De toekomst van fossiel volgens de experts

17.04.2023 Brendan Hadden

De toekomst van fossiel volgens de experts
©TU Eindhoven

Kunnen we met fossiele brandstoffen stoppen? Die vraag stond centraal op de TU Eindhoven EnergyDays op 23 maart. Experts met verschillende achtergronden gaven presentaties over de staat van het klimaat, de fossiele industrie en het beleid dat nodig is. Want hoewel hernieuwbare bronnen een snelle opmars maken, is van fossiele energie afkomen nog lang niet zo simpel.

Ruim honderd mensen verzamelden zich op de campus van de TU Eindhoven in filmzaal De Zwarte Doos voor het programma. De dag werd georganiseerd door het Eindhoven Institute for Renewable Energy Systems (EIRES) en gepresenteerd door Heleen de Coninck, hoogleraar socio-technische innovatie en klimaatverandering aan de TU Eindhoven.

De sprekers gaven allemaal een ander perspectief op de centrale vraag: kunnen we met fossiele brandstoffen stoppen?

De tijd begint te dringen
De eerste spreker was Detlef van Vuuren, klimaatonderzoeker bij het Planbureau voor de Leefomgeving en co-auteur van het meest recente IPCC-rapport. Van Vuuren presenteerde de belangrijkste bevindingen van het rapport en legde uit wat die betekenen voor het klimaat.

“De eerste bevinding is uiteraard dat broeikasgassen in de meest recente periode (ongeveer sinds het Parijsakkoord in 2015, red.) zijn blijven toenemen”, kondigde Van Vuuren aan. De gevolgen daarvan zijn te merken, aldus Van Vuuren: “Dus de tweede belangrijke boodschap is dat we al met 1,1 graden Celsius klimaatverwarming te maken hebben.”

Volgens Van Vuuren betekent dit dat emissies in een rap tempo omlaag moeten, als we nog een kans willen maken om klimaatverwarming tot 1,5 of 2 Celsius graden te beperken. “Als je een 50 procent kans wil hebben om onder de 1,5 graden Celsius opwarming te blijven, had je nog 500 gigaton CO2 die je kon uitstoten. Dat was aan het begin van 2020, en sindsdien hebben we al 120 gigaton CO2 uitgestoten. Dus er is nog ongeveer 380 gigaton CO2 over. Momenteel stoten we elk jaar rond de 42 gigaton CO2 uit. Dus dat betekent dat over negen jaar, als we dit tempo aanhouden, het koolstofbudget helemaal op is.”

Voor fossiele brandstoffen betekent dat volgens Van Vuuren dat we meer dan genoeg hebben aan de huidige voorraden. “De boodschap hier is dat er geen reden is om meer fossiele brandstoffen te vinden. We hebben meer dan genoeg om het koolstofbudget voor 1,5 en 2 graden Celsius helemaal op te maken.”

©IPCC | Emissies moeten snel worden teruggedrongen om de opwarming van de aarde nog tot 1,5 of 2 graad te beperken

Fossiel nog springlevend
Hoewel Van Vuuren benadrukte dat op z’n minst het einde van fossiele exploratie in zicht moet zijn, is de industrie in de tussentijd nog springlevend. Jilles van den Beukel, energiespecialist met jarenlange ervaring in de fossiele industrie, drukte het publiek in zijn presentatie op het hart hoe afhankelijk we op dit moment nog van de fossiele energiesector zijn.

“Fossiele brandstoffen zijn, jammer genoeg, nog steeds heel relevant. Wereldwijd voorzien ze in 80 procent van de primaire energievraag en in Nederland 84 of 85 procent”, legde Van den Beukel uit. Naast afhankelijkheid voor energievoorziening, benadrukte Van den Beukel ook de economische waarde die fossiele brandstoffen nog steeds hebben. “Vorig jaar ging er gemiddeld elke dag een miljard euro de Europese Unie uit (door de energiecrisis, red.). Dat is een hele hoop geld.”

Die situatie is niet houdbaar en heeft ook implicaties voor de gemiddelde burger, zegt Van den Beukel. “Een bedrijf als Uniper (Duits energiebedrijf, red.) begon een miljard euro per week te verliezen: geen enkel bedrijf kan dat lang volhouden. Dus, omdat het too big to fail is, werd de Duitse overheid gedwongen het bedrijf te redden met een bailout. En in de praktijk betekent dat dat de Duitse bevolking betaalt. Dat gaat om grote bedragen, tientallen miljarden aan belastinggeld.”

Van den Beukel legt uit dat dit deels een gevolg is van het stoppen met eigen aardgasproductie door de Europese Unie (zie onderstaande grafiek). Hierdoor zitten we in een fundamenteel andere positie dan bijvoorbeeld de Verenigde Staten, die vanaf ongeveer 2005 in een steeds groter deel van hun eigen vraag naar fossiele brandstoffen zijn gaan voorzien.

Van den Beukel: “Europa kan hierdoor dus in feite niet anders dan een snelle energietransitie proberen, terwijl de Verenigde Staten wel die keuze heeft.”

©Jilles van den Beukel | Gas productie en consumptie in Europa. Data van BP.

Fossiele brandstoffen gaan niet uit zichzelf weg
Van den Beukel deelde ook zijn perspectief op hoe de olie- en gaswereld naar de transitie kijkt.

“Hoewel ze het misschien niet hardop zeggen, denken ze hetzelfde als vele anderen: we gaan die 1,5 graden Celsius niet halen”, vertelt Van den Beukel. “Maar ze zien ook dat het niet business as usual wordt. De energietransitie gaat hard, en de kosten van zon en wind worden steeds lager.”

Fossiele energieproducenten gaan zich niet uit zichzelf voorbereiden op een snelle uitfasering van hun product. Het programma na de lunchpauze was dan ook geweid aan ‘supply-side policies’: maatregelen die zich op de aanbodkant richten en eisen stellen aan fossiele productie en investeringen.

Eerst vertelde Harro van Asselt, professor klimaatrecht aan de Universiteit Utrecht, over hoe internationale samenwerking nodig is om fossiele brandstoffen uit te faseren. Van Asselt: “Hoewel we het gebruik van fossiele brandstoffen kunnen reduceren, zien we dat als bedrijven en overheden nog steeds fossiele brandstoffen blijven produceren en uit de grond halen, we nog decennia lang met die infrastructuur vast komen te zitten.”

Van Asselt haalde een rapport van Fergus Green en Richard Dennis aan, waarin de onderzoekers het hebben over ‘knippen met beide kanten van de schaar’. De onderzoekers stellen dat als je alleen op de vraag stuurt, exces productie in een ander land alsnog tot lage prijzen leid en je inspanningen ondermijnt. Tegelijkertijd helpt het ook niet om alleen de aanbodkant aan te pakken, omdat je dan met tekorten en prijspieken komt te zitten.

Van Asselt pleit daarom voor verschillende vormen van internationale samenwerking die als aanvulling op het Parijsakkoord kunnen werken. “We moeten nadenken over hoe die maatregelen met elkaar in samenhang werken. Hoe kunnen we beleid aaneenschakelen zodat het met de minste kosten de beste uitkomst voor het klimaat produceert en we uiteindelijk die 1,5 graden Celsius van het Parijsakkoord halen?”

©Carbon Tracker | Knippen met beide armen van de schaar

Erop of eronder… of ergens in het midden?
De laatste presentatie van de dag kwam van klimaatconsultant Margriet Kuijper, die het publiek wees op de reële kans dat we fossiele productie niet op tijd gaan weten af te schalen:

“De harde werkelijkheid is dat we niet de goede kant op gaan en het historisch gezien erg onwaarschijnlijk is dat we in de komende jaren 180 graden draaien. Dat betekent dus dat je moet gaan voorbereiden op ergens in het midden uitkomen.”

Net als Van Vuuren, merkt Kuijper op hoe snel het emissiebudget aan het verdwijnen is. Ook wijst Kuijper erop dat we zelfs in de beste scenario’s nog een hoop fossiele brandstoffen gaan gebruiken in de (nabije) toekomst. Kuijper noemt dit de ‘fossil carbon wedge’, en wijst op de aflopende lijn van emissies tussen nu en 2050:

“Waar het net zero punt ook gaat komen, er zal hoe dan ook een 'schijf' zijn van de fossiele brandstoffen die we in de komende decennia nog gaan gebruiken. Daar zit een hoop koolstof in. Als we geluk hebben en snel zijn is dat 400 of 500 gigaton, maar het zou ook zo 1.500 gigaton kunnen zijn.”

Om de uitstoot in die ‘schijf’ te beperken, gaan de meeste scenario’s voor net zero ervan uit dat we een flinke hoeveelheid emissies kunnen afvangen en opslaan. Maar volgens Kuijper zijn we niet op weg om dit op tijd op te schalen: momenteel gaat nog maar 0,3 procent van de investeringen in de energietransitie naar carbon capture and storage (CCS).

“Hoe komt dit”, vraagt Kuijper. “Omdat je het nog steeds gratis in de atmosfeer mag dumpen. Waarom zou je je uitstoot afvangen en opslaan als je het gratis in de atmosfeer mag dumpen?”

Om producenten wél verantwoordelijk te houden voor hun uitstoot hebben Kuijper en een team onderzoekers de carbon takeback obligation (CTBO) bedacht. Dit beleidsmiddel zou producenten van fossiele brandstoffen dwingen de emissies die hun producten creëren af te vangen en op te slaan.

“Afval verwerken wordt zo een onderdeel van zaken doen voor de producent”, vertelt Kuijper. “Heel vergelijkbaar met hoe dat zou werken voor producenten van PV-panelen. Die moeten er rekening mee gaan houden dat ze circulair produceren, dus zullen bijvoorbeeld iets hogere prijzen rekenen om het recyclen van panelen te kunnen opzetten.”

Kuijper gaf tot slot nog een antwoord op de centrale vraag van de dag: kunnen we stoppen met fossiele brandstoffen?

“We zullen voorlopig nog fossiele brandstoffen gebruiken, dus we kunnen maar beter de uitstoot die dat veroorzaakt actief aanpakken. Kunnen we stoppen met fossiele brandstoffen? Op korte termijn denk ik van niet, maar we kunnen wel voorkomen dat fossiele brandstoffen de aarde verder opwarmen. En dat is geloof ik de belangrijke vraag.”