Lager aandeel hernieuwbare energie door onder andere minder meegetelde biomassa

29.06.2022 Jan de Wit

Lager aandeel hernieuwbare energie door onder andere minder meegetelde biomassa

In 2021 lag het aandeel hernieuwbare energie op 12 procent van het totale energieverbruik in Nederland, tegenover 14 procent in 2020. Ten opzichte van 2020 is er minder biomassa meegeteld voor het aandeel hernieuwbare energie en is er geen hernieuwbare energie uit het buitenland ingekocht. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS.

Ondanks dat het verbruik van wind- (met 36 procent) en zonne-energie (met 28 procent) toenam, is het totale aandeel hernieuwbare energie in Nederland gedaald. Dat komt door de herziene Richtlijn Hernieuwbare Energie van de Europese Unie. Deze bevat strengere duurzaamheidscriteria voor biomassa.

Het totale verbruik van biomassa dat zonder twijfel voldoet aan de EU-Richtlijn was 107 petajoule in 2021, een jaar eerder was dit nog 120 petajoule. Hiermee kwam het verbruik van hernieuwbare energie vorig jaar uit op 240 petajoule. Dit is 12 procent van het totale bruto eindverbruik van energie. De grootte van ‘onzekere biomassa’ was afgelopen jaar 29 petajoule.

Ook is er in 2021 geen statistische overdracht van hernieuwbare energie gedaan, wat in 2020 wel het geval was. Toen werd 49 petajoule van Denemarken ingekocht om de dat jaar bindende EU-doelstelling van 14 procent hernieuwbare energie te halen.