ETS-2 moet CO2-emissies in grote sectoren omlaag brengen

16.09.2025 Sjoerd Rispens

ETS-2 moet CO2-emissies in grote sectoren omlaag brengen

Den Haag bereid zich voor op het nieuwe systeem voor emissiehandel: het ETS-2. Dit systeem richt zich op CO2-emissies van de gebouwde omgeving, transport en andere sectoren en zal een grote impact gaan hebben op de markt voor duurzame energie. Het lijkt op het al bestaande ETS voor de grote industrie en energiebedrijven, maar staat hier verder los van. Daarom wordt het ETS-2 genoemd. Wat houdt deze regeling precies in en wat gaan betrokkenen er in de praktijk van merken?

Het systeem gaat gelden voor de CO2-emissies van alle brandstoffen die geleverd worden aan de gebouwde omgeving, wegvervoer en overige sectoren. Tot nu toe moesten alleen bedrijven direct bijdragen aan de CO2-uitstoot die zij realiseerden, maar via ETS-2 zal ook de consument hier aan bij moeten gaan dragen. De emissieheffingen zullen namelijk direct worden geheven over de leveranciers van benzine, diesel, gas en stookolie. De Brandstofleveranciers zullen deze heffingen waarschijnlijk doorberekenen aan de eindgebruikers. Daarnaast zijn ze verantwoordelijk voor het monitoren van de emissies en het betalen van een CO2-prijs.

Om dit te bewerkstellingen moeten de brandstofleveranciers, wanneer ETS-2 van kracht is, aan de volgende verplichtingen voldoen: ze moeten een vergunning aanvragen voor het leveren van brandstoffen die onder ETS-2 vallen, een monitoringsplan opstellen waarin staat hoe de emissies worden gemonitord. Ook moeten de CO2-emissies jaarlijks gerapporteerd worden die horen bij het verbruik van de geleverde brandstoffen en deze moeten ook geverifieerd worden. Vanaf 2027 moeten er jaarlijks emissierechten worden ingeleverd voor de gerapporteerde emissies. De ETS-2 moet volgens planning vanaf 2028 volledig van kracht zijn.

De European Heat Pump Association (EHPA) noemt de ETS-2 een cruciaal moment voor de energietransitie in Europa en ook een grote kans voor de warmtepompsector. “Fossiele brandstoffen voor verwarming, zoals olie, gas en steenkool, zijn tot nu toe buiten het EU-brede koolstofbeprijzingsstelsel gebleven, ondanks hun impact op klimaatverandering.”

“ETS-2 gaat dat veranderen door leveranciers van fossiele brandstoffen te verplichten te betalen voor de uitstoot die hun producten veroorzaken. Daardoor wordt verwarmen met fossiele brandstoffen duurder, terwijl verwarmen met schone technologieën zoals warmtepompen een sterker concurrentievoordeel krijgt. Daarvoor is het wel nodig dat ETS-2 tijdig en stabiel wordt ingevoerd.”

Financiële voordelen van ETS-2

ETS-2 komt dus uit de Europese koker van wetgeving en is in 2023 aangenomen. Deze moest vorig jaar omgezet zijn in nationaal beleid, maar sommige lidstaten lopen nog achter. Dat zorgt volgens de EHPA voor vertraging en dus ook onzekerheid, niet alleen voor consumenten, maar ook voor fabrikanten en installateurs die zich voorbereiden om schone verwarmingsoplossingen op te schalen. Een duidelijk en stabiel regelgevend kader is essentieel om de geplande investering van 7 miljard euro veilig te stellen en ervoor te zorgen dat de sector zijn belofte kan waarmaken.

ETS-2 is een systeem dat op de markt gebaseerd is, wat inhoudt dat de prijs die huishoudens betalen afhankelijk is van de snelheid waarmee de uitstoot verminderd wordt. Als fossiele verwarming wijdverspreid blijft, blijft de vraag naar emissierechten hoog en dat zal ook voor de prijzen gelden. Maar als overheden nu actie ondernemen om huizen van gas en olie af te helpen, kunnen de ETS-prijzen beheersbaar blijven.

Wat levert de ETS-2 financieel op? Volgens de EHPA zal het systeem naar verwachting tussen de 340 en 570 miljard euro opleveren voor EU-lidstaten rond 2032. Een deel hiervan, 87 miljard euro, gaat naar het Sociaal Klimaatfonds, dat bedoeld is om kwetsbare huishoudens te helpen bij de overstap naar schonere verwarming en vervoer.

Deze middelen moeten effectief worden ingezet, niet om fossiel gebruik te verlengen, maar voor toekomstbestendige investeringen zoals energie-efficiënte renovaties van gebouwen en de uitrol van schone technologieën. Directe steun aan lage-inkomenshuishoudens is essentieel, maar die moet mensen juist in staat stellen om over te stappen op schone systemen, in plaats van ze vast te houden in vervuilende oplossingen.

Omslag gaat niet vanzelf

De invoering van ETS-2 kan gezien worden als een belangrijke stap vooruit voor het Nederlandse en ook Europees klimaatbeleid. “Maar het volledige potentieel wordt pas benut als regeringen snel handelen en het langetermijnperspectief voor ogen houden. De technologie is er, de investeringen zijn gedaan, en de voordelen zijn duidelijk, voor huishoudens, industrie en de planeet.”

“Maar de omslag gebeurt niet vanzelf en de voordelen zullen niet iedereen bereiken, tenzij overheden snel en doortastend optreden. De sector heeft de afgelopen jaren 7 miljard euro aan investeringen toegezegd om de productiecapaciteit op het continent uit te breiden. Maar dat momentum staat nu op het spel. Zonder tijdige en stabiele uitvoering van ETS-2 kunnen die investeringen ondermijnd worden door beleidsmatige onzekerheid.”