Voorzitter Nagele in Balans: ‘Nog eens analyseren of warmtenet voor het hele dorp mogelijk is’

26.04.2024 Sjoerd Rispens

Voorzitter Nagele in Balans: ‘Nog eens analyseren of warmtenet voor het hele dorp mogelijk is’
©Energiek Nagele

Groots waren de ambities toen Nagele in 2018 een prijsvraag won en mocht gaan experimenteren om van het gas af te gaan. Het pilotproject Nagele in Balans resulteerde in een kleinschalige collectieve warmtevoorziening op basis van zonthermie, een seizoens-en een dagbuffer voor acht woningen en een voormalige school dat in gebruik is als gemeenschapsgebouw. Maar het project kende ook tegenvallers en in februari verscheen een onderzoeksrapport over de aanpak en het verloop. Het project staat nu op pauze. Warmte365 kijkt met de nieuwe projectleider Ruut Schalij naar het rapport en de toekomst.

Schalij nam in januari het stokje over van Rutger Bergboer. Een maand later werd het rapport ‘Nagele in Balans, van idee tot aan pilot tot aan heroriëntatie’ gepresenteerd. Het rapport beslaat de periode van de ideevorming in 2017 tot en met het pauzeren van de plannen voor een dorpsbreed warmtenet medio 2023, omdat toen bleek dat dit qua tijd en geld niet haalbaar was. Andere tegenvallers die in het rapport besproken worden: het energierendement van het pilotproject in Nagele bleek een jaar na ingebruikname lager dan verwacht. Technisch werkte het systeem en de acht aangesloten woningen en gemeenschapsgebouw hadden voldoende warmte. Maar doordat de warmtepomp te veel moest bijspringen was het energierendement onvoldoende. HoCoSto, de leverancier van het warmtesysteem, ging ook nog eens failliet.

Voor het rapport is met alle betrokkenen gesproken en aan het einde worden meerdere leerpunten genoemd voor de toekomst. Enkele belangrijke leerpunten: Geïnterviewden merken op dat het concept (te) snel is verkocht als “de oplossing” en ”het ei van Columbus”, terwijl de uitstraling veel meer had moeten zijn: “we zijn bezig met een experiment in een proeftuin”.
Op het moment van implementatie was het totale technische concept nog onvoldoende getest en gevalideerd en nog niet beheersbaar, waardoor het geïmplementeerde systeem nog “kinderziektes” heeft en niet de afgesproken prestaties kan leveren.
De realisatie van het project was te afhankelijk van één innovatieve partij, die niet in alle fasen van het project de juiste partij of persoon was voor een succesvolle implementatie van het project.

Streven
“Het rapport ziet er goed uit, maar ik was zelf nog kritischer geweest”, zegt Schalij. “Al is dat bij mij ook een kwestie van onderbuikgevoelens, dat geef ik toe. Maar als je deze casus analyseert kom je nog meer aandachtspunten tegen. Het belangrijkste wat ik uit het rapport heb gehaald is dat als je probeert te vernieuwen, het beter is om niet te veel nieuwe dingen tegelijk te doen. Leg de focus op één element. Alles moest precies samenkomen. Er waren specifieke panelen voor op de school, specifieke warmtepompen voor het project, de verbinding moest specifiek via het dak lopen. Richt je op het essentiële, in plaats van dat je alleen maar gaat experimenteren. Ik vind dat we nu voornamelijk door moeten gaan met bewezen componenten.”

“Momenteel zijn we aan het nadenken wat we met het project gaan doen”, gaat Schalij verder. “De boel staat even op pauze, het moet een draaiend en succesvol project worden. Dat is ons streven. Voor het project zoals het er nu ligt worden voor de zomer een paar verschillende oplossingen gezocht, waaronder de huidige buffer robuuster maken. Daar wordt dan een keuze uit gemaakt en de implementatie volgt in het najaar. Of het gaat lukken? Dat gaan we zien. Het gaat over het algemeen niet snel met warmtenetten. Ik denk dat dit momenteel het maximaal haalbare is.”

Een warmtenet voor het hele dorp is wat Schalij betreft niet afgeschreven, ook al wordt in het rapport gezegd dat het eigenlijk niet haalbaar is. “De concepten hiervoor worden in het najaar uitgewerkt en hopelijk gaat dan in 2025 de schop de grond in. Ik ga er niet vanuit dat er nu opeens iets wordt gevonden waardoor het wel kan. Maar ik wil een project ontwikkelen en daarmee naar de besluitvormers gaan.”

Hebben de inwoners van het dorp eigenlijk nog wel zin in het project? “Hoe het momenteel met de bereidheid zit weet ik niet”, zegt de projectleider. “Maar ik ben er zeker van dat als wij met een goed project komen, we de inwoners kunnen overtuigen. Ik ga pas naar ze toe als we concrete ideeën hebben. Er zijn verder geen bewonersavonden, ik communiceer door langs de deuren te gaan. Maar ik ga niet iedereen vermoeien en elke stap die we zetten groots aankondigen. Ik besef overigens wel dat ik de bewoners geen enkele oplossing kan bieden die zo fijn is als een gaskachel. Je moet hard werken om die voor een acceptabele prijs te vervangen.”

Schalij heeft zeker geen spijt van zijn besluit om projectleider te worden. “Ik doe nu meer strategische dingen en richt me in dit project meer op problematiek van de korte termijn, meer dan voorheen. Ik kijk positief naar de toekomst. Het project is zeker niet mislukt. Mijn voorgangers hebben het goed gedaan. Het zijn mensen met veel bezieling en liefde voor het project. Er zijn dingen geprobeerd en die pakten helaas niet uit zoals we wilden. Wie ons wil helpen, wie goede ideeën heeft, laat het ons vooral weten.”

Warmtewet
Op de achtergrond speelt nog een andere factor mee waar Schalij veel tijd en aandacht aan kwijt is. “De nieuwe warmtewet komt eraan”, zegt hij. “Ik vind dat er veel te veel waarde aan die wet wordt gehecht. Want het is voor mij een voldongen feit dat je geen enkel project financieel kunt verantwoorden tegenover bewoners. Bij de transitie naar een warmtenetwerk zit geen traktatie van een mooie prijs voor gebruikers. Ze moeten wakker worden in Den Haag. Het gaat mij erom dat er een eerlijk systeem moet komen, want het huidige klopt niet. En daar verandert een nieuwe warmtewet niets aan. De financiering moet anders. Als Den Haag bijvoorbeeld wil dat er warmtenetten komen om elektriciteitsnetten te ontlasten, dan moeten de voordelen daarvan ook bij de warmteklanten terechtkomen. Anders betalen zij eigenlijk via hun elektriciteitsnetwerk mee aan de rekening voor de netwerkverzwaringen die elders nodig zijn, bij mensen die warmtepompen nemen. Dan is een verkeerde en oneerlijke situatie.”