Nieuwe directeur NVKL wil aanpakken

22.02.2021 Anje Hoogland

Nieuwe directeur NVKL wil aanpakken

De nieuwe directeur van brancheorganisatie NVKL, Coen van de Sande, heeft grote ambities. Zo pleit hij voor registratie van wettelijk verplichte keuringen voor woningen en gebouwen, voor een centrale regie op de uitrol van duurzame warmte en koude, en bekijkt hij alle mogelijke manieren om meer installateurs te werven.

We beginnen bij dat eerste. Leden van de NVKL hebben een kwaliteitskeurmerk. Om deze te krijgen worden ze elke twee jaar getoetst op hun kwaliteit, kennis, apparatuur en medewerkers. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar wettelijke verplichtingen die gelden binnen de sector, veiligheid, professionele klantbenadering, offertes, bescherming, meetapparatuur en het opleidingsniveau.

Centraal register

Maar om deze erkenning niet te ondermijnen moet er vanuit de overheid ook goed worden gehandhaafd, vindt Van de Sande. “We pleiten voor een centraal register waarin alle gebouwen en woningen van Nederland worden opgenomen. Gecertificeerde partijen kunnen dan op dat register alles afvinken welke wettelijk verplichte keuringen zij op dat adres hebben uitgevoerd. Het zou dan gaan om 32 wettelijke verplichtingen. Je kunt een parallel trekken met de centrale registratie van kentekens van voertuigen bij het RDW waar je direct kunt zien of voertuigen APK gekeurd en verzekerd zijn. Dan kan er ook veel gerichter worden gehandhaafd. Voor het aantal handhavers dat er nu is, is er geen beginnen aan. Aan de hand van zo’n register kunnen ze beginnen met gebouwen waar nog geen vinkjes staan. Zo is het dus een stuk behapbaarder voor hen, hebben eigenaren een goed inzicht in waar hun pand aan voldoet én wordt er duidelijk onderscheid gemaakt tussen de erkende installateur en de beunhaas.”

Nieuwe aanwas

Een ander focuspunt van de nieuwe directeur is de instroom en het behoud van installateurs. “De uitstroom is veel groter dan de instroom terwijl de werkdruk en de gevraagde vakkennis  steeds hoger wordt. Met een cv-ketel ophangen ben je bijvoorbeeld een ochtend bezig. Maar een hybride warmtepomp installeren duurt twee tot drie dagen. We doen daarom hard ons best jonge mensen al te interesseren voor techniek en de sector. Want we vissen ook nog eens samen met andere technieksectoren allemaal in dezelfde vijver.”

“Gemeentes hebben lang niet allemaal voldoende kennis in huis.”

Het zaadje wordt al geplant op het basisonderwijs. “Daar leveren we bijvoorbeeld toolkits in de vorm van een soort escaperooms om kinderen te enthousiasmeren voor techniek. Ook proberen we de ouders al te attenderen op het feit dat het werk van een monteur tegenwoordig veel breder is en bijvoorbeeld ook steeds meer achter de laptop wordt uitgevoerd. Daarnaast werken we samen met 50 VMBO’s waar ze het keuzevak koudetechniek aanbieden. We ondersteunen deze scholen met trainingen voor docenten, leveren het lesmateriaal en ondersteunen bij het  inrichten van het leslokaal. En we hebben lesmateriaal ontwikkeld voor zijinstromers. Wij richten ons daarbij bijvoorbeeld op  statushouders en technisch personeel uit andere sectoren dat van werk naar werk wordt begeleid. Denk hierbij bijvoorbeeld aan KLM of NS.

Regie vanuit de Rijksoverheid

Van de Sande zou bovendien graag zien dat er wat meer centrale regie zit op het uitvoeren van de maatregelen die zijn vastgelegd in het Klimaatakkoord Gebouwde Omgeving. “Honderden gemeentes moeten daar nu voor hun warmtetransitievisies keuzes in maken voor de wijken binnen hun gemeentegrenzen, want de uitvoering is bij hen neergelegd. Maar die hebben lang niet allemaal voldoende kennis in huis. Dat zie je bijvoorbeeld in de wijk Overvecht-Noord in Utrecht. Waar de bewoners van oude woningen in opstand komen tegen de wijkaanpak omdat zij binnen een bepaald aantal jaar van het gas af moeten. De inwoners worden door dat besluit op enorme kosten gejaagd. Daar zou wel wat meer sturing vanuit de Rijksoverheid in mogen worden gegeven.”

In heel Europa een gelijk speelveld

Een persoonlijke uitdaging voor Van de Sande is het kennisniveau en de veiligheidseisen internationaal gelijktrekken. Hij is sinds kort ook vicevoorzitter van de Europese koepelorganisatie AREA en ziet in deze rol kansen om dit te bereiken. “We werken binnen onze sector nog veelal met F-gassen die als ze lekken bijdragen aan het broeikaseffect. Daarom worden deze steeds vaker vervangen door alternatieve koudemiddelen zonder broeikasgas-effect bijvoorbeeld ammoniak, kooldioxide en propaan. Maar daar komen weer allerlei veiligheidsaspecten bij kijken. Dat vraagt veel van de ontwerpers en installateurs. Nederland is wat dat betreft al één van de koplopers in Europa, en dat willen we uitrollen in de rest van Europa door de richtlijnen en opleidingen hetzelfde in te richten. Op die manier hebben alle collega’s uit Europa dus dezelfde competenties en kennis. Daarmee creëer je een gelijk speelveld en het komt de veiligheid echt ten goede, ook in Nederland. Als we bijvoorbeeld collega’s uit andere landen inhuren”, meent Van de Sande.