In de eerste helft van 2024 hebben fabrikanten zo’n 47.000 warmtepompen voor de woningbouw verkocht. Het is voor het derde kwartaal op rij dat er minder warmtepompen worden verkocht, dat meldt Vereniging Warmtepompen. Om de duurzaamheidsdoelstellingen voor de gebouwde omgeving te halen zal de verkoop fors omhoog moeten, maar het Hoofdlijnenakkoord biedt daar vooralsnog weinig aanleiding toe.

Dat er in de eerste helft van 2024 slechts 47.000 warmtepompen zijn verkocht, betekent een kleine halvering ten opzichte van de eerste helft van 2023. Toen werden er nog 88.000 warmtepompen verkocht. Hoewel dit cijfer vermoedelijk een overschatting is – warmtepompleveranciers hebben in 2023 een forse voorraad opgebouwd na leveringsproblemen eind 2022, gaat het om een behoorlijke teruglopende vraag.

De Vereniging Warmtepompen wijt de teruggelopen vraag naar warmtepompen aan het veranderde overheidsbeleid. Zo maakte het nieuwe kabinet in het Hoofdlijnenakkoord bekend dat de hybride warmtepomp zou worden geschrapt en verschuiving van de belastingdruk van gas naar elektriciteit. Het marktaandeel van hybride warmtepompen in de renovatiemarkt steeg dan ook van 55 procent in 2023 naar 65 procent in 2024.

De branche verwacht uiteindelijk tussen de 90.000 en 100.000 warmtepompen te leveren in 2024. Om de duurzaamheidsdoelstelling van 1 miljoen extra geïnstalleerde warmtepompen in de gebouwde omgeving te halen, zullen de verkoopcijfers echter fors omhoog moeten.