Verplicht hernieuwbare energie opwekken bij ingrijpende renovaties, wat betekent dat?

27.04.2021 Jan de Wit

Verplicht hernieuwbare energie opwekken bij ingrijpende renovaties, wat betekent dat?

Per 30 juni 2021 is het de bedoeling om een verplichting in te voeren voor het opwekken van hernieuwbare energie bij een ingrijpende renovatie. Dat maakte minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Kajsa Ollongren onlangs bekend. Betekent dit dat er bij het opknappen van de schuur ook een warmtepomp moet worden aangeschaft? Bouwrechtadvocaat Franko Zivkovic-Laurenta van Wieringa Advocaten denkt niet dat dit zo’n vaart zal lopen.

De verplichting vloeit voort uit de EU-richtlijn Renewable Energy Directive II (RED II) en zal worden opgenomen in het Bouwbesluit 2012 en het Besluit Bouwwerken leefomgeving. Het advies van de Raad van State moet nog komen en definitieve vaststelling moet nog plaatsvinden, maar de verwachting is dat dit geen vertraging of grote aanpassingen op zal leveren.

Wat is het doel van dit besluit?
“Verduurzamen. De Europese Unie werkt aan de doelen van het Akkoord van Parijs en wil de CO2-uitstoot verminderen, ook in de bouwsector. Met een richtlijn als de RED II stuurt de EU targets en een soort keuzemenu met oplossingen naar de lidstaten. Als lidstaat kun je dan kiezen hoe je die targets wil bereiken.

Hoewel er nog wel een slag te slaan is met de duurzaamheidsopgave in de gebouwensector, is het wel geland. Voor nieuwbouw zijn er al nieuwe normen gesteld en die worden steeds strenger. Het lijkt me zeer terecht dat die opgave nu ook wordt meegenomen in renovaties. Zowel residentieel als zakelijk. Of je kantoren nou gaat renoveren of er huizen van maakt, volgens mij is het niet meer dan logisch om het opwekken van hernieuwbare energie dan ook in de aanvraag op te nemen.” 

Hoe wordt bepaald of er sprake is van een ingrijpende renovatie?
“Nederland heeft gekozen om voor de definitie van ‘ingrijpende renovatie’ uit te gaan van 25 procent van de oppervlakte van de gebouwschil. Wanneer je dus 25 procent of meer van de oppervlakte van de gebouwschil wil renoveren, ben je verplicht een x-aantal KWh aan hernieuwbare energie per meter oppervlakte per jaar op te gaan wekken. Tenzij niet minimaal een derde van de afgiftelichamen aangepast wordt, dit zijn de laatste schakels in de warmte- en koudesystemen, zoals airco’s, vloerverwarming en radiatoren.”

Nederland had er ook voor kunnen kiezen om voor de definitie van ‘ingrijpende renovatie’ uit te gaan van 25 procent van de waarde van het gebouw, waarom is er voor de dubbele eis van renovatie aan de gebouwschil en de afgiftelichamen gekozen?
“Dat is een lastige vraag, omdat Nederland niet heeft toegelicht waarom het voor deze methodiek heeft gekozen. Ik denk dat het een combinatie is van de financiële en praktische haalbaarheid. Stel iemand voert een zeer luxe interne verbouwing uit aan een woning, dan neemt de waarde van dat huis misschien wel met 25 procent toe, maar moet diegene dan ook zonnepanelen gaan installeren? Dan begin je aan een hele andere renovatie, dat is niet praktisch en kan heel prijzig uitpakken. Veel oude gebouwen kunnen van binnen grootschalig en kostbaar worden gerenoveerd, zonder dat de schil wordt aangepakt.

Uitgaan van het waardecriterium van 25 procent zou in dit soort gevallen het aantal ingrijpende renovaties afremmen en dat is niet het doel. De waarde van het gebouw zegt in die zin niks over de haalbaarheid van de renovatie. Die dubbele eis van renovatie aan de gebouwschil en de afgiftelichamen zit veel dichter tegen het doel aan om ook renovaties te verduurzamen.”

In welke mate verwacht je met dit besluit te maken te krijgen?
“De gebouwschil kan bestaan uit gevels – inclusief ramen en deuren, daken en vloeren. Met een gevelaanpassing zit je zo over die 25 procent heen, dus ik vermoed dat wij hier wel regelmatig mee te maken krijgen. Er is ook wel bereidheid in de bouwsector om hiermee aan de slag te gaan. De meesten zien wel in dat duurzaam bouwen de toekomst heeft en willen er in mee gaan. Hun klanten verwachten dat ook; een duurzaam gebouw voor een groenere wereld en lagere energielasten.

Aan de andere kant zullen er discussies ontstaan. De overheid zal zoveel mogelijk projecten als ingrijpende renovatie willen bestempelen en sommige bouwers zullen onder die 25 procent willen blijven zitten. In die zin brengt dit besluit twee risico’s met zich mee. Dat renovaties net minder dan 25 procent van de gebouwschil aanpakken of dat er meer met getrapte renovaties gewerkt gaat worden. Dat je de hele gebouwschil aanpakt, maar de warmte- en koudesystemen links laat liggen. Om die een jaar later aan te pakken. Dat zie ik nog echt als een maas in de nieuwe regels.

Dan moet je wel twee keer een vergunning aanvragen, twee keer renoveren en worden de bedrijfsactiviteiten twee keer gehinderd, dus dat heeft ook weer nadelen. Daar zal de overheid niet heel blij mee zijn, maar in de huidige documentatie zie ik daar nog geen oplossing voor. Het grootste gedeelte zal dit toch in één keer goed willen doen. Stel bij handhaving blijkt dat je ook hernieuwbare energie in de aanvraag had moeten opnemen, dan moet je zoveel opnieuw overhoop halen. Maar als de vergunning verleend is, dan mag je ervan uitgaan dat er voldoende getoetst is. Maar nogmaals, de bouwsector wil zelf ook verduurzamen en dit besluit is zeker niet de enige duurzaamheidseis.”

Hoe gaat dit besluit er in de praktijk uitzien?
“Als je wilt renoveren moet je natuurlijk eerst een vergunning indienen bij de gemeente. Daarvoor ga je met een architect kijken naar het oppervlakte dat je wilt renoveren en als je met behulp van de rekentools merkt dat je meer dan 25 procent renoveert, dan ga je ook het opwekken van hernieuwbare energie in de vergunning opnemen.

De gemeente toetst het percentage op basis van de bouwvergunning en op basis van een rekentool wordt er een minimale hoeveelheid hernieuwbare energie uit zonnewarmte en pv gevraagd. Energieopbrengst uit zonnewarmte is hier de maatgevende techniek om de minimale benodigde hoeveelheid te bepalen. Dat wordt uitgedrukt in KWh per gebruiksoppervlak per jaar. Er zijn wel omstandigheden die ervoor kunnen zorgen dat je daar niet aan hoeft te voldoen. De regels zijn zo dat het niet perse met zonnewarmte hoeft; zonnewarmte wordt alleen als rekentool gebruikt. Het kan zijn dat het dak niet groot genoeg is voor het aantal benodigde zonnepanelen, dan kun je het gebouw ook aansluiten op een warmtenet.

Een ander punt kan zijn dat je met een rijksmonument of beschermde dorps- of stadsgezichten te maken hebt. In het geval van zulke technische of gebouwgebonden belemmeringen moet je met alternatieven komen om hernieuwbare energie op te wekken of kun je in overleg met de architect en de gemeente naar afwijkingsmogelijkheden kijken. Zo wordt er per gebouw in overleg en met behulp van rekentools maatwerk geleverd. Ik verwacht dat wij regelmatig zullen moeten beoordelen of de eisen van de overheid in dat proces terecht zijn."

Welke voorwaarden zijn doorslaggevend in dat maatwerk?
“De praktische en financiële haalbaarheid. In een enkel geval kan blijken dat de verduurzamende maatregelen niet binnen tien jaar kunnen worden terugverdiend. Alleen de kosten en opbrengsten van de verduurzamende maatregelen – zoals zonnepanelen – worden dan tegen elkaar weggestreept. Dat kan een reden zijn tot afwijking van de plicht tot hernieuwbare energie, omdat de financiële haalbaarheid belangrijk wordt gevonden. Anders zal het aantal renovaties dalen en dat zou dan weer ten koste gaan van de doelmatigheid van dit besluit.

Het is daarom ook goed om je te realiseren dat maatwerk niet betekent dat de eis van op te wekken hernieuwbare energie niet naar nul gaat, maar wordt aangepast naar wat praktisch haalbaar wordt geacht. En mocht het nou voorkomen dat de opgewekte hoeveelheid hernieuwbare energie lager uitpakt dan verwacht, dan denk ik niet dat dat tot problemen leidt. Er is immers een vergunning voor de renovatie gegeven.”

Franko Zivkovic-Laurenta is werkzaam bij Wieringa Advocaten en gespecialiseerd in bouw- en vastgoedrecht, omgevingsrecht en ruimtelijke ordening.