Hybride warmtepomp wordt de katalysator, maar het streven blijft zo elektrisch mogelijk

08.12.2022 Jan de Wit

Hybride warmtepomp wordt de katalysator, maar het streven blijft zo elektrisch mogelijk
©Nefit Bosch

Het tempo moet omhoog. Het kabinet wil immers voor 2030 een miljoen woningen voorzien van een hybride warmtepomp, maar Dutch New Energy Research schat dat zonder verandering in marktontwikkeling er slechts 700.000 warmtepompeninstallaties in de bestaande bouw zullen zijn tegen die tijd. Daarvan zal slechts een gedeelte hybride zijn. Als Nederland zich niet stuk wil staren op 2030 dan zal het ook nu moeten blijven streven naar een zo elektrisch mogelijke verduurzaming van de gebouwde omgeving.

Onlangs sprak Maxine Tillij, directeur strategie energiesysteem op het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, uit dat om in 2050 te kunnen beschikken over een klimaatneutraal energiesysteem, deze in 2040 eigenlijk al klaar moet zijn.

De gemiddelde levensduur van een (hybride) warmtepomp is, mits goed onderhouden, zo’n vijftien tot twintig jaar. Veel warmtepompen die nu worden geïnstalleerd zullen dus nog draaien wanneer het klimaatneutrale energiesysteem al zo goed als af moet zijn. Hoe verstandig is het dan om met de hybride warmtepomp een tussenstap te introduceren?

Volgens Kornelis Blok, professor energiesysteemanalyse aan de TU Delft en IPCC-auteur, hoeft het helemaal geen nadeel te zijn dat de tussenstap nog op fossiele energie draait.

“We moeten natuurlijk streven naar zo elektrisch mogelijk, maar ik denk dat het juist een voordeel kan zijn dat de hybride warmtepomp makkelijk terug kan schakelen naar andere energiebronnen. Nu is dat nog aardgas, maar straks is dat groene waterstof of groen gas. Daarnaast geeft het mensen een extra geruststelling dat de cv-ketel nog als oplossing in nood kan dienen.”

Hou het all-electric spoor in de gaten
Vanuit de keten komen er ook kritische geluiden vertelt Frank Agterberg, voorzitter van de Vereniging Warmtepompen. “De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie is bijvoorbeeld argwanend dat dit plan te veel naar één deeltechniek leunt.” De meest gehoorde kritiek sluit daar op aan, dat de all-electric warmtepomp hiermee opzij wordt gezet.

“We moeten het niet nalaten om de mogelijkheden van de all-electric te verkennen. Op het actieplan komt nog een vervolgplan, daarin moeten we het spoor van de all-electric verder uitwerken, wellicht door te stimuleren – of misschien wel verplichten – dat de hybride warmtepomp nu al all-electric ready wordt gebouwd.”

Blok zit op dezelfde lijn. Hij ziet de hybride warmtepomp ook als een cruciaal onderdeel in het realiseren van een aardgasvrij Nederland. “Ik vermoed dat 70 tot 80 procent van de gebouwde omgeving van een warmtepomp voorzien kan worden, maar de hele gebouwde omgeving moet aardgasvrij. Dat betekent dus ook dat we niet alle pijlen op één techniek moeten gooien.”

Een breed scala van technieken ontwikkelen hoeft wat hem betreft ook niet nadelig uit te pakken voor individuele technieken. “We moeten de beschikbare warmtetechnieken maximaal benutten. Laten we daarom nu ook al kijken naar combinaties van technieken. Welke technieken kunnen goed samenwerken, kunnen ze samen wellicht nóg hogere reductiedoelen aan of kunnen we ze straks inzetten bij de moeilijk te verduurzamen woningen?”

Agterberg benadrukt dat dit actieplan een eerste stap is. Een stap die bewust scherp is aangesneden. “We zijn nu in gesprek over de verdere uitvoering, daar brengen we de nuancering hopelijk in. Er zijn ook veel meer hybride concepten denkbaar dan het actieplan schetst. Het verhaal moet volgens mij zijn dat we nu naar hybride bewegen, daarna naar all-electric. De stap naar een hybride warmtepomp moet een bewuste stap zijn in een groter plan richting volledig aardgasvrij.”

Actieplan heeft onvoldoende aandacht voor circulariteit en impact op het elektriciteitsnet
Maar er zijn meer beren op de weg naar een aardgasvrij Nederland. Het feit dat het Actieplan hybride warmtepompen geen aandacht besteed aan circulariteit is volgens Olaf Oosting, directielid en senior adviseur duurzaamheid en circulariteit bij Valstar Simonis, bij uitstek een gemiste kans.

De installatiebranche onderscheidt zich namelijk van andere bouwpartners op het gebied van circulair bouwen, omdat er volgens het adviesbureau sprake is van een zeer lange keten, het gebruik van (schaarse) metalen op grote schaal en een relatief korte gebruiksperiode. Er is wel aandacht voor de impact van warmtepompen op het energienetwerk, dus er is wel degelijk naar de toekomst gekeken.

“Het actieplan is terecht groots neergezet en roept op tot forse actie”, ziet Oosting. “Tegelijk is circulariteit als thema inmiddels echt in de branche neergezet. Er is een tekort aan grondstoffen, materialen en chips, dus er is alle reden om nu al naar een meer circulair product te kijken. Daar vind ik dat de betrokken partijen een steek hebben laten vallen.”

Wat gaat de impact op het elektriciteitsnet worden?
Ook vanuit de netbeheerders kwam er kritiek op het actieplan, en dan met name op de communicatie. Daaruit zou onvoldoende urgentie blijken van de impact van zoveel meer warmtepompen op het elektriciteitsnet.

Het actieplan spreekt de hoop uit dat de Installatiemonitor een vervolg kan krijgen om “inzichten op te doen voor de impact van de (hybride) warmtepompen op het elektriciteitsnet in de gebouwde omgeving in termen van netbelasting”.

En ook in de brief van minister Jetten aan de Tweede Kamer wordt het monitoren van “de impact op het elektriciteitsnetwerk” genoemd. Maar op de daadwerkelijke implicaties wordt in de ogen van sommige netbeheerders niet ingegaan. Dit zou meer aandacht in het actieplan verdienen omdat het een essentiële randvoorwaarde is voor het slagen van de warmtetransitie. Blok denkt dat dit niet zo’n groot probleem hoeft te zijn.

“Warmtepompen belasten het net met name in de winter, wanneer er relatief weinig zonne-energie en soms ook weinig windenergie wordt opgewekt. Het is daardoor ook geen oplossing voor piekmomenten in de opwek van hernieuwbare energie”, stelt de professor.

“Het is wel zinvol om ervoor te zorgen dat warmtepompen in de toekomst kunnen doorschakelen op groene waterstof of groen gas als er minder hernieuwbare elektriciteit voor handen is. Om warmtepompen te integreren in het toekomstige energiesysteem is er daarom meer behoefte aan vormen van langetermijnopslag. Dan denk ik ook weer aan waterstof of door warmtepompen te matchen met PEM-brandstofcellen.”

Deze Proton Exchange Membrane Fuel Cells (of PEMFC) kunnen worden gevuld met bijvoorbeeld waterstof, methanol of aardgas en kunnen fungeren als batterij. “Maar soms moet je als overheid dingen ook deels aan de samenleving laten. Dus niet té restrictief willen sturen, maar alleen de kaders schetsen.”

In dat licht vindt Agterberg het een goede zaak dat de verkoop van de mono cv-ketel per 2026 wordt verboden als vervanging van de cv-ketel in een geschikte woning. “Dan is er sprake van wortel én stok. Wat betreft de sturing zou ik dan willen zeggen: We moeten zorgen voor de juiste techniek op het juiste moment in het juiste gebouw.”

Dit artikel is eerder gepubliceerd in het Warmtepomp Trendrapport 2023, een gezamenlijke uitgave van Warmte365 en Dutch New Energy Research. Wilt u het hele rapport lezen met alle trendanalyses en marktdata? Klik dan hier.