Energielabel C voor kantoren, van dwang naar realiteit

01.07.2022 Simone Tresoor

Energielabel C voor kantoren, van dwang naar realiteit

Tijdens het congres Duurzaam Bouwen op de beurs Duurzaam Verwarmd sprak Joël Franken van Wij Maken Energie over de energielabel C-eis voor kantoren. Franken: “Er is geen goed of fout maar er zijn enkel veel keuzes. Dat geldt voor de hele energietransitie. We staan aan het begin en zien door de bomen het bos niet meer.” Maar de tijd om achterover te leunen is voorbij en dat is te danken aan de huidige energienota's.

In 2023 moeten kantoren minimaal energielabel C hebben. In 2030 moet dat energielabel A zijn. Die eis ligt er al een tijdje, maar de gedachte lijkt te zijn: ‘het komt allemaal wel en we hebben nog acht maanden en dat is prima te doen toch?’ Maar de werkelijkheid is dat 57 procent label C wel haalt en dus 43 procent niet. Bij 28.000 kantoren moet de komende acht maanden dus nog wat gebeuren. Dat komt neer op 150 kantoren per dag. Is dat te doen?

De aarde brandt op
We moeten verstandig omgaan met energie. Vijftig jaar geleden, ten tijde van de oliecrisis, gebruikte de overheid al het beeldmerk van de aarde die opbrandt. Dat beeld is weer helemaal actueel en dat heeft uiteraard alles te maken met onze importafhankelijkheid. Zestig procent van onze energie halen we ergens anders vandaan en dat zijn helaas niet de meest stabiele landen.

Tot half 2021 was de gasprijs stabiel, maar nu is de volatiliteit enorm toegenomen. Gas is momenteel twaalf maal duurder geworden. De kantooreigenaar die nog onderweg is naar energielabel C krabt zich dus wel even achter de oren. Zijn benaderingswijze is veranderd en waarschijnlijk denkt hij na of het niet verstandiger is direct iets meer te investeren en voor energielabel A te gaan. In plaats van dwang door wetgeving is het nu bittere realiteit: Het gaat hem enorm veel geld kosten als hij blijft hangen in C. 

Van CAPEX naar OPEX
Het kan ook zeker zo zijn dat de huurders van het kantoorpand hem aanspreken meer te gaan investeren omdat ze zich scheel betalen aan de energienota’s. Franken: “Wij adviseren kantoorpandeigenaren te kijken naar het grotere plaatje, misschien is er veel meer mogelijk. Dan moet je misschien wat meer investeren, maar dan wordt je businesscase waarschijnlijk wel veel beter.”

Het is belangrijk om eerst de wensen, eisen en randvoorwaarden in kaart te brengen om vervolgens te kijken naar de technische oplossingen, de investeringen en de subsidiemogelijkheden. Voor de huidige crisis was de CAPEX (investeringsfactor) het belangrijkste, nu is dat de OPEX (operationele kosten).

Besparen wordt het nieuwe normaal
Franken: “Als voorbeeld wil ik een zorgcentrum noemen waarvoor wij bezig zijn geweest. Hier waren de energielasten ruim honderdduizend euro per jaar en die zijn nu verviervoudigd. Als je dan gaat rekenen wat dit doet met de terugverdientermijn dan zijn deze verschillen gigantisch.”

Hij besluit: “De benaderingswijze is in korte tijd dus totaal veranderd. Eerder was het: ‘We gaan van het gas af en grijpen een natuurlijk investeringsmoment aan op te besparen.’ Nu ligt de nadruk op besparen en daarna pas gasloos worden. De prioriteiten liggen totaal anders en energie besparen wordt het nieuwe normaal.”