Juist de armste huurder zit in de kou

24.11.2021 Simone Tresoor

Juist de armste huurder zit in de kou

Vooral in de armste wijken van de Randstad zijn veel corporatiewoningen nog niet goed geïsoleerd. Bij meer dan 90.000 woningen in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag is de isolatie ondermaats. Dat betekent dat een kwart van alle corporatiewoningen in deze steden energielabel D of lager scoort. En dat betekent vervolgens dat de bewoners extra hard worden getroffen door de hoge gasprijs.

Dit blijkt uit onderzoek van platform Investico en Trouw op basis van een landelijke database van energielabels en kaarten van corporatiebezit, waarmee voor het eerst cijfers over woningisolatie per stad en per corporatie openbaar worden. Van zeven steden zijn data verzameld.

17.000 huishoudens hebben label F of G
Zeker 17.000 huishoudens in de drie grote steden huren een woning met label F of G, nauwelijks geïsoleerd en meestal met enkel glas. En uit de data blijkt dat juist deze huurders van de armste wijken het langst moeten wachten op isolatie.

TNO berekende eerder dit jaar al dat, van alle mensen die in energiearmoede leven, driekwart bij een  woningcorporatie huurt. Ze kunnen zelf niet veel doen om de gaskosten te drukken en zijn afhankelijk van de corporatie.

Verschillen tussen corporaties zijn groot
De verschillen tussen de corporaties zijn aanzienlijk: zo heeft een derde van de huurders bij Woonbron in Rotterdam bijvoorbeeld een slecht geïsoleerde woning terwijl bij Woonstad in dezelfde stad minder dan 15 procent kans heeft op een tochtig huis. 

In 2013 beloofde de sector in het Energieakkoord dat hun woningen uiterlijk in 2020 gemiddeld energielabel B zouden hebben. In 2016 verschoven ze de deadline naar eind dit jaar. Maar die belofte gold slechts een landelijk gemiddelde, en daarachter blijken nu dus grote verschillen schuil te gaan. Woningcorporaties die het doel niet halen wijten dit aan geldgebrek en aan het feit dat ze veel oud woningbezit hebben.