De warmtetransitie op bedrijventerreinen: gaat het lukken?

04.06.2021 Simone Tresoor

De warmtetransitie op bedrijventerreinen: gaat het lukken?

Als er één ding zeker is bij bedrijventerreinen, dan is het dat er veel potentieel is aan warmte- en koudevraag en –aanbod. Het is dan ook op zijn minst opmerkelijk te noemen dat deze terreinen in eerste instantie niet waren meegenomen in het energietransitieplan voor de gebouwde omgeving.

Volgens alle sprekers tijdens het webinar van TKI Urban Energy met het thema: ‘Warmte & koude op bedrijventerreinen’ wordt 2021 hun jaar. Eind 2020 kwam er een pot subsidie en stonden de bedrijven te trappelen hun expertise te gebruiken om de mogelijkheden te verkennen. Warmte en koude op deze terreinen is een ingewikkeld thema. Ja: er is vraag naar warmte en koude, en ja: er is ook aanbod, maar hoe breng je deze partijen bij elkaar en hoe laat je het werken? 

Versnellingsprogramma Duurzame Bedrijventerreinen
Mannen die inmiddels ervaring hebben op dit vlak zijn Ruben Schutte en Bert Strijker van Bureau Transitiemakers. Zij zeggen dat transities pas echt werken wanneer deze tot stand komen door samenwerking, eigenaarschap en draagvlak. Ze brengen de juiste partijen bij elkaar, leiden de weg naar tools, kapitaal en techniek en zorgen voor een heldere route. Tot zo ver is het duidelijk. Maar hoe wordt voorkomen dat het vele overleg verzandt in niets? Hoe kom je tot concrete acties zonder dat de subsidiepot weer wat leger wordt door een zoveelste adviesbureau?

Transitiemakers schreef het ‘Versnellingsprogramma Duurzame Bedrijventerreinen’. Hierin valt te lezen dat bedrijventerreinen positief kunnen bijdragen aan het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen, dat er hernieuwbare energie kan worden opgewekt en dat men door samen te werken tot een behoorlijke energiebesparing kan komen.

Zo willen zij een expertisecentrum opzetten, ondersteunend zijn richting de gemeenten, de bedrijvencollectieven ondersteunen, knelpunten signaleren en de voortgang borgen. Om dit te halen moet er veel worden overlegd en daar zijn veel instanties bij aanwezig: het bedrijfsleven, de belangenorganisaties, overheden, kennisinstellingen, MKB, de lijst is bijna oneindig.

Er is meer vraag naar koude dan naar warmte
Het hele idee is natuurlijk dat bedrijf A restwarmte heeft en dat buurbedrijf B die restwarmte wel kan gebruiken. Hetzelfde geldt voor koude. De ervaring leert inmiddels dat er in de moderne goed geïsoleerde bedrijfspanden eigenlijk bijna altijd sprake is van meer koudebehoefte en dat het nog niet zo eenvoudig is het bedrijf te vinden dat jouw bedrijf kou kan leveren. Wat wel duidelijk werd: er wordt door de bureaus veel in oplossingen gedacht, maar er leek nog weinig praktijkervaring. Een van de weinige projecten die binnenkort wel in de praktijk wordt gebracht is Waarderpolder in Haarlem. Hier wordt binnenkort gestart met een warmtenet dat richting een woonwijk loopt en gevoed wordt met restwarmte van een datacenter en aquathermie.  

Geen industrieterrein is hetzelfde, zo is er een trend aan de gang waarbij er steeds meer op bedrijventerreinen wordt gewoond, er is veel diversiteit op de terreinen en de bedrijven moeten bereid zijn met elkaar op te trekken. De bureaus zijn er eerlijk over: ‘er komen nog veel problemen aan en die gaan over allerlei thema’s.’