Kabinet publiceert Nationaal Programma Circulaire Economie

16.02.2023 Brendan Hadden

Kabinet publiceert Nationaal Programma Circulaire Economie

Nederland moet zuiniger met grondstoffen omgaan. In het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) 2023-2030 schetst het kabinet maatregelen die de economie op koers moeten brengen om in 2050 volledig circulair te zijn. Klimaatinstallaties moeten langer mee, milieuschade moet in de prijzen verwerkt worden en materiaal moet meer hergebruikt worden.

Volgens staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Vivianne Heijnen moet er met het programma een tandje bij worden gezet op weg naar een circulaire economie. Het programma stelt dat er “meer richtinggevende en dwingende maatregelen” nodig zijn.

Ook bevat het NPCE specifieke maatregelen voor vijf productketens die onder andere gekozen zijn vanwege hun belang voor de economie en hun hoge milieu-impact. Een van die productketens, de ‘maakindustrie’, bevat onder andere PV-systemen, windparken en klimaatinstallaties (verwarming en koeling). Onder klimaatinstallaties verstaat het NPCE “de opwekking, distributie en afgifte van warmte en koude in gebouwen inclusief de aansturing daarvan”. Daarnaast zijn de maatregelen gericht op de gehele keten, inclusief installatie, productie, onderhoud en verwerking.

Het NPCE wil hiermee de Milieukostenindicator (MKI) voor klimaatsystemen in 2030 met 25 procent reduceren. Dit moet grotendeels bereikt worden door de levensduur van klimaatsystemen met 50 procent te verlengen en alle componenten volledig te recyclen of hergebruiken.

Een gelijk speelveld
Het NPCE benadrukt het belang van het creëren van een gelijk speelveld op Europees niveau. Op basis van de Ecodesign-richtlijn zouden er duurzaamheidseisen aan klimaatsystemen moeten worden gesteld, met eisen op het gebied van levensduur en repareerbaarheid.

Het NPCE noemt dat voor een aantal klimaatinstallaties al Ecodesign-verordeningen zijn opgesteld, maar dat Nederland zich zal inspannen om te zorgen dat de circulariteitseisen ambitieus en up to date zijn.

Economische prikkels
Het NPCE noemt dat het momenteel nog moeilijk is voor circulaire installatiepakketten om te concurreren met goedkope alternatieven. Er zouden te weinig financiële prikkels zijn om een goede businesscase voor circulair ontwerp tot stand te brengen.

Het NPCE wil een aantal oplossingen verkennen. Ze noemen hierbij het opbouwen van financiële data ten aanzien van de recycling- en hergebruikwaarde van installaties en experimenten met andere rekenmethodes. Ook willen ze de mogelijkheden rond een minimum levensduur onderzoeken. Dit zou dan tot stand komen door middel van lange fabrieksgaranties en producentenverantwoordelijkheid met milieuprestatiedoelen.

PBL waarschuwt voor duurzaamheid materiaalgebruik
Een van de aanleidingen voor het NPCE is een rapport van Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) over de voortgang van de circulariteitsdoelen. In het rapport stellen de auteurs dat we niet op schema liggen om de gestelde doelen te halen.

Op het gebied van de maakindustrie (onder andere PV- en klimaatinstallaties) waarschuwt het rapport dat we steeds afhankelijker zijn geworden van de import van kritieke materialen zoals indium, kobalt en zeldzame aardmetalen. Om die reden spoort het rapport het kabinet het beleid op het gebied van circulariteit op te schroeven en dwingendere maatregelen te nemen.

Een andere constatering uit het rapport is dat er nog te weinig maatregelen worden geïmplementeerd die zich richten op de consumptiekant van de economie. Het PBL ontwikkelde om dit te meten de ‘R-ladder’, een instrument waarin zes strategieën worden onderscheiden die tot minder grondstofgebruik leiden. Het PBL stelt vast dat het huidige beleid vrijwel geen gebruik maakt van het begin van de ladder, waar de treden refuse en rethink onder vallen. Bij deze treden gaat het om het verminderen van consumptie door van onnodig verbruik af te zien, of producten intensiever te gebruiken door ze bijvoorbeeld te delen.