Meer nationale regie voor de energiefixers gezocht
21.06.2023 Simone Tresoor

Er is afgelopen jaar een nieuw woord geboren: energiefixers. Mensen die, al dan niet op vrijwillige basis, helpen om energiearmoede te verminderen. Ze plakken tochtstrippen, vervangen lampen voor LED-verlichting en bevestigen isolatiefolie. Alles om de energierekening van de minder bedeelden omlaag te krijgen. In een crisissituatie moet je snel handelen. Dat werd dan ook gedaan vorig jaar. Maar dat ging overal anders. Soms zat de gemeente er achter, soms een fonds. Nu het weer wat warmer is en de teams even kunnen uitblazen, klinkt de roep om een nationale regie.
Ook de gemeente Dijk en Waard (Heerhugowaard en omstreken) ging aan de slag met een lichting energiecoaches die de inwoners geheel kosteloos hielpen en betaalde energiefixers die adviseerden bij het verduurzamen van hun woning. De vraag was direct veel groter dan het aanbod en er ontstond zelfs een wachtlijst. Er werden nog meer energiecoaches opgeleid om aan de enorme vraag te voldoen. Afgelopen winter zijn er zo 450 woningen gefixed en nog 275 bewoners geadviseerd en dit jaar wil de gemeente er nog veel meer aanpakken.
Ook advies over grote aanpassingen
“De energiecoaches doen hun werk vrijwillig vanuit onze organisatie Wonen Plus Welzijn. Zij zijn speciaal opgeleid door het Duurzaam Bouwloket om een gedegen energieadvies te kunnen geven over bijvoorbeeld isolatie en warmtepompen,” aldus Lotte Versteeg, adviseur duurzaamheid bij de gemeente. Voor huiseigenaren geven de fix-teams, die betaald worden voor hun werk, ook advies over kleinere aanpassingen. Er wordt ook gekeken naar consumentengedrag, want soms kan een simpele tip al heel veel geld schelen.”
Versteeg: “Wat duidelijk is geworden vorig jaar: dat de mensen die we eigenlijk het eerste willen helpen, de mensen die het financieel echt het moeilijkste hebben, lastig te bereiken zijn. Dit zijn mensen die geen financiële armslag en weinig tijd hebben om over de toekomst na te denken. Deze groep heeft andere problemen die voorgaan: of er boodschappen gedaan kunnen worden deze week bijvoorbeeld.”
Onderzoek TNO en CBS
Energiearmoedebeleid staat hoog op de politieke agenda en gemeenten spannen zich in om huishoudens bij te staan. In korte tijd doen gemeenten veel kennis en ervaring op, maar ze lopen, volgens onderzoek van TNO, ook tegen knelpunten aan. Een gebrek aan nationale regie vormt voor veel gemeenten een barrière om te komen tot een middellange termijn aanpak.
Uit de peiling onder 133 beleidsmedewerkers uit 105 gemeenten wordt duidelijk hoe zij vinden dat het gaat met de aanpak van energiearmoede, waar ze tegen aanlopen en wat er beter kan.
Uit het onderzoek van TNO en CBS blijkt dat in 2022 ruim 600 duizend huishoudens energiearm zijn (6,4 procent van het totaal), zo’n 90.000 meer dan in 2020. Ze hebben hoge energiekosten, wonen meestal in een huis dat niet goed is geïsoleerd en hebben een laag inkomen.
Vraag naar makkelijk kopieerbare voorbeelden|
Gemeenten spelen een centrale rol bij de aanpak van energiearmoede en er wordt een beroep op hen gedaan voor de implementatie van nationaal en lokaal beleid. In korte tijd is veel ervaring opgedaan en zijn er aanzienlijk meer middelen beschikbaar dan voorheen. De tweede peiling laat onder andere zien dat er behoefte aan nationale regie en voorspelbaarheid en continuïteit van financiële middelen is.
Nationaal beleid op energiearmoede wordt door de gemeenten als ‘ad hoc’ ervaren en de bevraagde beleidsmedewerkers geven verder aan dat het Rijk geen doorkijk geeft naar de doelen en richting voor de komende jaren. Ze vinden dat energiearmoede onvoldoende wordt gekoppeld aan armoedebestrijding, volkshuisvesting en de energietransitie. Er is vraag naar makkelijk kopieerbare voorbeeldaanpakken en slimme beleidsoplossingen voor conflicten rondom privacy, staatssteun en natuurwetgeving.
Ook blijft het gebrek aan voldoende personeelscapaciteit een knelpunt waardoor de rust ontbreekt om rustig na te denken over strategie en richting. De complexiteit van regelgeving zorgt ook voor een hoge werkdruk.
Het zou mooi zijn als gemeenten van elkaar kunnen leren
Versteeg: “Waar wij tegenaan liepen afgelopen jaar: het is lastig de juiste doelgroep goed in kaart te brengen. Wij werken goed samen met de belangrijkste huurcorporaties en hebben afspraken gemaakt dat huurwoningen die net tussen wal en schip vallen omdat ze nog moeten wachten op een renovatie nu alvast worden geholpen door het geven van een cv-optimalisatie. Hiermee wordt direct tien procent op het gasverbruik bespaard.”
Zij vervolgt: De gemeente Dijk en Waard is er direct en volledig voor gegaan. Je kunt nog weken vergaderen, maar dat helpt niet. We zijn gewoon aan de slag gegaan en met de bouwstenen die we daarmee vergaard hebben kunnen we komend jaar ook doorbouwen.”
Moraal van het verhaal is dat het mooi zou zijn als gemeenten van elkaar kunnen leren. Wat gaat er goed en wat kun je beter laten? Zo werkte het in Leiden enorm goed dat de teams waren samengesteld uit één handige klusser en één iemand die anderstalig was. Dan wordt meteen aan de voordeur iedere vorm van twijfel weggenomen. Maar denk ook aan regelgeving, nu heeft iedere gemeente dat voor zichzelf uitgezocht, maar het zou natuurlijk veel handiger zijn als dat duidelijk en helder is en met alle gemeenten gedeeld wordt.