Wist je dat in 1923 het Algemeen Ziekenhuis aan de Catharijnesingel in Utrecht werd  aangesloten op het eerste warmtenet van Nederland? Het was aangelegd door Pegus, een voorganger van Eneco. Honderd kaarsjes op de taart van deze oude dame.

Destijds werden gebouwen verwarmd met kolenkachels. En terwijl er vandaag de dag wordt geklaagd als mensen hun houtkachel branden, kun je je voorstellen welke rookoverlast er toen was?

Kolen, gas, water
De komst van het warmtenet veranderde dit. Kolenkachels werden vervangen door radiatoren waardoor warm water stroomde. De kolencentrale leverde de warmte voor dat water. Zo werd warmte efficiënter ingezet, nam het gebruik van kolen af en was er sprake van een sterke afname van de rookoverlast. Het begin van de warmtetransitie die nog steeds voortduurt; nu met als doel vergroening.

De kolencentrales werden vervangen door gas gestookte centrales, die waren vier keer schoner. In de loop der tijd werden ook steeds meer gebouwen aangesloten op het warmtenet. Momenteel wordt ongeveer 25 procent van de Utrechtse panden via een warmtenet verwarmd en in Nieuwegein is dat zelfs 50 procent.

Hiep hiep hoera!
Een warmtenet gaat gerust even mee, maar niet eeuwig. In de Utrechtse Haverstraat wordt momenteel het 70 jaar oude netwerk vervangen.

Het netwerk maakt zo drie overstappen mee: van kolen naar gas en nu vindt de derde transitie plaats; van gas naar fossielvrij. Bij de rioolzuivering in Overvecht komen straks vier grote pompen te staan die warmte halen uit gezuiverd afvalwater. Eind van dit jaar moet dat gereed zijn en dan is het de bedoeling dat het warmtenet van Utrecht duurzaam wordt verwarmd, precies 100 jaar na de aanleg van het eerste netwerk. Hiep, hiep, hoera!