Aardgas als politiek instrument, dat vraagt ook om een geopolitieke strategie

19.04.2022 Jan de Wit

Aardgas als politiek instrument, dat vraagt ook om een geopolitieke strategie

De afgelopen maanden heeft er zich een perfect storm ontwikkeld op de energiemarkt, waardoor de prijzen voor onder andere gas en elektriciteit enorm gestegen zijn. Door het internationaliseren van deze markten zijn ze ook gevoeliger geworden voor geopolitieke omstandigheden. Hans van Cleef, senior energie-econoom bij ABN AMRO, ziet dat aardgas nu definitief de status van politiek instrument is gegeven. Willen Nederland en de Europese Unie daarin niet bespeeld worden, dat móét er een geopolitieke strategie voor de lange termijn komen.

Warmte365 interviewde Hans van Cleef over de energieprijzen voorafgaand aan de vakbeurs Duurzaam Verwarmd voor een analyse in het beursmagazine. Dit is deel 1.

Een Russische invasie in Oekraïne, een opgeschorte ingebruikname van Nord Stream 2 en lage gasvoorraden zorgen voor hoge gasprijzen. Dure CO2-rechten, de uitval van een aantal Franse kerncentrales en een relatief laag aanbod van duurzame energie zorgen ervoor dat de alternatieven niet veel goedkoper zijn.

Tegelijk ziet Van Cleef dat de gasmarkt steeds internationaler wordt doordat Liquefied Natural Gas (LNG) in vloeibare vorm over de hele wereld getransporteerd kan worden. Hierdoor krijgen de olie-, gas- en elektriciteitsmarkten steeds meer invloed op elkaar. Een stijgende vraag op de ene markt kan sneller voor een dalende vraag op de andere markt zorgen en vice versa.

Het enige wat er nog aan ontbrak is een koufront, wat volgend jaar wel een groot probleem zou betekenen. “Maar velen vinden al dat dit de perfect storm is, alleen zijn er nog geen daadwerkelijke tekorten”, stelt Van Cleef. “Maar vraag en aanbod zijn nu ook al dusdanig scheef dat bedrijven delen van hun productie stilleggen. Niet omdat er een tekort is, maar omdat de prijzen te hoog zijn.”

Volgens hem zijn er twee hoofdzaken aan te wijzen: de angst in de markt op daadwerkelijke tekorten en dat er ook echt minder gas deze kant op komt. “Als het volgend jaar in Europa en Azië echt koud zou worden dan komt er een punt dat de voorraad op raakt.” Daarnaast zou een feitelijk verbod op import van gas uit Rusland de situatie verergeren.

Nederland meer afhankelijk van kortetermijndeals
Hoewel het kabinet heeft aangekondigd dat de gasproductie uit het Groningerveld wordt verhoogd van 3,9 naar 4,6 miljard kuub, neemt dat de angst niet weg. “Vroeger was de kans op lege gasvoorraden in Nederland nul procent. We konden immers altijd de productie in Groningen verder verhogen. Dat is nu niet het geval, waardoor er echt een reële kans is dat het gas opraakt.”

De winter van eind 2020 en begin 2021 was een relatief koude, waarin de relatieve koude periode doorging tot in april. “Normaalgesproken ga je dan voorraad opbouwen, mede door minder gebruik. Dat was in 2021 niet het geval en daardoor begonnen de problemen”, merkt Van Cleef op.

Doordat de gasproductie uit het Groningerveld op structurele basis wordt afgebouwd, raakt Nederland steeds meer afhankelijk van buitenlandse productie. “Daarbij heeft de Nederland de laatste jaren te weinig langetermijncontracten afgesloten.” Nederland is daardoor meer afhankelijk geworden van deals op de spotmarkt, waar de kortetermijndeals worden gesloten.

‘Rusland gebruikt energie nu echt als politiek instrument’
Dit betekent ook dat Nederland meer gevoelig is voor fluctuaties door actuele ontwikkelingen. En het uitstellen van de ingebruikname van Nord Stream 2 en de Russische invasie zijn twee zaken die voor enorme fluctuaties hebben gezorgd.

“Nord Stream 2 is technisch gereed en gevuld. Maar Duitsland heeft aangegeven dat het vergunnigentraject wordt stopgezet als sanctie tegen Rusland. Nord Stream 2 gaat de komende jaren dus geen soelaas bieden.”

In een reactie op de ingestelde sancties gaf Alexander Novak, de Russische vicepremier en minister van Energie, aan dat Rusland overwoog de gasleveringen via Nord Stream 1 ook op te schorten. “Rusland gebruikt energie nu echt als politiek instrument.”

“Voor extra aanvoer van gas zijn we op de korte termijn afhankelijk van extra gas uit Rusland of – in de vorm van LNG – uit landen als de VS, Australië of Qatar”, zo concludeert Van Cleef in de ABN AMRO Energiemonitor van januari 2022. Op 7 januari steeg de prijs van LNG in Azië weer boven de prijs van TTF uit, het virtuele overdrachtsplatform van aardgas in Nederland.

“Vanwege de concurrentie met Azië blijft het maar de vraag of het deel van nog niet gecontracteerd beschikbare vloeibare aardgas richting Europa blijft komen, of dat er nu opnieuw voor de hoogste prijs gekozen zal worden als deze situatie langer aanhoudt. Dat zou betekenen dat de koers andermaal wordt gewijzigd, en er richting China gevaren gaat worden.”

Een geopolitieke strategie is gewenst
Sinds de productie uit het Groningerveld fors is teruggeschroefd is Nederland netto-importeur van aardgas geworden. In de toekomst moet deze warmtevraag met hernieuwbare energie worden beantwoord, maar zover is het nog niet.

De Europese Commissie heeft voorgesteld dat EU-lidstaten komende winter gasvoorraden van minimaal 80 procent aan gaan leggen. Dat dwingt ook Nederland om zich meer op de lange termijn te richten, want in wezen betekent dit dat Europese landen vanaf dit jaar naast een strategische olievoorraad, ook een strategische gasvoorraad moeten hebben.

Welk lidstaat koopt zijn aardgas van wie? Welk deel kan gezamenlijk worden ingekocht? Welk land kan zijn productie verhogen en welke ondersteuning heeft het daarvoor nodig? Wie neemt op welk niveau het voortouw hierin?

Allemaal belangrijke vragen. Als de Europese Unie dit effectief wil oplossen kan het maar beter lessen trekken uit de coronatijd. In de beginfase was er van solidariteit niks te merken en gingen lidstaten elkaar beconcurreren om mondkapjes.

Aardgas is definitief een politiek instrument geworden, waarmee landen kunnen spelen óf bespeeld worden. Als Nederland en de Europese Unie op zijn minst niet bespeeld willen worden, zullen ze een geopolitieke strategie móéten ontwikkelen die gericht is op de lange termijn.