Isolatie kun je niet eten

14.05.2025 Tim van Nes Projectleider Grondstoffen en Circulaire Economie bij Natuur & Milieu

Isolatie kun je niet eten

Elke ochtend vertrekt Leroy (52) uit zijn kleine appartement in een sociale huurflat aan de rand van de stad. Al jarenlang werkt hij als vakkenvuller in de supermarkt. “Het is geen vetpot, maar ik red het net,” zei hij vroeger. Nu weet hij niet meer hoe. De energierekening blijft stijgen, de prijzen in de supermarkt — waar hij zélf de schappen vult — zijn nauwelijks bij te houden. En het is nog niet eens winter.

’s Avonds, als Leroy thuiskomt, denkt hij er niet aan om de verwarming aan te zetten.  Niet omdat hij geen warmte wil, maar hij wil de extra kosten niet hebben. “Je hoort overal hoe mensen hun huis isoleren, warmtepompen installeren, zonnepanelen op het dak leggen. En ik? Ik trek nog maar een extra trui aan.” Hij kijkt uit het raam, naar de koopwoningen aan de overkant waar de daken vol liggen met panelen. “Iedereen lijkt bezig met vergroenen, hartstikke mooi voor die mensen natuurlijk. Maar hoe zuur is het dat mensen met lage inkomens voor wie de steeds hogere energierekening echt een probleem is, blijven zitten met tochtige huizen en nauwelijks hulp ontvangen van de overheid.”  

Duurzaamheid vindt hij wél belangrijk. “Maar ik heb gewoon geen keuze. Isolatie kun je niet eten.”

Leroy is een fictief persoon, maar zijn verhaal komt overeen met de verhalen die de mensen van de Energiebank en het Energiefonds dagelijks horen.  Mensen met lage inkomens vallen op dit moment volledig buiten de boot in de energietransitie. Leningen uit het Energiefonds zijn doorgaans voor deze mensen onbereikbaar; wanneer je met moeite het einde van de maand haalt is een lening geen optie. Daarbij is het tijdelijk noodfonds energie, dat bedoeld is om tijdelijk de lasten te verlichten, na een week al gestopt omdat het geld op was. En de voorgenomen verlaagde energiebelasting op elektriciteit levert slechts een paar euro per maand op — een bedrag dat zijn buren met zonnepanelen ook ontvangen. En ondertussen zit Leroy nog steeds in een tochtige, vochtige flat.

Het vooruitzicht voor mensen die aan het gas vastzitten is ook niet bepaald zonnig. Gasprijzen blijven stijgen en zullen steeds meer volatiel worden (TNO, 2025). Volgens Berenschot wordt verwacht dat de gemiddelde energierekening tot 2030 met €195 per jaar stijgt. Zonder aanvullende maatregelen neemt het aantal huishoudens in energiearmoede met 31 procent toe — dat zijn ruim 100.000 extra gezinnen boven op de 396.000 die nu al worstelen (Berenschot, 2025). TNO schat ook dat zónder steunmaatregelen het aantal huishoudens in energiearmoede in 2023 was opgelopen tot 885.000 (TNO, 2025). 

Structurele maatregelen zijn nodig
Uit onderzoek van Berenschot blijkt dat structurele halvering van de energierekening van huishoudens in energiearmoede in 2030 al mogelijk is door woningen bij de kern aan te pakken. Door in te zetten op grootschalige isolatie tot schillabel B, gecombineerd met warmtepompen of warmtenetten zijn woningen voor goed beschermd tegen toekomstige prijsschokken. Tariefregulering en de Wet Collectieve Warmtevoorziening (WCW) moeten ervoor zorgen dat eindgebruikers betaalbare tarieven houden. Met een slimme kostenverdeling hoeft dit niet meer dan 870 miljoen euro per jaar te kosten (zie oplegger Natuur & Milieu voor financiële onderbouwing). Geen klein bedrag, maar wel essentieel als we willen voorkomen dat juist mensen met lage inkomens achterblijven in de warmtetransitie. 

Het belang van draagvlak
De warmtetransitie kan alleen slagen als alle groepen in de samenleving worden meegenomen. Als verduurzaming wordt gezien als een risico in plaats van een kans, verdwijnt het draagvlak onder een grote groep Nederlanders. Dat móet anders. Draagvlak is geen gegeven, maar een resultaat van beleid dat gericht is op inclusie en vertrouwen. Maak van de warmtepomp geen elitepomp, maar een onderdeel van een sociaal rechtvaardige transitie die betaalbaarheid en comfort vooropstelt. Want juist deze groep heeft het meest te winnen: een comfortabel huis en een lagere energierekening.

Maar hoe zorg je dat mensen met lage inkomens de warmtepomp als ‘koopkrachtpomp’ zien? De eerste stap is een gesprek – niet over technologie, maar over zorgen, lasten en perspectief. Daar ligt de kracht van lokale initiatieven als de FIXbrigade en de Energiebank. Ze komen niet met folders, maar met hulp: tochtstrips, radiatorfolie en aandacht. Met een nationaal netwerk weten ze lokaal mensen achter de voordeur te bereiken. Zo ontstaat ruimte voor grotere stappen – en groeit het draagvlak. Vandaar kan het gesprek beginnen over grotere maatregelen. 

Echter dreigen lokale energiehulpnetwerken dit werk niet meer te kunnen doen omdat financiering stokt. In het ravijnjaar van gemeenten en zonder vangnet van de landelijke overheid dreigen deze organisaties hun belangrijke werk te moeten staken.  Ook ontbreekt beleid dat mensen in staat stelt om daarna de volgende stap te nemen.

Onze boodschap? “Fix de huizen, niet alleen de rekening.” Kom daarmee met een totaalpakket dat de mens centraal stelt van het eerste gesprek tot de laatste warmtepomp. Niet alleen voor het klimaat, maar omdat niemand zou moeten kiezen tussen eten of warmte.

Deze column in geschreven door Tim van Nes, projectleider bij Natuur & Milieu en ondersteund door Marieke Vollering, directeur van Energiebank en Steven Jonker, directeur van FIXbrigade.