De prijs van gas neemt de laatste weken rare wendingen. Door het 'niet meer dan anders'-principe schiet de rekening voor huishoudens die ’s winters warm blijven dankzij een warmtenet mogelijk net zo hard mee de lucht in. Is het tijd om het tij te doen keren? We vroegen het aan Frank Kersloot, bestuurslid van Stichting Warmtenetwerk.

Het 'niet meer dan anders'-principe, ook wel bekend als het NMDA-principe, houdt in dat de afname van warmte vanuit een warmtenet ‘niet meer dan anders’ zou moeten kosten dan wat een vergelijkbaar huishouden kwijt is aan een gasgestookte installatie. Ook wordt tot op heden door de Autoriteit Consument & Markt (ACM) een maximaal warmtetarief wordt bepaald.

Kersloot geeft aan dat de kostprijs om warmte te leveren kan worden beïnvloed door de stijgende gasprijzen. Een voorbeeld hiervan is dat een heel groot deel van de stroom in Nederland wordt opgewekt met behulp van gas. “Als je als gasgestookte elektriciteitscentrale restwarmte levert aan stadsverwarming, dan wordt het logischerwijs duurder om de stadsverwarming te leveren.”

Alle kanten compenseren
Vrijdag werd bekend dat de hogere energierekeningen door het kabinet gecompenseerd worden met zo’n 400 euro per huishouden. “Het is van belang dat de afnemers van warmte op een gelijke manier worden gecompenseerd als de afnemers van gas”, verklaart Kersloot. “Het tot op heden gehanteerde NMDA-principe zou hierbij moeten betekenen dat ook de warmteafnemers worden gecompenseerd.”

Volgens Kersloot is dit een goede aangelegenheid om het draagvlak voor een warmteaansluiting te vergroten. “Zo laat je de mensen zien dat er rekening gehouden wordt met individuele compensatie, ook voor de afnemers van warmte via bijvoorbeeld een warmtenet.”

Rendement
De ACM stelt jaarlijks de warmtetarieven vast. Met name de grotere warmtebedrijven, zoals Vattenvall, Eneco, Ennatuurlijk en Stadsverwarming Purmerend, zitten onder dit tarief. De ACM ziet er bovendien op toe dat een warmtenetprovider geen onredelijk rendement binnenhaalt. “Als de kosten laag zijn voor het warmtebedrijf, mag er niet al te veel winst worden gemaakt. Maar als gevolg van de stijgende gasprijzen stijgen de kosten voor de provider nu mogelijk net zo hard mee”, legt Kersloot uit.

De fluctuaties in de gasprijzen kunnen echter ook een aanzet zijn om de warmtebronnen verder te verduurzamen stelt Kersloot. “We zien deze ontwikkeling als een extra reden om dat op te pakken. Niet alleen omdat dit de doelstellingen met betrekking tot CO2-reductie op gang helpt. Het is ook goed om niet langer afhankelijk te zijn van sterk fluctuerende gasprijzen in de markt.”