Nederland als opleidingsinstituut voor de energietransitie

23.04.2024 Ad van Bokhoven Adviseur geohydrologie en bodemenergie bij KWA

Nederland als opleidingsinstituut voor de energietransitie

In de strijd tegen klimaatverandering dient de gehele wereld over te stappen van fossiele brandstoffen naar duurzamere vormen van energie. Deze overstap wordt de energietransitie genoemd. We moeten overschakelen op duurzame energiebronnen en onze fossiele CO2-uitstoot verminderen, om zo de planeet, maar vooral ook onszelf te redden. En ja, dit moeten we 1.000 procent zeker doen. Maar terwijl we ons richten op de toekomst van groene energie, lijken we te vergeten dat de fundamenten van de energietransitie niet op orde zijn.

Neem bijvoorbeeld onze infrastructuur. Op veel plekken in Nederland is het elektriciteitsnetwerk verouderd en niet berekend op de grote capaciteit die voor de energietransitie benodigd is. We hebben immers duurzame energie nodig voor een behaaglijk binnenklimaat in onze gebouwen, om ons snel en fossielvrij te transporteren, voor de productie van voedsel, enzovoorts. Om alle fossiele brandstoffen te vervangen dient daarnaast de benodigde energie meer en meer te worden onttrokken uit duurzame bronnen zoals zon, wind, bodem en water.

Deze bronnen leveren echter niet op ieder moment evenveel energie. Dit gegeven, genaamd de energietransitie, leidt tot grote schommelingen in vraag en aanbod van de benodigde energie, met als gevolg capaciteitsproblemen op momenten van piekvraag en piekaanbod. Als we serieus zijn over de energietransitie, moeten we heel snel investeren in het moderniseren en uitbreiden van ons elektriciteitsnetwerk.

Sociaaleconomische transitie
Daarnaast moeten we erkennen dat de transitie niet alleen technologisch van aard is, maar ook sociaal en economisch. Veel mensen maken zich zorgen over de betaalbaarheid, het tekort aan personeel in de bouw, maar ook op scholen. Tegelijkertijd worstelen we met toenemende vergrijzing en een tekort aan voldoende en geschikte woningen, waardoor de druk op de woningmarkt sowieso toeneemt en de betaalbaarheid van wonen al in gevaar is.

Ook laat de werking van een deel van de subsidies voor de inpassing van duurzame technieken te wensen over. Door het tekort aan voldoende gekwalificeerd personeel en de groeiende vraag, wordt de prijs sterk opgedreven. Hierdoor komt de subsidie dus niet terecht bij de mensen die het initiatief nemen om de overstap te maken naar duurzame technieken, maar verdwijnen regelrecht in de portemonnee van installateurs. Complexe regelingen, gebrek aan coördinatie en praktische obstakels, zoals de installatieplicht door een erkend installateur, belemmeren hierdoor de transitie naar groene technologieën, waardoor het potentieel ervan niet ten volle wordt benut.

De basis voor de energietransitie is wankel
In onze ambitie om de energietransitie te omarmen, stuiten we op een verontrustende realiteit: de basis is niet op orde. Vanuit de infrastructuur, bouwsector tot het onderwijs, overal worden we geconfronteerd met tekorten die de gewenste vooruitgang belemmeren. De tekorten leiden op hun beurt tot het opdrijven van de prijzen en brengt de betaalbaarheid van energietransitie verder in gevaar.  Anders gezegd, de basis voor de energietransitie dient snel op orde te worden gebracht. Als we echt vooruitgang willen boeken in onze ambitie om een duurzame toekomst te bouwen, moeten we vandaag nog de fundamenten versterken.

Om deze uitdagingen aan te pakken, is een gecoördineerde inspanning nodig. We moeten investeren in modernisering van infrastructuur, het opleiden, aantrekken en behouden van gekwalificeerd personeel, en het heroverwegen van subsidieprogramma's met een focus op eenvoud, transparantie en efficiëntie. Zo niet, dan dreigen onze inspanningen te stranden op de harde realiteit van onvoldoende voorbereiding en zal uiteindelijk slechts een selecte groep aan mensen (lees: de vermogenden in Nederland) daadwerkelijk de overstap kunnen maken naar een circulair, gifvrij en fossielvrij bestaan.

Er zijn altijd oplossingen
Ondanks alle uitdagingen, is er altijd hoop. En wellicht is deze hoop gelegen in een ander urgent probleem waar Nederland op dit moment mee te maken heeft, namelijk de toestroom en opvang van vluchtelingen en immigranten. Laten we nu juist deze mensen stimuleren om zich te laten opleiden tot de benodigde vakmensen. En wellicht moeten we daarnaast actief mensen van buiten Nederland gaan werven en opleiden.  En dan niet opleiden vanuit de schoolbanken, maar direct in de praktijk. Leren tijdens het werk.

Laat de overheid subsidieprogramma’s optuigen die het voor het bedrijfsleven aantrekkelijk maken om intern mensen op te leiden. Hierbij dient men vooral in te zetten op opleidingen, waarbij mensen tijdens het werk worden opgeleid als vakmensen. Vakmensen die broodnodig zijn in de bouw en installatiesector, maar ook op de scholen en niet te vergeten in de zorg. Daarnaast dient uiteraard oog te zijn voor het opleidingen van mensen die de benodigde (technische) kennis leren overdragen op anderen. Alleen zo kunnen we bouwen aan een stevige basis voor de energietransitie en onze samenleving in zijn totaliteit. Nederland als kennis- en opleidingsinstituut voor onszelf en de rest van de wereld.