Hoe rijksmonument De Krakeling van het gas af gaat

13.02.2023 Brendan Hadden

Hoe rijksmonument De Krakeling van het gas af gaat
©Gemeente Amsterdam Stadsarchief

Jarenlang zat jeugdtheater De Krakeling in het voormalige Turngebouw aan de Nieuwe Passeerdersstraat in Amsterdam. Omdat het pand nodig toe was aan een herfundering, moest de toneelgroep verhuizen naar het Westergasfabriekterrein. Alexander van Rath, van Kodde Architecten, mag nu het monumentale pand in volle glorie herstellen: niet meer als theater, maar wel volledig duurzaam.

Het Turngebouw werd oorspronkelijk in 1887 geopend als onderkomen voor een aantal turnverenigingen. Het pand wordt dan ook gekenmerkt door de iconische langwerpige turnzaal, waarvan nog een groot deel in oorspronkelijke toestand is.

In 1978 werd het gebouw het onderkomen voor theater De Krakeling, dat die naam te danken heeft aan de nabijgelegen Koekjesbrug. De Krakeling was jarenlang een bekende naam onder de Amsterdamse jeugd. “Ik heb daar zelf ook nog gezeten als kind”, vertelt Van Rath.

Maar na 42 jaar verhuisde De Krakeling in 2020 naar Westergasfabriekterrein. In eerste instantie tijdelijk, vanwege de noodzakelijke herfundering van het gebouw, maar nu permanent. “Die nieuwe locatie bevalt goed, dus ze hebben besloten daar te blijven”, aldus Van Rath.

“Het gebouw kwam dus vrij te staan voor de eigenaar”, vertelt Van Rath. “Wij hebben al meerdere projecten met die partij gedaan, dus zij zeiden in feite: bedenk maar wat moois.”

©Gemeente Amsterdam Stadsarchief | Een prent van het turngebouw uit 1888

Het verleden herstellen, met oog voor de toekomst
Het gebouw gaat na de renovatie door het leven als kantoorpand. Volgens Van Rath stonden twee dingen centraal bij de renovatie: zoveel mogelijk van de oorspronkelijke elementen van het gebouw herstellen of bewaren en het gebouw duurzaam en gasvrij maken.

De herfundering was op dat vlak een uitdaging volgens Van Rath: “Dat was eerst vooral gericht op de vleugels van het pand en de muren van de zaal. Maar uiteindelijk bleek dat de fundering van de zaal zelf ook verrot was, die moest ook vernieuwd worden. Dat vond Monumenten & Archeologie natuurlijk erg jammer, want er lag nog een authentieke turnzaalvloer in.”

Van Rath vertelt dat ze vaak voor dit soort problemen een tussenoplossing moesten verzinnen waar iedereen tevreden mee kon zijn:

“Uiteindelijk was het een geluk bij een ongeluk. Het herfunderen van de vloer bood ons de mogelijkheid om acht bodembronnen te boren. We hebben toen de oude delen van de turnzaalvloer genummerd zodat we ze terug konden plaatsen, nu kunnen we de zaal echt in volle glorie herstellen.”

Volgens Van Rath zal de oorspronkelijke vloer nu bewaard blijven onder de vloer voor het kantoorpand, waardoor het ook mogelijk is om vloerverwarming in te zetten. Die zal gebruik maken van de bodembronnen in combinatie met grond-water warmtepompen.

De combinatie van oud en nieuw is wat het project voor Van Rath zo leuk maakt:

“We willen bijvoorbeeld ook de voorgevel inclusief het hek dat daar stond terugbrengen in oorspronkelijke staat. We bewaren dan wat er van het oorspronkelijke deel over is en voor de rest gaan we zo veel mogelijk op zoek naar stijlelementen uit die tijd. Het is echt leuk om te proberen het zoveel mogelijk te laten lijken alsof het rond 1890 gebouwd moet zijn.”

©Kodde Architecten | De turnzaal onder constructie

Unieke oplossingen
Van Rath moest ook nadenken over hoe de nieuwe bestemming als kantoor kon worden gecombineerd met de eigenschappen die het gebouw zijn karakter geven, zoals de open zaal.

Van Rath vertelt dat collega-architect Nicole Sieben hier een unieke oplossing voor bedacht: ‘De Walvis’ (zie foto). Van Rath legt uit:

“Je kan voor een kantoor niet iedereen maar in één grote zaal zetten, dat werkt niet. Dus je wil de mogelijkheid creëren om toch aparte ruimtes en functies te hebben. Wat we hebben bedacht is een grote stalen constructie die losstaat van de theaterzaal zelf, die wel een scheiding creëert, maar niet te groot is en transparant wordt uitgevoerd. Met een soort houten lamellen heeft het toch privacy, maar behoud je het gevoel van openheid in de zaal.”

Naast dat het een functie voor het kantoor heeft, speelt ‘De Walvis’ ook een cruciale rol in het duurzaam ventileren van de ruimte. Van Rath legt uit:

“Luchtverversing is essentieel in een kantoorruimte, maar als je continu afzuigt en aanvoert verlies je warmte. Om die warmte terug te winnen hebben we in de schuine bovenkap van de zolder luchtbehandelingskasten gezet, die een deel van de warmte die je naar buiten blaast terugwinnen.”

Van Rath licht verder toe: “Maar om de lucht van en naar die luchtbehandelingskasten te krijgen heb je een flink kanaalsysteem nodig en dat zou heel zichtbaar zijn. Vooral het aanvoeren is lastig want dat wil je verspreid door de ruimte, niet allemaal op een plek.

Dus bij het herfunderen hebben we onder het centrale meubel een grote betonnen bak gemaakt, met kanalen die door de wanden omhoog lopen naar de luchtbehandelingskasten. In combinatie met het centrale meubel, dat uit holle stalen delen bestaat die ook als kanalen worden gebruikt, hebben we de luchttoevoer op die manier mooi verstopt en toch gezorgd dat we de verse lucht op de juiste plekken krijgen.”

©Kodde Architecten | 'De Walvis', het centrale meubel in de nieuwe turnzaal

Zonder gas, met zon
De nieuwe bestemming als kantoorpand biedt ook andere mogelijkheden voor een duurzaam gebruiksprofiel. Volgens Van Rath kon het gebouw met behulp van de bodembronnen en de luchtbehandelingskasten al zonder gas verwarmd worden, maar gaven de ligging en de bestemming de kans om een stapje verder te gaan:

“Aan de achterkant van het gebouw komen 68 PV-panelen te liggen. De achterkant heeft een lang, schuin dak dat op het zuiden ligt, dus dat is perfect daarvoor.”

Omdat het gebouw als kantoor gaat worden gebruikt kan die stroom volgens Van Rath efficiënt worden ingezet:

“Die panelen kunnen behoorlijk wat stroom opwekken, die we min of meer rechtstreeks weer kunnen gebruiken om de warmtepompen te laten draaien. In tegenstelling tot woongebouwen moet op een kantoor de verwarming vooral overdag draaien, dus dat komt goed overeen met het moment dat de panelen de meeste stroom opwekken.”

Hoewel Van Rath niet verwacht de gehele stroomvraag met de panelen te kunnen dekken, denkt hij aardig in de buurt te komen en in ieder geval de kosten een stuk lager te kunnen houden.

‘Er kijken zo vijf partijen over je schouder mee of je het wel goed doet’
Van Rath geeft aan dat het renoveren van een monumentaal pand niet altijd even makkelijk gaat. In eerste instantie was een van de grootste uitdagingen bij het project om rekening te houden met alle regelgeving:

“We hadden bijvoorbeeld bedacht dat we de buitenunits voor de warmtepompen wel in een dikke schutting aan de achterkant van het gebouw konden zetten. De grootste angst met die lucht-water warmtepomp is namelijk dat je die gaat horen en op deze manier konden we ze uit het zicht houden en akoestische maatregelen treffen.

Maar dat gaat dus niet, want volgens de regelgeving moet je die installaties inpandig oplossen. Dat is dan zodanig star, dat je daar verder niks meer mee kan doen.”

Volgens Van Rath is een project zoals dit een kwestie van constant overleg tussen alle partijen.

“Je moet veel afstemmen met bijvoorbeeld Monumenten en Archeologie, of de Welstandscommissie”, vertelt Van Rath. “Maar je zit ook constant aan tafel met een multidisciplinair team van onder andere architecten, de aannemers van GF Deko en de mensen van Klimaatconcept waar we mee samenwerkten. Je hebt dan regelmatig dat iemand iets voorstelt en een andere partij aangeeft: ‘Nee, dat kan niet om die of die reden.’ En dan moet je toch tot een oplossing komen.”

Einde in zicht
Toch lijkt het project, dat in het voorjaar van 2020 van start ging, nu tot een succesvol einde te gaan komen. Van Rath verwacht dat het pand in augustus 2023 opgeleverd kan gaan worden. En als kers op de taart is er ook al een partij gevonden die hun intrek wil nemen in het monumentale kantoor.