Natte lauwte

11.04.2023 Frank Agterberg

Natte lauwte

Nee, natte lauwte is niet de weersvoorspelling. Ik wil het graag met u hebben over een actuele (r)evolutie rond een heel goede, misschien wel de beste, thermische bron voor warmtepompen. We hebben het veel over warmtepompen, maar weinig over de thermische bronnen daarvoor. Waar komt die warmte nou vandaan die we ‘pompen-van-waar-die-is-naar-waar-we-die-willen-hebben’?

Water is een geweldig medium om veel warmte in te bewaren en er weer uit te halen als nodig. De bodem zit tot bijna aan het maaiveld vol met vrijwel stilstaand water. Door ’s zomers warmte te oogsten middels (af)koeling van een te warm gebouw of warm oppervlaktewater en in het grondwater op te slaan, kunnen we deze er in de winter weer uithalen en middels een water-water-warmtepomp als warmtebron gebruiken. Dit noemen we bodemenergie.

Voor uw gevoel: de temperatuur van dat grondwater varieert tussen pakweg 0 tot 6 graden Celsius als de warmte er na de winter uit is gehaald en zo’n 14 tot 18 graden Celsius als deze is opgewarmd na de zomer.

Eigenlijk lauw water dus. Maar vanwege de relatief hoge temperatuur van deze bron van omgevingswarmte en de grote hoeveelheid warmte per graad temperatuurverschil is het rendement op de voor de warmtepomp benodigde elektrische extreem hoog. Tot wel 700 procent. Dat is de zogenaamde COP, in dit geval 7. Ideaal, massaal toepassen dus!

Hoewel, er zijn zorgen over en competitie voor benutting van grondwater. Het wordt tevens gebruikt als drink- en proceswater. Voor irrigatie van land- en tuinbouw. Het is onderdeel van de biodiverse omgeving. Het stabiliseert funderingen van gebouwen en kunstwerken. En je moet er doorheen boren voor diepere bodemschatten zoals aardwarmte.

Daarom moeten we de kwaliteit van het grondwater goed beschermen. En goed afwegen waar, wanneer, wie en hoe welk deel van het grondwater mag worden benut. Een integrale afweging dus waarbij de diverse toepassingen tegen elkaar worden afgewogen.

Momenteel vindt een veelbelovende (r)evolutie plaats richting een integrale(re) afweging. De Kamerbrief Water en bodem sturend van november jongstleden schetst de enorme opgave. Een begin van het antwoord op de ‘hoe-vraag’ wordt gegeven in het op 4 april gepubliceerde Deltares rapport Integrale Grondwaterstudie Nederland met een apart hoofdstuk over de rol van grondwater in de energietransitie.

Daarin wordt onder andere de conclusie getrokken dat “risico’s van bodemenergie soms worden overschat” en dat daardoor “een te restrictief beleid wordt gevoerd” en dat “door goed inzicht in het grondwatersysteem (…) de potentie voor bodemenergie mogelijk beter (kan) worden benut”. Wow! Leest u dit citaat gerust nog eens terug om hem goed tot u te laten doordringen. We doen onszelf dus onnodig tekort.

En als ook eindelijk de verdiende krediet wordt gegeven aan het door branche en overheid samen gebouwde en wettelijk geborgde kwaliteitssysteem voor aanleg, gebruik en onderhoud van bodemenergiesystemen en men niet blijft hangen in aantoonbaar achterhaalde inzichten over de praktijk, staat niets de verdere opschaling van deze ongeveer meest duurzame bron van warmte en koude in de weg. Nu dus met volle vaart door naar meer duurzame natte lauwte!