De Tweede Kamer heeft vandaag ingestemd met de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw). Dat laat het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) weten. De wet geeft gemeenten de bevoegdheid om wijken, buurten en dorpskernen te voorzien van een duurzaam warmtealternatief. Als de Eerste Kamer ook voor stemt, gaat de wet per januari 2025 in.

De Transitievisie Warmte, die gemeenten volgens het Klimaatakkoord al in 2021 moesten opstellen, gelden als verplicht programma onder de Omgevingswet. De naam Transitievisie Warmte gaat veranderen naar Warmteprogramma. In het warmteprogramma beogen gemeenten welke wijken tot 2030 worden verduurzaamd onder regie van de gemeenten.

Aanwijsbevoegdheid
Daarnaast laat NPLW weten dat de aanwijsbevoegdheid een belangrijk instrument uit de Wigw is. Hiermee kunnen gemeenten vanuit hun regierol gebieden aanwijzen die moeten overgaan op een duurzame warmtevoorziening. De wet zorgt voor een lokale aanpak waarbij bewoners inspraak hebben op het aardgasvrije alternatief.

Warmtetarieven
In de Wgiw zijn ook nieuwe rekenmethoden opgenomen om de maximumtarieven voor warmte te bepalen. Hiermee moeten de kosten voor warmte uiteindelijk lager worden voor bewoners. Deze wijzigingen zouden eigenlijk onderdeel zijn van de Wet collectieve warmte (Wcw), maar door ze mee te nemen in de Wgiw kan de regeling hopelijk eerder van kracht gaan