO

Sinds 1 januari moeten kantoren minimaal energielabel C hebben. “Maar dat is geen einddoel”, zo benadrukte Arjan van Eijk, associate director van CBRE Nederland, enige tijd geleden tijdens het congres Vastgoed Voordelig Verduurzamen. “Het belangrijkste advies voor vastgoedeigenaren is daarom om vooruit te kijken, zodat de volle 27 jaar gebruikt kan worden om het doel te bereiken.”

Als associate director ESG (environmental, social en governance) and Sustainability bij vastgoed- en investeringsadviesbureau CBRE Nederland is Arjan van Eijk gespecialiseerd in verduurzaming van vastgoed. De verplichting van energielabel C betekent dat kantoren niet meer dan 225 kilowattuur per kubieke meter per jaar aan fossiele brandstof mogen gebruiken. “Verreweg de meeste kantoren kunnen makkelijk aan die eis voldoen: met het aanbrengen van ledlampen zijn ze er vaak wel”, relativeert hij.

Dat neemt niet weg dat volgens de officiële cijfers van RVO op 1 januari slechts 55 procent van de kantoorgebouwen energielabel C had. Van Eijk: “Inmiddels zitten we iets boven de 55 procent, maar inderdaad, een groot deel heeft geen energielabel C. In veel gevallen gaat het daarbij om kantoorgebouwen die in het geheel geen label hebben. Een label is namelijk verplicht als er een huur- of verkooptransactie is.”

Maar een organisatie die een gebouw gebruikt en het zelf in eigendom heeft, heeft doorgaans geen directe aanleiding op een energielabel op te vragen. Daarnaast zijn er nog de gebouwen die nu nog een slecht label hebben, maar binnenkort worden gerenoveerd. Zo komt het volgens Van Eijk dat slechts ongeveer een vijfde of een kwart daadwerkelijk de eisen van energielabel C niet heeft gehaald.

“Dat zijn vaak kantoorgebouwen die kwalitatief of wat betreft locatie niet in overeenstemming zijn met wat de markt wil. Daardoor staat de huurprijs onder druk, waardoor investeringen financieel moeilijk zijn.”

Onderhoudsmomenten benutten
Van Eijk benadrukt dat energielabel C geen einddoel kan zijn. “Met het oog op de klimaatdoelen van 2050 is er veel meer nodig. Dat betekent dat er over een paar jaar een eis zal zijn om te voldoen aan energielabel A. De eindnorm voor 2050 is dat men nog maar 70 kilowattuur fossiele brandstof mag gebruiken per kubieke meter”, zegt Van Eijk.

“Het belangrijkste advies voor vastgoedeigenaren is daarom om vooruit te kijken, zodat de volle 27 jaar gebruikt kan worden om het doel te bereiken. Stel een routekaart op waarin je voor je vastgoed een tijdspad naar 2050 schetst, waarbij je de geplande onderhoudsmomenten gebruikt om stappen te maken richting de eindnorm. Als het bijvoorbeeld tijd is voor gevelonderhoud, kies dan meteen voor optimale isolatie van de gevel.”

Voor de meeste gebouwen is de norm van 2050 haalbaar. “Een deel van de gebouwen zal dan niet meer geschikt zijn als kantoor. Ook bij CBRE stellen we soms vast dat er bij een gebouw zulke grote investeringen nodig zijn, dat je kunt overwegen om het te transformeren of verkopen”, aldus Van Eijk uit.

“We helpen de eigenaren met dat inschatten, doorrekenen en interpreteren. Als gebouwen niet meer voldoen aan wat de markt vraagt, kunnen ze niet meer voor een bepaalde functie gebruikt worden. Dat is een gezonde ontwikkeling op de vastgoedmarkt.”

Veranderende meetmethodiek
“We hebben het nu over energielabel C of energielabel A, maar staar je niet blind op die labels. De manier waarop energielabels berekend worden, verandert. Dat betekent dat wat nu label C is, over tien jaar ineens D of E kan zijn. De huidige berekening gaat uit van verschillende gebouwkenmerken als bouwjaar en type isolatie, maar de rekenmethodiek gaat steeds meer kijken naar daadwerkelijk energiegebruik”, legt Van Eijk uit.

“Wat er in de praktijk op je meter gebeurt, zal je meer gaan terugzien in je label. Kortom: zorg dat je energiegebruik daalt door energiezuinige installaties te installeren, de lampen te vervangen door ledlampen, en dak, vloer, gevel en ramen te isoleren.”

Wat dat betreft geldt hetzelfde voor utiliteitsgebouwen als voor woningen: begin met energiebesparende maatregelen en kijk daarna pas naar de opwek van hernieuwbare energie. “Zonnepanelen kunnen op veel daken, maar niet overal: soms is er te weinig dakoppervlak, soms kan het niet vanwege de VvE, soms is terugleveren niet mogelijk. We zien dat het laatste jaar de interesse in zonnepanelen sterk is toegenomen door de fluctuerende energieprijzen”, aldus Van Eijk.

“Wek je je eigen energie op, dan heb je dat risico afgedekt. Met energiebesparende maatregelen en door eventueel zelf energie te genereren kan iedereen stappen zetten om niet alleen energielabel C te halen, maar zich ook voor te bereiden op de eisen van de toekomst.”