Is geothermie de beste keuze voor een natuurinclusieve warmtetransitie?

20.06.2023 Brendan Hadden

Is geothermie de beste keuze voor een natuurinclusieve warmtetransitie?
©Geothermie Nederland | Aardwarmte Combinatie Luttelgeest

De energietransitie moet de planeet als geheel ten goede komen, maar concurreert op lokaal niveau vaak met de natuur voor ruimte. Geothermie biedt op dat vlak uitkomst, omdat het relatief weinig oppervlakte in beslag neemt. Maar hoe zit het met andere vormen van milieu-impact, zoals het mengen van aardlagen en drinkwatervervuiling?

In deze reeks kijkt Warmte365 naar een aantal warmtebronnen en de impact die ze hebben op de natuur en hun omgeving. In dit eerste deel: geothermie.

Bij de gevolgen van de warmtetransitie voor de natuur en de omgeving kun je aan verschillende dingen denken. Heel breed gezien gaat het natuurlijk om emissies voorkomen, door op een duurzamere manier warmte op te wekken.

Maar op meer lokaal niveau gaat het vaak om de invloed van warmte-installaties op de natuur in de directe omgeving. Dat kan gaan om landgebruik en het innemen van ruimte voor de natuur, maar ook om vervuiling, geluidsoverlast, en verstoring bij het aanleggen.

Geothermie lijkt op het gebied van natuur de ideale uitkomst te zijn: het overgrote deel van de installatie bevindt zich onder de grond. Maar er zijn ook zorgen, zoals over het effect van boringen op de kwaliteit van de bodem en de drinkwaterbronnen die daar zitten. Warmte365 sprak met Jessica Doorn, onderzoeker bij de Natuur- en Milieufederatie Utrecht, en Hans Bolscher, voorzitter van Geothermie Nederland, om erachter te komen hoe reëel die zorgen precies zijn.

Grootste voordeel: alles zit onder de grond
Geothermie maakt over het algemeen gebruik van een tweetal putten: een put voor het oppompen van heet water uit de diepe ondergrond, en nog een voor het terugvoeren van dat water nadat de warmte eruit is gewonnen.

Hierdoor kan er een hoop warmte worden gewonnen op een beperkt oppervlak. “Op ongeveer een half voetbalveld kun je de verwarmingsinstallatie voor een stad neerzetten”, vertelt Bolscher. “Dat is een van de grote voordelen; met heel veel onder de grond en heel weinig boven de grond kun je toch substantiële volumes aan warmte opwekken.”

Doorn sluit zich hier in principe bij aan. “Zo bekeken zou je liever een grotere centrale hebben dan iedereen zijn eigen warmtebron”, licht ze toe. Doorn voegt daaraan toe dat andere warmtebronnen (aquathermie, bodemenergie) waarschijnlijk qua ruimtelijke invloed meer druk op de natuur leggen. Toch is er ook bij geothermie wel sprake van enige bovengrondse verstoring. Doorn noemt lichthinder ('s nachts) en geluidshinder van de installatie als voorbeelden.

Hoe reëel is het risico op vervuiling?
Omdat er bij geothermie water vanuit minstens vijfhonderd meter diep naar boven wordt gepompt, is een van de risico’s dat er lekken ontstaan en er vervuiling optreedt in ondiepere lagen van de bodem.

“Bij geothermie komt best wel wat vies water omhoog”, legt Doorn uit. “En je hebt dan door meerdere aardlagen geboord, dus je loopt het risico dat je andere aardlagen gaat vervuilen.” Daarbij komt dat je bij geothermie zodanig diep boort, dat het water dat omhoog komt hele kleine hoeveelheden radioactieve straling bevat. Deze is van nature aanwezig in de aardkorst, maar komt bij geothermie naar het oppervlak en kan vrijkomen bij lekkage of periodieke onderhoudswerkzaamheden.

Een van de zorgen die het meest rondom geothermie wordt geuit is dat drinkwaterbronnen vervuild zouden raken. Eind 2021 deed drinkwaterbedrijf Vitens een oproep aan de Nederlandse overheid om strenger af te kaderen waar geboord mag worden, en waar niet geboord mag worden in verband met drinkwaterbronnen.

Bolscher is zich bewust van de risico’s, maar wijst erop dat deze grotendeels worden afgedekt bij de huidige stand van de techniek. “Het risico van lekken is niet irreëel, maar dat kun je goed monitoren”, legt hij uit. “Bij de allereerste putten had je nog enkelwandige stalen buizen, maar bij het huidige ontwerp worden dubbelwandige systemen gebruikt. Bij die pijpen kun je vroegtijdig detecteren of er iets mis gaat.”

Ook benadrukt Bolsscher dat op het gebied van drinkwater de regels tegenwoordig heel duidelijk zijn. “Ten tijde van die oproep zaten we nog in de discussie over de ontwikkeling van geothermie”, vertelt hij. “Maar de regels zijn daar heel duidelijk in. Je mag niet door drinkwaterbronnen boren, dus dat gebeurt niet.”

Al met al heeft Bolscher er dan ook veel vertrouwen in dat geothermie vrijwel zonder vervuiling mogelijk is. “Het verspreidt zich niet of nauwelijks in de ondergrond”, bevestigt hij. Doorn is sceptischer: “Van gasboringen hebben we geleerd dat drievoudige buizen nodig zijn, in plaats van dubbele. Dat moet worden meegenomen in de business case voor geothermie, anders blijven er risico’s voor ondergrondse vervuiling.”

Maatschappelijke acceptatie soms lastig
Zowel in de Tweede kamer als bij de gemeentes is er veel steun voor geothermie, zegt Bolscher. Maar zelfs dan blijft het in sommige gevallen lastig om voldoende draagvlak te creëren. Als voorbeeld noemt hij het zogeheten ‘schuinboren’: als je vanaf een plek buiten een waterwingebied, onder de drinkwaterbron, naar een warmtebron boort.

“Over schuinboren zijn veel meningen”, licht Bolscher toe. “In principe zijn er weinig redenen om dat niet goed te vinden. Er wordt onderzoek naar gedaan, en de technische milieu-impact zal ergens tussen klein en nihil zitten. Maar de politieke acceptatie is een ander verhaal.”

Hoewel geothermie dus wat betreft impact op de omgeving goed scoort, is er soms wel weerstand vanuit de maatschappij. Mogelijk dat dit een kwestie is van meer kennis en ervaring opdoen met de techniek – onbekend maakt immers onbemind.

Volgens Doorn mist er ook nog een stuk duidelijkheid over hoe er met risico’s wordt omgegaan. “Dat moet allemaal transparant aan de voorkant worden vastgesteld”, geeft ze aan. “Ook moeten terreinbeherende organisaties en natuurorganisaties aan de voorkant worden geconsulteerd, in plaats van alleen geïnformeerd.”

Naarmate energie en natuur vaker in conflict komen te staan, kan een ruimte-efficiënte oplossing als geothermie uitkomst bieden. Nu er steeds meer projecten in de startblokken staan of worden gerealiseerd (nu 24 locaties met nog 70 projecten in de pijplijn), is het aan de geothermiesector om de maatschappij te overtuigen dat ze die op een natuurinclusieve manier kunnen uitvoeren.