TU Delft en TNO gaan samenwerken aan de elektrificatie van de chemische industrie

08.04.2022 Jan de Wit

TU Delft en TNO gaan samenwerken aan de elektrificatie van de chemische industrie
©TNO | Theun Baller (TU Delft) en Marinke Wijngaard (TNO).

Om ervoor te zorgen dat chemische industrie in 2050 ook klimaatneutraal is, gaan TU Delft en TNO samenwerken. De partijen willen inzetten op het daadwerkelijk bouwen van de schone fabriek van de toekomst. Hiervoor willen ze CO2 op industriële schaal gaan afvangen en met elektrolyse omzetten in methanol, ethyleen en kerosine.

Met e-Refinery (TU Delft) en VoltaChem (TNO) hadden beide kennisinstellingen een grootschalig onderzoeksprogramma lopen naar het versnellen van de elektrificatie van de chemische industrie. Om die snelheid op te voeren en een de schone fabriek van de toekomst te bouwen, slaan zij nu de handen ineen binnen het programma e-Chem.

“De elektrificatie van de chemische industrie biedt grote kansen voor Nederland om zich te ontwikkelen tot dé leverancier van high end systemen voor de energietransitie. En waar kun je dat soort oplossingen beter ontwikkelen dan hier in Delft, vlak naast de Botlek, het grootste petrochemische cluster in Noordwest-Europa”, aldus de retorische vraag van Ruud van Ommen (TU Delft) en Martijn de Graaff (TNO) in een gezamenlijk statement.

“Samen met andere kennisinstellingen en de industrie gaat e-Chem nu bouwen aan grootschalige installaties die op industriële schaal en tegen concurrerende prijzen CO2 uit de lucht – met behulp van elektrolyse – omzetten in drie basisbouwblokken voor de chemische industrie: methanol, ethyleen en kerosine. We zijn de eerste partij die gaat bouwen aan deze grootschalige installaties. We gaan het nu gewoon doen en al doende leren we, dit is dé aanpak waardoor we kunnen versnellen.”

De Graaff wijst erop dat ethyleen en methanol heel veel toepassingsmogelijkheden hebben, variërend van plastics tot pillen. “Ook bij brandstoffen hebben we gekeken waar de meest veelbelovende business case zit. Voor personenvervoer zijn er vergevorderde opties om over te stappen op batterijen of op waterstof. Maar voor de luchtvaart blijft kerosine waarschijnlijk nog lang onvervangbaar. Een schoner productieproces is daar dus ook zeer gewild.”

De onderzoeksagenda zal zich richten op de meest kansrijke routes. De Graaff: “Het is een bewuste keuze om als grondstof CO2 te gebruiken uit de lucht. Omdat fabrieken nu al bezig zijn om het CO2-gehalte van hun rookgassen te verlagen, voorzien wij dat die bron van CO2 in de toekomst langzaam zal opdrogen.”