Nieuwe tool geeft beter inzicht in eindgebruikerskosten

14.10.2025 Sjoerd Rispens

Nieuwe tool geeft beter inzicht in eindgebruikerskosten

Gemeenten hebben sinds kort beter zicht op de kosten en baten van warmteoplossingen voor hun bewoners. De nieuwe eindgebruikerskosten-tool (EGK-tool) is ontwikkeld door het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO), in nauwe samenwerking met gemeenten, de VNG, TNO, PBL, RVO en NPLW. De tool brengt de jaarlijkse kosten en baten van verschillende warmteopties in kaart, zowel op buurtniveau als voor verschillende woningtypen en bouwjaren. Daarmee beschikken gemeenten over betrouwbare informatie om bewoners goed te informeren en onderbouwde keuzes in de warmtetransitie te maken.

“De tool is geen doel op zich, maar voornamelijk bedoeld om gemeenten en haar medewerkers te helpen”, zegt Lorin Hendriks in een webinar over de nieuwe tool. “We willen vooruitkijken en continu verbeteringen toevoegen.” Hendriks vertelt meer over de werking van de tool. “Het energiemodel Hestia gebruikt databronnen van onder meer het CBS. Daar komt woningdata uit en hetzelfde geldt voor utiliteitsdata. Dat komt uiteindelijk allemaal samen in de tool.”

“De kernpunten zijn onder meer dat het een webbased tool is”, gaat Hendriks verder. “Je hebt dus alleen je laptop nodig om in te loggen. Hij is voor alle gemeenten, iedereen kan erin. Maar wel middels een gebruikerslogin. De invoer van de tool is dynamisch. En je krijgt alleen invoer per woninggroepen van vijftien.”

Hoe werkt het in de praktijk? “Je voert een gemeente in en dan worden meteen de wijken ingeladen”, zegt Hendriks. “Vervolgens kan je over het woontype, bouwjaar en gebruikstype allerlei opties met informatie aanvinken. Dan volgen de financiering en scenariocriteria. Wanneer je dat allemaal invult krijg je een zeer overzichtelijk beeld van de eindgebruikerskosten.”

Het daadwerkelijke verbruik

In het webinar komen naast Hendriks ook Harold Palet, senior beleidsadviseur RVO en Casper Tichelaar van TNO aan het woord. Tichelaar gaat dieper in op de data die in de tool worden gebruikt. “In het model proberen we voor elke woning in Nederland in te schatten wat er nodig is om die te verduurzamen en wat voor effect dat heeft op het energieverbruik. Vervolgens hanteren we kernaantallen om te kijken wat de kosten zijn van wat er gedaan moet worden. Wat we in het model doen is het schalen naar de specifieke woning in de wijk.”

“Op basis van het model kunnen we uitrekenen wat het oplevert als je een maatregel neemt”, gaat Tichelaar verder. “We gaan niet uit van het energielabel, maar het daadwerkelijke verbruik. Dat verschilt dus per wijk. We rekenen met landelijke subsidies. We rekenen dus wel alles door voor een individuele woning, maar de eindresultaten gaan over groepen woningen. Dat doen we omdat we niet van elke woning precies weten hoe ze eruit zien. En met groepjes kan je een betere inschatting maken.”

“Het is belangrijk om te weten dat we het niet per woning inzichtelijk maken”, voegt Hendriks toe. “De tool is een model dat met statistieken werkt, waardoor je niet per woning een beeld kan schetsen. Dat kan dus wel per wijk.”

Palet kijkt terug op de aanloop die tot de realisatie van de tool leidde. “In 2021 was er al een soortgelijk instrument gelanceerd. Maar die werd nauwelijks gebruikt en liep ook tegen beperkingen aan. Dus wij zijn op verzoek van gemeenten aan de slag gegaan met nieuwe tool.

Waarom is de nieuwe tool beter? “Hij blijft altijd up to date”, zegt Palet. “Bij het oude dashboard laadde je een prachtig maar groot Excel-bestand in. En als je daar handig mee was, was die best goed bruikbaar. Maar het was zo’n zwaar bestand dat je er uren mee bezig was. Dat heeft deze tool niet. Je kan een wijk selecteren en dat moest je in de oude tool helemaal van onderaf opbouwen. Verder helpt het de gemeenteambtenaar in het proces om de keuzes neer te zetten zodat je een helder eindbeeld krijgt.”